Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKERSHANDLEIDING
KLIMAATREGELAARS
KL-6000 serie
NL
© StienenBE / KL-6000-G-NL02101

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Stienen BE KL-6000 Series

  • Pagina 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING KLIMAATREGELAARS KL-6000 serie © StienenBE / KL-6000-G-NL02101...
  • Pagina 2 Spanningen afschakelen voor openen van de klimaatregelaar! De klimaatregelaar bevat intern blanke spanningsvoerende delen! Openen alleen toegestaan door geautoriseerde personen! WAARSCHUWING Hoewel tijdens ontwerp en fabricage de grootst mogelijke zorg is besteed aan de kwaliteit van deze apparatuur, is een technische storing nimmer uit te sluiten. De gebruiker dient te zorgen voor een adequate alarminstallatie en/of noodvoorziening, zodat in geval van een technisch falen van apparatuur en bijbehorende installatie, geen gevaar ontstaat voor mens, dier of goederen.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE PAGINA INLEIDING Venster (menu item) Knikpunt of periode invoegen/verwijderen Temperatuur instellingen OVERZICHTVENSTER HOOFDMENU Toegangscode AFDELING Ventilatie Verwarming Overige Groeicurven Overzichten Alarm Communicatie alarm Alarmcodes installatie Alarmcodes klimaat STATUS AFDELING CENTRAAL Centrale vent.1 Centrale verwarming Centrale inlaatklep Temperatuur Warmtewisselaar Centrale koeling Centrale schakelklok Alarm (centrale regelingen) SENSOREN...
  • Pagina 4 Mengventilator CENTRALE AFZUIGING Centrale ventilatorregeling ECOVENT systeem CENTRALE VERWARMING Weersafhankelijke CV-regeling CV-regeling op basis van warmtevraag Mengklep regeling TEMPERATUURREGELINGEN Geregelde verwarming Aan/uit verwarming Modulerende verwarming Vloerverwarming Koeling Aan/uit koeling Geregelde koeling Koeling uit op RV Modulerende koeling Inweken BEVOCHTIGEN COMPENSATIES Nachtinstelling Afdelingstemperatuurcompensatie Bezettingsgraad...
  • Pagina 5: Inleiding

    INLEIDING De moderne varkenshouderij eist een optimaal stalklimaat om een gunstig bedrijfsresultaat te kunnen realiseren. Doorgaans wordt dan ook een mechanisch ventilatiesysteem toegepast. Belangrijk hierbij is de luchttoevoer naar de dieren en het realiseren van een goede luchtcirculatie. De luchtverdeling in de stal wordt in belangrijke mate beïnvloed door het soort luchtaanvoer-systeem.
  • Pagina 6: Venster (Menu Item)

    VENSTER (MENU ITEM) Kolom met instellingen en metingen Kolom met berekende en/of Titelbalk venster gecorrigeerde instellingen Vensternummer Grafiek (functietoets F3) Ten gevolge van de groeicurve en/of compensaties kan de berekende instelling afwijken van de door de gebruiker ingestelde waarde. Met behulp van de toetsen kunt u de volgende Tijd &...
  • Pagina 7 Functietoetsen(grafiek, alarm, vorige / volgende afdeling etc.) Functietoets F2 (status stal) Gebruik deze functietoets om de status van de afdeling op te vragen. Functietoets F3 (grafiek) Gebruik deze functietoets om een grafiek op een venster te plaatsen. Als het lampje in de functietoets oplicht is de functie “grafiek”...
  • Pagina 8 Afdelingen Indien u op cijfertoets 1 drukt of wanneer u m.b.v. de cursor “1 Afdeling” selecteert en op de entertoets drukt, verschijnt het hiernaast staande venster. In dit venster kunt u het afdelingsalarm, per afdeling, aan/uit zetten, aan/uit zetten. Bovendien wordt de actuele alarmcode van de afdeling weergegeven.
  • Pagina 9: Knikpunt Of Periode Invoegen/Verwijderen

    Cijfertoetsen Met de cijfertoetsen kan een schermnummer abcàâæç2ABCÀÂÆÇ worden geselecteerd of een instelling of tekst worden gewijzigd. deféèêë3DEFÉÈÊË .,1'-:+ TEKSTINVOER jkl5JKL Met behulp van de cijfertoetsen 2..9, kan de ghiïíìî4 naam van een regelgroep (links, rechts, mnoöóòô6MNOÖÓÒÔ GHIÏÍÌÎ voor, achter etc.), een schakelklok of teller tuvüúùû8TUVÜÚÙÛ...
  • Pagina 10: Overzichtvenster

    OVERZICHTVENSTER Buitentemperatuur Status hoofdalarm Lege rij: Afdeling niet geïnstalleerd ▼ berekende instelling Kolom nr. Kolom Symbool Omschrijving Status hoofdalarm (alarmrelais is in) Hoofdalarm uitgeschakeld Afdelingsalarm (alarmrelais is in) Afdelingsalarm uitgeschakeld Alarm in afdeling (alarmvertragingstijd nog niet verstreken) Afdeling reinigen Afdeling opwarmen Afdeling buiten bedrijf Meetventilator afdeling x uitgeschakeld (afdeling met centrale ventilatie) Warmtevraag in afdeling...
  • Pagina 11: Hoofdmenu

    HOOFDMENU TOEGANGSCODE U kunt een toegangscode gebruiken om uw computer tegen ongewenste toegang te beschermen. Als u wilt voorkomen dat niet-geautoriseerde gebruikers, instellingen op uw klimaatregelaar kunnen wijzigen, kunt u een toegangscode laten instellen. Een toegangscode bestaat uit een combinatie van 4 cijfers. U kunt maximaal 2 toegangscodes laten instellen door uw installateur.
  • Pagina 12: Afdeling

    AFDELING VENTILATIE Een diafragmaklep met meetventilator wordt ook wel een AQC-klep genoemd. Als een AQC- klep in de afdeling geïnstalleerd is wordt bij die afdeling de menukeuze “Diafragmaklep” geblokkeerd (“-----------“). AFDELINGSVENTILATIE Het is vooral belangrijk te voorkomen dat koude lucht teveel en te plots wordt binnengetrokken. De afdelingstemperatuur en de bandbreedte dienen daarom correct te worden ingesteld.
  • Pagina 13 Opties afdelingsventilatie Aantal dieren Om de ventilatiecapaciteit per dier, in m3/u, te kunnen uitdrukken moet de klimaatregelaar weten hoeveel dieren er momenteel in de afdeling zitten. Vul achter “Aantal dieren” het actuele aantal dieren in. Maximaal Vul hier het maximaal aantal dieren in waarvoor de ventilatiecapaciteit, onder normale omstandigheden, toereikend is.
  • Pagina 14 Vorst beveiliging Vorstbeveiliging tegen het vast vriezen van de luchtinlaatkleppen. Cyclustijd Looptijd Looptijd Auto Inlaatklep Dicht Open Auto Ventilator Vanaf buitentemperatuur Vanaf buitentemperatuur Daalt de buitentemperatuur onder de ingestelde temperatuur dan wordt de vorst beveiliging actief. Cyclustijd Cyclustijd voor de vorstbeveiliging. Indien de buitentemperatuur daalt onder de ingestelde temperatuur wordt de vorstbeveiliging, na het verstrijken van de cyclustijd-(2xcyclustijd van de klep), actief.
  • Pagina 15 Compensaties Nachtinstelling Met behulp van de nachtinstellingen kunt u een natuurlijk temperatuurverloop creëren tussen dag en nacht door s ’nachts de ingestelde temperatuur met enkele graden te wijzigen. Naast de periode dat de nachtinstelling actief moet zijn kunt u ook het aantal graden instellen waarmee de afdelingstemperatuur verhoogd/verlaagd moet worden gedurende deze periode.
  • Pagina 16 RV-compensatie Achter “RV-compensatie vanaf” stelt u in vanaf welk percentage relatieve vochtigheid de ventilatie beïnvloedt moet worden. De factor geeft de mate van invloed aan. Is de factor 0, dan heeft de RV geen invloed op de ventilatie, is de factor 9,9 dan is de invloed van de RV op de ventilatie maximaal, zie pagina 60.
  • Pagina 17 Afdelingsventilatie m.b.v. groeicurven Om er voor te zorgen dat het klimaat in de afdeling automatisch meegroeit met uw dieren, beschikt de klimaatcomputer over groeicurven. Afhankelijk van het actuele dagnummer wordt de actuele instelling uit de curve bepaald (mits de curve aan staan). Een groeicurve kan maximaal uit 7 knikpunten bestaan. Voor de klimaatinstellingen die volgens een curve worden berekend staat de tekst “Groeicurve”.
  • Pagina 18 Handbediening Indien de status op “opwarmen” staat kunt u de mengventilator aanzetten en achter “Handbediening” het ventilatie percentage van de mengventilator bij het opwarmen van de afdeling instellen. Hierdoor wordt de warme lucht gelijkmatig over de afdeling verdeeld. Let op! tijdens het “opwarmen”...
  • Pagina 19 INLAATKLEP 1 / 2 Regelen op basis van: De ingestelde temperatuur De afdelingstemperatuur Wanneer de uitgangskarakteristiek actief is wordt achter de momentele klepopening ook de gecorrigeerde klepopening weergegeven. Als een temperatuur van +10,0ºC of hoger wordt ingesteld dan regelt de inlaatklep op basis van de ingestelde temperatuur, zie ook pagina 49.
  • Pagina 20: Verwarming

    INLAATKLEP 1 / 2 M.B.V. GROEICURVE Regelen op basis van: Temperatuur Afdelingsventilatie Drukverschil Voor de instellingen die volgens een curve worden berekend staat de tekst “Groeicurve”. Bij een inlaatklep die op basis van temperatuur regelt kunt u alleen aan de curve instellingen zien of de inlaatklep regelt op basis van de afdelingstemperatuur (curve instelling kleiner 10,0ºC) of op basis van absolute curve instellingen (curve instelling is dan 10,0ºC of hoger).
  • Pagina 21 Groeicurve Als de cursor op staat en u drukt op de bevestigingstoets dan verschijnt de curve van de afdelingsverwarming. U kunt eventueel de curve instellingen wijzigen of de curve uitzetten. Druk op de annuleertoets om terug te keren naar het voorgaande venster. Indien u de curve heeft uitgeschakeld wordt de tekst groeicurve vervangen door de standaard tekst en kunt u de curve niet meer via dit venster oproepen (curve staat uit).
  • Pagina 22 Voorbeeld 1 Ingestelde afdelingstemperatuur 20,0°C Gemeten afdelingstemperatuur is 23,0°C ofwel 3,0 hoger dan de ingestelde afdelingstemperatuur. Gemeten afdelingstemperatuur 23,0°C Ingestelde vloertemperatuur 40,0°C De vloerverwarming wordt nu met 3,0°C x 2,0 = 6,0°C gecompenseerd. Minimum vloertemperatuur 30,0°C DE BEREKENDE VLOERTEMPERATUUR WORDT DAN: 40,0°C – 6,0°C = 34,0°C. Compensatiefactor Voorbeeld 2 Ingestelde afdelingstemperatuur...
  • Pagina 23: Overige

    Bedrijfsuren Vult u achter “Wis bedrijfsuren” “Ja” in dan worden van de geselecteerde afdeling de bedrijfsuren van de nestverwarming verwarmingen gewist. 2-zone nestverwarming Wanneer de verwarming uit een aan/uit geschakelde (niet modulerende) verwarming bestaat dan kunt u de branduren van de verwarming opvragen. Naast de branduren van vandaag worden ook de branduren van de afgelopen 7 dagen en het totaal aantal branduren getoond.
  • Pagina 24 RV / BEVOCHTIGEN In dit venster kunt u bevochtigregeling aan/uit zetten, daarnaast kunt u hier het percentage van de relatieve luchtvochtigheid instellen waaronder de regeling actief moet zijn. Naast de standaard ventilatieregeling die regelt op basis van temperatuur en RV beschikt de klimaatregelaar ook over de mogelijkheid om de ventilatie te verhogen op basis van de CO2-concentratie.
  • Pagina 25 WATERTELLER Wanneer een waterteller in de afdeling geïnstalleerd is kunt u de waterteller standen opvragen. Naast de tellerstand van vandaag worden ook het totale waterverbruik getoond. De waarde van “vandaag” kunt u wijzigen. Vult u achter “Wis waterteller” “Ja” in dan wordt van de geselecteerde afdeling het water verbruik, inclusief het totaal verbruik, gewist.
  • Pagina 26: Groeicurven

    GROEICURVEN Afhankelijk van het aantal dieren in de afdeling en het diergewicht bepaalt u de klimaatinstellingen en stelt deze in via een curve. De gewenste temperatuur loopt dan vanzelf iets af en de ventilatie neemt dan vanzelf toe in de loop van de tijd. Als u een aantal dieren uit een afdeling aflevert, maar er ook nog dieren achterblijven in de afdeling dient u ook de bezettingsgraad aan te passen.
  • Pagina 27 Minimum ventilatie Maximum ventilatie Diergewicht De groeicurve van het dier gewicht wordt momenteel alleen gebruikt voor het overzicht. Overzicht Mengventilator INLAATKLEP 1 Temperatuur Minimale klepopening Maximale klepopening Alleen bij een klep die regelt op basis van temperatuur kunt u de groeicurve voor de temperatuur instellen INLAATKLEP 2 Inlaatklep 2 kan op identieke wijze worden ingesteld als inlaatklep 1.
  • Pagina 28 VERWARMINGEN Afdelingsverwarming De instellingen van de afdelingsverwarming zijn relatief ten opzichte van de berekende afdelingstemperatuur. Inlaatverwarming Vloerverwarming Nestverwarming KOELING Alleen bij een 0-10V geregelde koeling kunt u de minimum en maximum stand instellen. Temperatuur Minimum koeling Maximum koeling RV-COMPENSATIE Indien „RV“ door uw installateur geactiveerd is en u zet „RV-compensatie“ aan dan kunt u de groeicurve van de RV-compensatie instellen.
  • Pagina 29: Overzichten

    OVERZICHTEN OVERZICHT AFDELINGSTEMPERATUUR VOELERS Overzicht voeler 1 Van de geselecteerde temperatuur verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum temperatuur over de afgelopen week. Bovendien staat in de tabel het tijdstip vermeldt waarop het minimum en maximum, op die dag, optrad.
  • Pagina 30: Alarm

    ALARM In de afzonderlijke schermen van de regelingen kunt u het alarm van de regeling in/uitschakelen en de bijbehorende alarmgrenzen instellen/wijzigen. Als u een verwarming of koeling uitschakelt wil dit niet zeggen dat ook de alarmering wordt uitgeschakeld. Het alarm van een verwarming of koeling kunt u alleen uitschakelen door: het alarm van de regeling uit te schakelen ...
  • Pagina 31: Alarmcodes Installatie

    ALARMCODES INSTALLATIE Alarm code Omschrijving De afdeling met het weergegeven nummer beschikt niet over een klep met Afdeling x zonder AQC meetventilator terwijl de centrale ventilatie is ingesteld op “afd. met AQC” Configuratie gewijzigd Module configuratie (type) gewijzigd. Lees module nummer opnieuw in Het ingestelde type ingang voldoet niet aan het type ingang waarop de regeling Foutief type ingang kan regelen...
  • Pagina 32 AFDELINGSTEMPERATUUR Hier kunt u de alarmgrenzen voor de afdelingstemperatuur instellen. Indien temperatuurcompensatie actief is kan de maximum alarmgrens aangepast worden door de gecorrigeerde “Instelling temperatuur”. Indien er gebruik gemaakt wordt van een buitenvoeler kan de maximum alarmgrens aangepast worden door de actuele buitentemperatuur, zie ook pagina 62.
  • Pagina 33 INLAATKLEP 1 / 2 Als de buitentemperatuur stijgt boven de ingestelde temperatuur wordt de maximum alarmgrens gecorrigeerd, zie temperatuur-compensatie pagina 62. Let op! Een inlaatklep die regelt op basis van de afdelingsventilatie heeft geen eigen alarm instellingen. Inlaatklep 2 wordt op dezelfde wijze ingesteld als inlaatklep 1. INLAATVERWARMING VLOERVERWARMING NESTVERWARMING...
  • Pagina 34 OVERIGE Indien de temperatuurcompensatie van de afdeling gebaseerd is op de inlaattemperatuur die met behulp van een afzonderlijke temperatuurvoeler gemeten wordt, dan kunt u in dit scherm het alarm van de inlaattemperatuur zetten. Achter de status van het alarm wordt de actuele inlaattemperatuur weergegeven.
  • Pagina 35: Status Afdeling

    STATUS AFDELING Momentele status: Reinigen Opwarmen Uit bedrijf Voor het statusscherm kunt u een aparte toegangscode laten instellen. Mengventilator Handbediening Afdelingsventilatie Handbediening Ventilatie alarm Diafragmaklep Automatisch Bypassklep Inlaatklep op temperatuur Handbediening Inlaatkleppen op ventilatie of druk Automatisch Windcompensatie kleppen Automatisch Open Koeling Bevochtigen...
  • Pagina 36: Centraal

    CENTRAAL CENTRALE VENT.1 Centrale afzuiging met meetventilatoren in de afdeling (AQC-klep) of ECOVENT. * Indien de centrale afzuiging van een meetventilator is voorzien dan wordt in de laatste kolom de gemeten ventilatie weergegeven. Indien de centrale afzuiging op basis van druk wordt geregeld verschijnt menu optie 2 onder in het scherm. Naast de ingestelde en de actuele druk wordt ook de actuele status van de drukregeling weergegeven.
  • Pagina 37: Centrale Verwarming

    CORRECTIE VENTILATIE Op deze regel wordt het percentage weergegeven waarmee de centrale ventilator wordt aangepast als de weergeven tijd verstreken is. Afhankelijk van het verschil tussen de momentele ventilatie en de berekende ventilatie kan de correctie de navolgende waarde aannemen: 1%, 5% en 10%. GEMIDDELDE VENTILATIE Het berekende gemiddelde ventilatie percentage wordt weergegeven.
  • Pagina 38: Centrale Inlaatklep

    CENTRALE INLAATKLEP De centrale inlaatklep kan of op basis van temperatuur, of op basis van de afdelingsventilatie of op basis van druk worden geregeld. TEMPERATUUR AFDELINGSVENTILATIE In tegenstelling tot de afdelingen geldt dat de temperatuur instellingen onder de 10,0ºC absolute instellingen zijn (m.a.w.
  • Pagina 39: Temperatuur

    TEMPERATUUR Uw installateur kan de naam van “Temperatuur 1” en “Temperatuur 2” wijzigen in een willekeurige naam van maximaal 15 karakters. Temperatuurregeling als verwarming Temperatuurregeling als koeling WARMTEWISSELAAR Het doel van deze warmtewisselaar is om de koude buitenlucht via een centrale inlaat door middel van een warmtewisselaar voor te verwarmen.
  • Pagina 40 INBLAASVENTILATOR Maximum Minimum Minimum Maximum Inblaasventilator [%] De inblaasventilator regelt op basis De inblaasventilator regelt op basis van de gemiddelde ventilatie. van het ingestelde drukverschil. MINIMUM BIJ VENTILATIE Onder dit percentage van de gemiddelde ventilatie zal de inblaasventilator op het ingestelde minimum blijven draaien.
  • Pagina 41: Centrale Koeling

    CENTRALE KOELING Aan/uit koeling met RV Aan/uit koeling zonder RV Geregelde koeling CENTRALE SCHAKELKLOK Voor instellingen zie schakelklok afdeling pagina 24. Pagina 41 van 63...
  • Pagina 42: Alarm (Centrale Regelingen)

    ALARM (CENTRALE REGELINGEN) In dit venster kunt u de alarmstatus van de centrale regelingen in- of uitschakelen. ALARM CENTRALE AFZUIGING Met meetventilator Zonder meetventilator. CENTRALE VERWARMING ALARM CENTRALE INLAATKLEP Temperatuur Afd. ventilatie Pagina 42 van 63...
  • Pagina 43 Druk Alarm temperatuurregeling Temperatuur 1/2 ALARM WARMTEWISSELAAR Bypassklep INBLAASVENTILATOR Op basis van gemiddelde ventilatie Op basis van druk CENTRALE KOELING De keuze “Centrale RV” vervalt indien geen RV-sensor is geïnstalleerd voor de centrale koeling. Pagina 43 van 63...
  • Pagina 44: Sensoren

    SENSOREN ALARM BUITENTEMPERATUUR Wanneer u menu keuze 1 “Buitentemperatuur” selecteert verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum buitentemperatuur over de afgelopen week. Bovendien staat in de tabel het tijdstip vermeldt waarop het minimum en maximum, op die dag, optrad. In dit venster kunt u tevens, wanneer de klimaatregelaar een eigen buitentemperatuurvoeler heeft, het alarm van de buitentemperatuur (“Buitenvoeler defect”) in- of uitschakelen.
  • Pagina 45: Alarm

    ALARM ALARMSTATUS LAATSTE ALARMEN LAATSTE ALARMEN AFDELINGEN CENTRAAL voor meer informatie zie Per afdeling worden de laatste 5 Van de centrale regelingen worden “Alarmtoets” pagina 7 alarm oorzaken opgeslagen die het de laatste 5 alarm oorzaken alarmrelais deden afvallen t.g.v. opgeslagen die het alarmrelais een alarm toestand in de deden afvallen t.g.v.
  • Pagina 46: Systeem

    SYSTEEM BEDIENING Taal: Hier stelt u de taal van venster teksten in. Voor deze handleiding stelt u de taal in op NLD (Nederlands) In dit venster staat naast het apparaat type de software programmaversie vermeld. Daarnaast kunt u hier de datum en tijd wijzigen.
  • Pagina 47: Ventilatieregelingen

    VENTILATIEREGELINGEN VERBAND TUSSEN AFDELINGSVERWARMING, -TEMPERATUUR EN -VENTILATIE BANDBREEDTE VERSCHIL BANDBREEDTE VERWARMING MAX. VERWARMING TEMPERATUUR VENTILATIE MAX. VENTILATIE MIN. VENTILATIE VERWARMING MIN. INGESTELDE AFDELINGSTEMPERATUUR [°C] Bandbreedte ventilatie: gebied waarin de ventilatie van minimum naar maximum wordt geregeld. Verschil temperatuur: gebied waarin de verwarming uit is en de ventilatie minimaal is Bandbreedte verwarming: gebied waarin de afdelingsverwarming van minimum naar maximum wordt geregeld.
  • Pagina 48: Ventilatorgroep

    VENTILATORGROEP Het inschakelpercentage van de 2 ventilatorgroep is afhankelijk van de capaciteit van de hoofdventilatorgroep. De capaciteit van de hoofdventilatorgroep (1 ventilatorgroep) en het inschakelpercentage van de 2 ventilatorgroep kan door de installateur gewijzigd worden. Voorbeeld 1: Capaciteit hoofdventilator 5000m MAX.
  • Pagina 49: Klep Regelen Op Basis Van Afdelingsventilatie

    KLEP REGELEN OP BASIS VAN AFDELINGSVENTILATIE Minimum De klep zal nimmer verder sluiten dan het Maximum klepopening onder "Minimum" ingestelde percentage. Maximum De klep zal nimmer verder openen dan het klepopening onder "Maximum" ingestelde percentage. Bij sommige klepregelingen is de maximum stand niet instelbaar (de maximum klepstand is dan 100%) Minimum...
  • Pagina 50: Aqc-Unit

    AQC-UNIT De AQC-unit is inzetbaar als meet en regel unit in centraal afzuigsystemen en als meet- en smoorunit onder ventilatiekokers. De AQC-units kenmerken zich door een robuuste bouw, bewezen betrouwbaarheid en lage luchtweerstand (energieverbruik). De AQC-units zijn leverbaar vanaf een diameter van 30 cm oplopend tot 92 cm. Hierdoor kan voor iedere situatie de ideale AQC-unit gekozen worden, ook voor grotere stallen.
  • Pagina 51: Mengventilator

    MENGVENTILATOR Het doel van de mengventilator is om op de stookkosten te besparen en tegelijkertijd het klimaat in de afdeling te verbeteren. Hiervoor wordt de “warme” lucht, die zich boven in de afdeling bevindt, gemengd met “koude” lucht die via een inlaatopening wordt aangezogen. De voorverwarmde lucht wordt daarna via het luchtkanaal onder het voerpad teruggeblazen in de afdeling.
  • Pagina 52: Centrale Afzuiging

    CENTRALE AFZUIGING In de varkenshouderij is ongeveer 60 tot 90% van het elektriciteitsverbruik een gevolg van de ventilatie. Het gebruik van energiezuinige ventilatieregelingen kan dan ook tot een enorme besparing opleveren. De laatste jaren heeft Stienen Bedrijfselektronica bv, Nederweert (Holland) een aantal energiezuinige ventilatiesystemen op de markt gebracht.
  • Pagina 53: Ecovent Systeem

    ECOVENT SYSTEEM (optimalisatie voor energie verbruik) Het ECOVENT systeem biedt een uitstekend alternatief voor bestaande installaties waar een centraal afzuigsysteem niet mogelijk resp. niet rendabel is. Bij het ECOVENT systeem worden net als bij een conventioneel 230Volt ventilatiesysteem een of meerdere ventilatoren per afdeling toegepast. Bij het ECOVENT systeem zijn dit 400Vac ventilatoren die allen centraal geregeld worden door een frequentieomvormer.
  • Pagina 54: Centrale Verwarming

    CENTRALE VERWARMING WEERSAFHANKELIJKE CV-REGELING Het weersafhankelijk regelen van de centrale verwarming is eigenlijk niets anders dan de watertemperatuur van de centrale verwarming regelen op basis van de buitentemperatuur. De temperatuur van het verwarmingswater wordt uitsluitend bepaald door de heersende buitentemperatuur en de ingestelde ’stooklijn’. Door middel van deze regeling wordt er gelijkmatig warmte in afdelingen gebracht.
  • Pagina 55: Temperatuurregelingen

    TEMPERATUURREGELINGEN GEREGELDE VERWARMING Met extra hulprelais BANDBREEDTE BANDBREEDTE MAXIMUM MAXIMUM 0,5°C 0,5°C MINIMUM MINIMUM INGESTELDE TEMPERATUUR [ °C ] De klimaatregelaar regelt de brandsterkte tussen het ingesteld minimum en maximum. De snelheid waarmee van minimum naar maximum wordt geregeld is afhankelijk van de bandbreedte. INGESTELDE TEMPERATUUR [ °C ] Wanneer de gemeten temperatuur boven de ingestelde temperatuur + hysteresis (0,5°C) komt...
  • Pagina 56: Vloerverwarming

    VLOERVERWARMING POMP WATER WATER VLOERVERWARMING VLOERVERWARMING Mengklep regeling Aan/uit of modulerende regeling Wanneer de ruimtetemperatuur te hoog is, wordt de vloertemperatuur verlaagd. Zo wordt voorkomen dat de verwarmingsenergie van de vloer de ruimte gaat opwarmen, waarna de ventilatie hoger wordt en deze energie weer afvoert.
  • Pagina 57: Koeling Uit Op Rv

    KOELING UIT OP RV Als de koeling ingeschakeld is en de RV stijgt 1% boven de ingestelde RV dan wordt de koeling uitgeschakeld. Daalt de RV daarna weer 1% onder de instelling en is de temperatuur nog steeds te hoog dan wordt de koeling weer ingeschakeld.
  • Pagina 58: Bevochtigen

    BEVOCHTIGEN Naast de temperatuur speelt de relatieve luchtvochtigheid een belangrijke rol in het “comfortgevoel” van de dieren. Als gevolg van o.a. het verwarmen kan de binnenlucht erg droog zijn. Te droge lucht kan de oorzaak zijn van gezondheidsproblemen bij dieren. Luchtbevochtigers zorgen op een eenvoudige en adequate manier voor verhoging van de relatieve luchtvochtigheidsgraad.
  • Pagina 59: Compensaties

    COMPENSATIES NACHTINSTELLING Met behulp van de nachtinstellingen kunt u een natuurlijk temperatuurverloop creëren tussen dag en nacht door s ‘nachts de ingestelde temperatuur met enkele graden te verlagen. Naast de periode dat de nachtinstelling actief moet zijn, kunt u ook het aantal graden instellen waarmee de afdelingstemperatuur verhoogd/verlaagd moet worden gedurende deze periode.
  • Pagina 60: Bezettingsgraad

    BEZETTINGSGRAAD Bij een afdeling die niet helemaal vol zit met dieren, zal doorgaans ook minder geventileerd hoeven te worden. Is de afdeling bijv. maar voor 95% bezet dan kan de minimum en maximum ventilatie bijvoorbeeld met 5% (van de ingestelde waarde) verlaagd worden om toch optimaal te kunnen ventileren. De bezettingsgraad wordt berekend aan de hand van het maximale aantal dieren in de stal en het momentele aantal dieren in de afdeling.
  • Pagina 61: Co2-Compensatie

    luchtvochtigheid in de stal is normaal als de relatieve luchtvochtigheid buiten zeer hoog is. Als er voldoende luchtcirculatie is, is dit meestal geen probleem. Naast de standaard ventilatieregeling die regelt op basis van temperatuur beschikt de klimaatregelaar ook over de mogelijkheid om de ventilatie te verhogen op basis van relatieve luchtvochtigheid. Dit betekent dat er meer geventileerd zal worden als de relatieve luchtvochtigheid boven het ingestelde startpercentage van de relatieve luchtvochtigheid komt.
  • Pagina 62: Buitentemperatuurcompensatie T.b.v. Alarmering

    BUITENTEMPERATUURCOMPENSATIE T.B.V. ALARMERING Bij alle regelingen, behalve bij de nestverwarming, geldt dat ABSOLUTE BOVENGRENS indien de buitentemperatuur stijgt boven de ingestelde 35°C temperatuur, de maximum temperatuur alarmgrens naar boven geschoven wordt tot dat de absolute alarmgrens wordt bereikt. Door deze compensatie wordt voorkomen dat 32°C het alarm onnodig aangesproken wordt bij een hoge buitentemperaturen.
  • Pagina 63: Onderhoud En Controle

    ONDERHOUD EN CONTROLE Zorg voor regelmatig onderhoud en controle van de apparatuur. Vergeet bij het schoonmaken van de afdeling het ventilatiesysteem niet.  Om het energiegebruik te beperken, is het belangrijk dat de ventilatoren schoon zijn. Dit geldt ook voor de kleppen, meetventilatoren en de ventilatiekoker.

Inhoudsopgave