Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leveringsomvang; Accessoires; Installatie; Transport - Stiebel Eltron WPF 20 Handleiding Voor Bediening En Installatie

Brine/water
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE

INSTALLATIE
7.1

leveringsomvang

De warmtepomp wordt in twee verpakkingseenheden geleverd.
aanduiding
Warmtepomp-basistoestel
Behuizing
7.2

accessoires

aanduiding
Warmtepompmanager in wanduitvoering, WPMW II
Warmtepompmanager als schakelkastvariant, WPMS I
Mengrmodule in wanduitvoering, MSMW
Mengrmodule als schakelkastvariant, MSMS
Voorraadreservoir SBP 700 E
Voorraadreservoir SBP 700 E SOL
Verwarmingsafstandsbediening FE 7
Aanlegvoeler AVF 6
Dompelvoeler TF 6
Warmtemedium concentraat (30 liter jerrycan)
8
Installatie
8.1

transport

Opdat het toestel tegen beschadigingen beschermd is, dient het
in de verpakking verticaal te worden getransporteerd. Bewaring
en transport bij temperaturen onder – 20 °C en boven + 50 °C zijn
niet toegestaan.
Boven in het frame bevinden zich aan de vier hoeken gaten voor
de montage van hijsogen M 12, die gebruikt kunnen worden als
transporthulpmiddel.
De behuizing is een aparte transporteenheid en wordt pas op de
installatieplaats aan het basistoestel gemonteerd.
8.2

Plaatsing

8.2.1 Algemeen
Richt de warmtepomp horizontaal uit door de poten van het toestel
te verstellen.
Om bevriezing van de warmtepomp bij buitenplaatsing of bij
plaatsing in een niet-vorstvrije ruimte te voorkomen, moet als
vorstbescherming de aanlegvoeler AVF 6 (bestelnummer: 165341)
worden geïnstalleerd en elektrisch worden aangesloten. Zie voor
elektrische aansluiting en montage van de voeler hoofdstuk 9.
De volgende minimumafstanden tot aangrenzende objectopper-
vlakken dienen te worden aangehouden:
zijdelings 300 mm
vanaf de voorzijde 1500 mm
naar boven 100 mm
De afstand naar achteren is afhankelijk van de installatie en de
inbouwsituatie.
6 | WPf 20/27/40/52/66

8.2.2 Buitenplaatsing

Als ondergrond wordt een fundament (zie afb. D) aanbevolen.
Alle netspanningskabels dienen vorstvrij in een installatiebuis
bestelnr.
(beschermbuis) te worden aangelegd.
223384
Het aansluitgedeelte op de achterwand dient te worden beschermd
tegen weersinvloeden en zonnestraling.

8.2.3 Binnenplaatsing

De ruimte waarin de WPF dient te worden geïnstalleerd, moet aan
bestelnr.
de volgende voorwaarden voldoen:
185450
Stabiele vloer. Gewicht van de WPF; zie "Technische gege-
185451
vens".
074012
074011
Bij een zwevende vloer dienen voor een geluidsarm gebruik van
185459
de warmtepomp de vloer en de geluidsisolatie:
185460
rondom de plaatsingslocatie (zie afb. C) van de warmtepomp te
185579
worden uitgespaard.
165341
165342
De ruimte mag niet door stof, gassen of dampen explosiege-
161696
vaarlijk zijn. De in de tabel vermelde minimumwaarden voor het
plaatsingsoppervlak en voor het volume in de plaatsingsruimte
mogen niet worden onderschreden.
Type
WPf 20
WPf 27
WPf 40
WPf 52
WPf 66
Bij plaatsing van de WPF in een verwarmingsruimte in combina-
tie met andere verwarmingsapparaten dient ervoor te worden
gezorgd dat het gebruik van de andere verwarmingstoestellen
niet nadelig wordt beïnvloed.
8.2.4 Geluidsemissie
De warmtepomp mag niet onder of naast slaapvertrekken worden
geplaatst. Buisdoorvoeropeningen in wanden en plafonds dienen
te worden voorzien van trillingsdemping.
Volume
Grondvlak
14 m³
5 m²
16 m³
7 m²
23 m³
9 m²
28 m³
11 m²
33 m³
13 m²
www.stiebel-eltron.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpf 27Wpf 40Wpf 52Wpf 66

Inhoudsopgave