10. In het gebied Prompts kunt u prompts en mogelijke reacties definiëren voor gebruikers
In de responsopmaak Privacy worden sterretjes (*) weergegeven om de gegevens te
Opmerking
verbergen die de gebruiker invoert op het bedieningspaneel. Dit responstype kan worden
gebruikt voor privé-gegevens zoals een wachtwoord of een werknemersnummer.
11. Klik op OK om alle instellingen in het dialoogvenster Workflow-formulier te accepteren.
Een workflow-formulier kan op elk willekeurig moment worden bijgewerkt door het formulier
Opmerking
te selecteren en te klikken op de knop Eigenschappen.
12. Typ de openbare aanmeldingsgegevens voor de workflow-mappen in het gedeelte
13. Klik op Toepassen om de nieuwe workflow-instellingen op te slaan.
28
Hoofdstuk 2 HP DSS configureren
van het workflow-formulier. Deze prompts worden weergegeven op het
bedieningspaneel van het apparaat. De reacties op de prompts worden opgeslagen in
het metagegevensbestand. Dit bestand bevindt zich bij het beeldbestand van het
document, zodat workflow-toepassingen van derden dit kunnen gebruiken.
Het toevoegen van prompts gaat op de volgende manier:
a. Klik op de knop Toevoegen om prompts toe te voegen.
b. Klik in het dialoogvenster Prompts toevoegen op de knop Nieuw om een nieuwe
prompt te maken. Hiermee wordt het dialoogvenster Workflow-prompt geopend.
c. In het dialoogvenster Workflow-prompt voert u onder Prompt-instellingen de
Promptnaam, de Prompttekst en eventueel een Help-tekst in voor de prompt. De
Help-tekst wordt weergegeven wanneer de gebruiker de knop
bedieningspaneel van het digitale verzendapparaat aanraakt terwijl de prompt op
het scherm wordt weergegeven.
d. Ga naar Responsinstellingen en selecteer Responsopmaak. De opties voor
Responsopmaak zijn String, Numeriek, Datum, Tijd of Privacy.
e. Selecteer Door gebruiker te bewerken of Selectielijst onder Responstype. Als u
hebt gekozen voor Door gebruiker te bewerken, kunt u het selectievakje
Gebruiker moet respons geven inschakelen zodat respons vereist is.
f.
Voer zo nodig in het tekstvak Standaardrespons een standaardrespons in. Als de
gebruiker geen respons invoert bij de prompt, wordt de standaardrespons gebruikt.
g. Klik op OK om de promptinstellingen op te slaan. De nieuwe prompt wordt in het
dialoogvenster Prompts toevoegen aan de Promptlijst toegevoegd.
h. Herhaal zo nodig de stappen b t/m g om meer prompts toe te voegen.
i.
Wanneer alle benodigde prompts zijn gemaakt, kunt u de prompts in de juiste
volgorde plaatsen met behulp van de knoppen onder aan de lijst bij Verplaatsen.
j.
Klik op OK om de nieuwe reeks prompts te accepteren. De nieuwe prompts worden
in het dialoogvenster Workflow-formulier in het gebied Prompts weergegeven.
Het nieuwe formulier wordt weergegeven op het tabblad Workflows.
Aanmeldingsgegevens voor toegang tot Openbare mappen op het tabblad
Workflow. Zonder deze gegevens kunnen de workflow-instellingen niet worden
opgeslagen.
H
op het
ELP
NLWW