Omgeving en netwerk
Hier volgen richtlijnen voor de omgeving en het netwerk waarin het product moet worden
gebruikt.
Omgevingscondities
Installeer het apparaat op een locatie met een temperatuur en een luchtvochtigheid die zich
binnen het volgende bereik bevinden.
De bedrijfsomgeving moet stabiel zijn en er mogen geen plotselinge wijzigingen in de
VOORZICHTIG
temperatuur of luchtvochtigheid optreden die kunnen leiden tot schade aan het apparaat.
Wacht twee uur voordat u het apparaat in gebruik neemt als u het hebt verplaatst van een
koude omgeving naar een warme omgeving.
Temperatuur
In bedrijf
Opslag
Luchtvochtigheid
In bedrijf
Opslag
Gebruikte netwerkonderdelen voor digitaal verzenden
In de volgende tabel worden de netwerkonderdelen beschreven die worden gebruikt voor
digitaal verzenden.
Onderdeel
Netwerkserver waarop Windows® 2000
Professional, Server of Advanced Server of
Windows XP Professional, Windows Server
2003 Standard of Enterprise Server wordt
uitgevoerd
Netwerk
6
Hoofdstuk 1 Informatie over het digitale verzendapparaat
0° tot 40°C
-40° tot 60°C
15 tot 80% niet-condenserend (tot 40°C)
15 tot 90% (tot 60°C)
Beschrijving
De server bevat de volgende onderdelen:
●
HP DSS
●
HP MFP DSS Configuration Utility - hiermee
worden digitale verzendfuncties
geconfigureerd en gecontroleerd wanneer
het HP DSS-programma is geïnstalleerd.
●
Windows 2000-faxservice - alleen vereist
wanneer de faxservice van Windows 2000
de methode voor faxoverdracht is.
Fast Ethernet 100Base-TX of Ethernet 10Base-T
NLWW