Bedieningseenheid basisins-
telling activeren
(31)
Inzetbaar als
(40)
Toewijzing ruimte-unit 1
(42)
Bediening verw groep 2/verw
groep 3/P
(44, 46)
Ruimtetemperatuur app 1
(47)
Aanwezigheidstoets app 1
(48)
Correctie ruimte opnemer
(54)
7303881-01 02.11
De in de bedieningseenheid of de ruimte-unit bewaarde parameters worden ge-
schreven in de regeling.
Opgelet! De parameters van de regeling worden overschreven! De fabrieksinstel-
ling wordt opgeslagen in de bedieningseenheid.
- Activatie: prog. nr. 31 op bedieningseenheid:
De regeling wordt teruggebracht naar fabrieksinstelling.
- Activatie: prog. nr. 31 op de ruimte-unit:
De individuele programmatie van de ruimte-unit wordt geschreven in de rege-
ling.
Deze parameter is alleen zichtbaar wanneer in de bedieningseenheid een passen-
de basisinstelling aanwezig is!
- Ruimte-unit 1/2/3: met deze instelling wordt vastgelegd voor welk verwar-
mingscircuit de ruimte-unit waaraan deze instelling tot stand wordt gebracht,
dient te worden gebruikt. Bij de keuze ruimte-unit 1 kan men aan de ruimte-
unit onder prog.-nr. 42 nog meer verwarmingscircuits toewijzen, terwijl bij de
keuze ruimte-unit 2/3 alleen het betreffende verwarmingscircuit kan worden
bediend
- Bedieningsunit: deze instelling is bestemd voor het zuivere bedienen zonder rui-
mtefuncties en wordt in verband met deze regelaar niet benodigd.
- Service-unit: deze instelling dient bijv. voor het beveiligen of opslaan van regel-
aarinstellingen.
Indien de instelling ruimte-unit 1 (prog. nr. 40) werd aangegeven op de ruimte-
unit, moet onder prog. no. 42 vastgelegd worden aan welke verwarmingscircuits
ruimte-unit 1 toegewezen is.
Bij de selectie van de ruimte unit 1 of de bedieningseenheid (prog.-nr. 40) moet in
het prog. nr. 44 of 46 bepaald worden of verwarmingsgroep 2 en verwarmings-
groep3/P, tegelijkertijd met verwarmingsgroep 1 of onafhankelijk van verwar-
mingsgroep 1 bediend moeten worden.
Onder prog.-nr. 47 kan de toewijzing van de ruimte-unit 1 aan de verwarmingscir-
cuits geselecteerd worden.
Alleen verwarmingscircuit 1: De ruimtetemperatuur wordt uitsluitend naar ver-
warmingscircuit 1 gezonden.
Voor alle toegewezen verw.circuits: De ruimtetemperatuur wordt aan de onder
prog.-nr. 42 toegewezen verwarmingscircuits gezonden.
Onder prog.-nr. 48 kan de toewijzing van de aanwezigheidstoetsen geselecteerd
worden.
Geen: Het drukken van de aanwezigheidstoets heeft geen uitwerking op de ver-
warmingscircuits.
Alleen verwarmingscircuit 1: De aanwezigheidstoets heeft alleen uitwerking op
verwarmingscircuit 1.
Voor alle toegewezen verwarmingscircuits: De aanwezigheidstoets heeft uitwer-
king op de onder prog.-nr. 42 toegewezen verwarmingscircuits.
Onder het prog. nr. 54 kan de temperatuurweergave van de door de ruimteopne-
mer gemeten waarde gecorrigeerd worden.
EcoSolar BSK 15 / 20
Programmering
75