Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Reinigings- En Testopeningen; Gastoevoeraansluiting; Dichtheid Controleren - BRÖTJE EcoSolar BSK 15 Handboek

Verberg thumbnails Zie ook voor EcoSolar BSK 15:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
5.13 Reinigings- en
testopeningen

5.14 Gastoevoeraansluiting

5.15 Dichtheid controleren

38
De gekozen luchtuitlaatgasschoorsteen moet een bouwrechtelijke goedkeuring
van de DIBt hebben wat betreft de geschiktheid voor het gebruik bij meervoudige
bezetting.
Diameter, hoogte en maximaal aantal apparaten dienen aan de ontwerpstabellen
van de vergunning te worden ontleend.
Bovendakhoogte
De voorschriften betreffende schoorstenen en de installatie rookgasafvoerbuizen
zijn geldig voor de minimale hoogte boven het dak.
Opgelet! Rookgasafvoer reinigen!
Rookgasafvoer moeten kunnen worden gereinigd en ten aanzien van hun vrije dia-
meter en dichtheid kunnen worden gecontroleerd.
In de plaatsingsruimte van de BSK dient ten minste één reiningings - en controleo-
pening te worden aangebracht.
Rookgasafvoer in gebouwen die niet vanaf de uitmonding kunnen worden gecont-
roleerd en gereinigd, moeten in het bovenste gedeelte van de rookgasafvoer of bo-
ven het dak een extra reinigingsopening hebben.
De rookgasafvoer aan de buitenwand moeten in het onderste gedeelte van de
rookgasafvoer ten minste één reinigingsopening hebben. Voor rookgasafvoer met
bouwhoogten in het verticale gedeelte van < 15,00 m, met een rookgasafvoer in
het horizontale gedeelte van < 2,00 m en een maximaal leidingdiameter van 150
mm met maximaal één bocht (behalve de bocht vlak aan de ketel en in de schacht)
is één reinigings- en controleopening in de plaatsingsruimte van deBSK voldoende.
De schachten voor de rookgasafvoer mogen geen openingen bevatten, met uitzon-
dering van noodzakelijke reinigings- en controleopeningen alsmede openingen
voor het ventileren van de rookgasafvoerbuis.
Opmerking: Om de verbranding van de ketels niet te beïnvloeden, is in de rookgas-
buis of schoorsteen een trekregelaar in te bouwen.
De gastoevoeraansluiting mag enkel door een erkende installateur uitgevoerd
worden. Voor de gasleiding en de afstellingen zijn de fabrieksafstellingen op het
ketel- en het bijkomend kenplaatje van het toestel weergeven. Deze moeten ver-
geleken worden met deze van de plaatselijke gasmaatschappij.
Voor het gaswandtoestel moet een goedgekeurde afsluitklep met brandpreven-
tiesluitsysteem geïnstalleerd worden.
Bij oude installaties kan de installateur eventueel beslissen een gasfilter te plaat-
sen.
De gasleiding dient uitgeblazen te worden.
Gevaar! Levensgevaar door gas!
Voor de inbedrijfstelling dient de gehele gastoevoerleiding, met name de verbin-
dingselementen, ten aanzien van dichtheid te worden gecontroleerd.
De gasbranderarmatuur aan de gasbrander mag slechts met maximaal 60 mbar
worden afgeperst.
Ontluchting van de gasleiding
Voor de eerste indienststelling moet de gasleiding ontlucht worden. Hiervoor de
meetopening aan de ingang van de gasklep openen met inachtneming van de vei-
ligheidsvoorschriften. Na de ontluchting controleren of de meetopening goed
dicht is!
EcoSolar BSK 15 / 20
7303881-01 02.11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ecosolar bsk 20

Inhoudsopgave