Periodiek onderhoud en afstelling
1
2
3
1
4
5
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje 2
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
6
4. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
7
8
9
10
11
12
2
3
4
6
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
OPMERKING
Om toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotorrelais door deze om-
hoog te trekken.
1
15
2
3
15
4
5
6-31
1
2
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar "OFF" en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
3