INLEIDING DAU10103 Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de FJR1300AE profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw FJR1300AE.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10134 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE....1-1 De hoogte van het PERIODIEK ONDERHOUD EN bestuurderszadel verstellen..3-33 AFSTELLINGEN ........ 6-1 BESCHRIJVING ........ 2-1 Opbergcompartimenten....3-35 Boordgereedschapsset ....6-2 Aanzicht linkerzijde......2-1 Accessoirebox ......3-35 Periodiek onderhoudsschema voor Aanzicht rechterzijde ...... 2-2 Aanpassen van de het uitstootcontrolesysteem..6-3 Bedieningen en instrumenten..
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE Kabels controleren en smeren ..6-27 VERZORGING EN STALLING VAN Controleren en smeren van DE MOTORFIETS......7-1 gasgreep en gaskabel....6-27 Matkleur, let op ....... 7-1 Rem- en schakelpedalen Verzorging........7-1 controleren en smeren ....6-27 Stalling ..........7-4 Rem- en koppelingshendels controleren en smeren ....6-28 SPECIFICATIES ........
VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU1028B meerd instructeur. Neem contact op • Wees extra voorzichtig bij het nade- met een bevoegde motorfietsdealer ren en passeren van kruisingen, voor informatie over rijlessen bij u in daar doen ongelukken met motor- Wees een verantwoordelijke eigenaar de buurt. fietsen zich namelijk het meest Als eigenaar van de machine bent u verant- voor.
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE Draag nooit loszittende kleding, deze • We raden aan om het motorrijden te handen vast te houden en beide oefenen op plekken waar geen ver- voeten op de passagiersvoetsteu- kan blijven haken aan bedienings- keer is, totdat u grondig bekend nen te houden.
Pagina 10
VEILIGHEIDSINFORMATIE symptomen van koolmonoxidevergiftiging Het totale gewicht van de bestuurder, pas- • Bevestig nooit omvangrijke of zwa- ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk, sagier, accessoires en bagage mag de re goederen aan het stuur, de voor- ga naar de open lucht en ROEP MEDISCHE maximale gewichtslimiet niet overschrij- vork voorwielspatbord.
Pagina 11
VEILIGHEIDSINFORMATIE Wees voorzichtig bij het aanbrengen In de handel verkrijgbare onderdelen, de stuuruitslag of de bediening niet accessoires en aanpassingssets beperkt en geen lampen of reflectors van elektrische accessoires. Als elek- Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die afdekt. trische accessoires de capaciteit van qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori- •...
Pagina 12
VEILIGHEIDSINFORMATIE Zorg dat het voorwiel recht naar voren wijst op de aanhanger of de laadvloer en zet het wiel vast in een goot om be- weging te voorkomen. Schakel een versnelling in (bij model- len met een handgeschakelde ver- snellingsbak).
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU10978 De sleutel met het rode bovendeel wordt daardsleutels te gebruiken en de Startblokkeersysteem gebruikt om de twee standaardsleutels te codeersleutel op een veilige plek te coderen. Het wijzigen van de codes is een bewaren.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU10473 parkeerlichten gaan branden en de motor Om het stuur te vergrendelen Contactslot/stuurslot kan worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. OPMERKING De koplampen gaan automatisch branden als de motor wordt gestart en blijven aan totdat de sleutel naar “OFF”...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Om het stuur te ontgrendelen DCA11021 DAU49396 Controlelampjes en waarschu- LET OP wingslampjes Gebruik de parkeerstand niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontla- den raken. GEAR A.TEMP ˚C C.TEMP ˚C TIME TRIP 0:06 1.
Pagina 19
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU11031 Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te Controlelampjes OPMERKING controleren. (Zie pagina 3-21 voor uitleg richtingaanwijzers “ ” en “ ” Bij een voldoende hoog olieniveau kan het over de werking van het zelfdiagnosesy- Het bijbehorende controlelampje knippert waarschuwingslampje soms toch knippe- steem.) terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-...
Pagina 20
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed. DAU54261 Probeer in dat geval om de tractieregeling Controlelampje tractieregeling “TCS” Vraag als een van de bovenstaande geval- en de lampjes terug te stellen door de pro- Dit controlelampje knippert wanneer de len zich voordoet zo snel mogelijk een cedures in “Terugstellen”...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Het elektrisch circuit voor het controle- DAU54191 Cruise control lampje kan worden gecontroleerd door de A.TEMP Dit model is uitgerust met cruise control, sleutel naar “ON” te draaien. Het controle- dat een ingestelde kruissnelheid handhaaft. C.TEMP lampje moet enkele seconden oplichten en De cruise control werkt alleen wanneer u...
Pagina 22
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Cruise control activeren en instellen U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho- Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise 1. Druk op de aan-uitschakelaar voor de gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge- control zetten.
Pagina 23
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de (31 mi/h) en 160 km/h (100 mi/h), of in Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid de 4 of 5 versnelling bij snelheden en de cruise control wordt uitgeschakeld machine, kan de werkelijke rijsnelheid tussen ongeveer 50 km/h (31 mi/h) en onder de bovenstaande omstandigheden,...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Het controlelampje “SET” gaat uit en het DAU58233 gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij- Multifunctionele meter controlelampje “ ” gaat knipperen. U dens het rijden kan u afleiden en kunt de cruise control niet gebruiken terwijl vergroot het risico op een ongeval.
Pagina 25
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN een aanduiding voor de ingeschakel- Toerenteller Brandstofniveaumeter de versnelling een rijmodusweergave (die de gese- lecteerde rijmodus aangeeft) een functieweergave (dat de geselec- teerde functie toont) een informatieweergave (dat verschil- lende informatie toont, zoals de kilo- GEAR meterstand) ...
Pagina 26
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Eco-controlelampje Aanduiding ingeschakelde versnelling Deze weergave geeft aan welke rijmodus is geselecteerd: Toermodus “T” of sportmo- dus “S”. Zie pagina 3-22 en 3-24 voor meer informatie over de modi en hoe u deze kunt selecteren.
Pagina 27
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN De volgende pagina’s bevatten uitleg over DCA17931 LET OP de functies voor handvatverwarming, infor- matieweergave en kuipruit. Zie pagina 3-38 Draag handschoenen wanneer u de voor een uitleg over de afstelfuncties voor handvatverwarming gebruikt. veerdemping en voorspanning.
Pagina 28
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Er zijn 3 informatieweergaven. U kunt de Rittellerweergaven: geselecteerde informatieweergave wijzigen GEAR door te drukken op de selectieschakelaar. TRIP-1 De volgende items worden getoond in de informatieweergaven: een kilometertellerweergave rittellerweergaven TRIP-2 een ritteller-brandstofreserveweerga- TRIP-F ...
Pagina 29
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Weergave geschatte actieradius: Omgevingstemperatuurweergave: weergave koelvloeistoftemperatuur geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan- RANGE A.TEMP ˚C kelijk van de weersomstandigheden en de motorbelasting. Als de melding “Hi” knippert, stop de ma- De afstand die u onder de huidige rijom- Dit display toont de omgevingstemperatuur chine dan, stop vervolgens de motor en...
Pagina 30
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer- Weergave gemiddeld brandstofverbruik: OPMERKING gave “MPG” geeft de afstand aan die Na het terugstellen van de weergave van kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal FUEL AVG km/L het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_ 12.3 brandstof.
Pagina 31
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Instelmodus Met deze functie kunt u de Weergave Beschrijving eenheden voor brandstof- Met deze functie kunt u de verbruik schakelen tussen instellingen voor laag, mid- Grip Warmer “L/100km” en “km/L”. del en hoog tot 10 tempe- Alleen Verenigd Konink- ratuurniveaus instellen.
Pagina 32
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Gebruik de selectieschakelaar om het temperatuurniveau in te stellen en MENU Grip Warmer druk vervolgens op de menuschake- Grip Warmer Hi g h laar “MENU”. “High” gaat knipperen. Maintenance Time Trip Middle Unit Grip Warmer Display Hi g h Brightness...
Pagina 33
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN 2. Druk op de menuschakelaar “MENU” 4. Druk op de menuschakelaar “MENU” en druk vervolgens op de toets “RE- om terug te keren naar het instelmo- MENU SET” om het item te selecteren dat u dusmenu.
Pagina 34
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN 4. Gebruik de selectieschakelaar om “km” of “mile” te selecteren en druk Unit Unit vervolgens op de menuschakelaar “MENU”. km or mile km or mile OPMERKING Wanneer “km” is geselecteerd, kunt u km/L or L/100km km/L or L/100km “L/100km”...
Pagina 35
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN De helderheid van het meterpaneel instel- Display Display-1 1. Gebruik de selectieschakelaar om “Brightness” te markeren. Display-1 Display-2 MENU Display-3 C.TEMP Grip Warmer Maintenance TIME TRIP Time Trip Unit Display 3. Gebruik de selectieschakelaar om het 5.
Pagina 36
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN De klok instellen 5. Gebruik de selectieschakelaar om de 1. Gebruik de selectieschakelaar om minuten in te stellen. All Reset “Clock” te markeren. 6. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo- dusmenu.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Dit model is uitgerust met een zelfdiagno- DAU49432 OPMERKING D-mode (rijmodus) sesysteem voor diverse elektrische circuits. Houd andere startblokkeersleutels uit de D-mode is een elektronisch geregeld mo- Als in een van deze circuits een storing buurt van het contactslot en bewaar niet torprestatiesysteem met twee modusse- wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Sportmodus “S” DAU1234H Rechts Stuurschakelaars Vergeleken met de toermodus biedt deze modus een sportievere motorrespons in Links het lage- en middelhogetoerenbereik. 1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “ ” 2. Rijmodusschakelaar “MODE” 1. Menuschakelaar “MENU” 3. Schakelaar alarmverlichting “ ”...
Pagina 39
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN terug naar de middenstand. Om de rich- DAU12735 DAU54221 Schakelaar alarmverlichting “ ” Selectieschakelaar “ ” tingaanwijzers uit te schakelen wordt de Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” Deze schakelaar wordt gebruikt om selec- schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge- kan deze schakelaar worden gebruikt voor ties te maken in de functieweergave en in-...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU12831 houden. Controleer of het correcte instel- DAU12872 Koppelingshendel Schakelpedaal punt op het stelwiel tegenover het pijlteken op de koppelingshendel staat. De koppelingshendel is voorzien van een sperschakelaar die deel uitmaakt van het startspersysteem. (Zie pagina 3-43.) 1.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU26825 DAU39542 DAU54532 Remhendel Rempedaal De remhendel bevindt zich aan de rechter- Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening zijde van het stuur. Trek de hendel naar de remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge- gasgreep toe om de voorrem te bekrachti- voerd elektronisch regelsysteem dat de gen.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU54271 OPMERKING Tractieregeling Het ABS-systeem voert een zelfdiag- De tractieregeling draagt bij aan het behou- nosetest uit telkens nadat de sleutel den van grip bij het optrekken op gladde op “ON” is gezet en het voertuig rijdt oppervlakken, zoals onverharde of natte met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) wegen.
Pagina 43
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Rijd altijd voorzichtig op oppervlakken De tractieregeling in-/uitschakelen Terugstellen die mogelijk glad kunnen zijn en vermijd De tractieregeling wordt uitgeschakeld in DWA15441 WAARSCHUWING bijzonder gladde oppervlakken. de volgende omstandigheden: Het achterwiel wordt rondgedraaid Zorg dat de machine stilstaat voordat u Als de sleutel naar “ON”...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU13075 DAU13222 Tankdop OPMERKING Brandstof De tankdop kan alleen worden gesloten Controleer of er voldoende brandstof in de met de sleutel in het slot. Bovendien kan de brandstoftank aanwezig is. sleutel niet worden uitgenomen als de tank- DWA10882 WAARSCHUWING dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN terechtkomt, was deze dan af met water DAUB1302 Tankbeluchtingsslang/overloop- en zeep. Als u benzine op uw kleding slang morst, trek dan andere kleding aan. DAU13323 Voorgeschreven brandstof: Uitsluitend normale loodvrije benzi- Inhoud brandstoftank: 1. Vulpijp brandstoftank 25.0 L (6.61 US gal, 5.50 Imp.gal) 2.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU13446 DCA10702 DAU39496 Uitlaatkatalysatoren Zadels LET OP Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa- Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij toren in het uitlaatsysteem. Duozadel gebruik van loodhoudende benzine zal DWA10863 onherstelbare schade worden toege- WAARSCHUWING Verwijderen van het duozadel bracht aan de uitlaatkatalysator.
Pagina 47
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN 2. Installeer het duozadel. OPMERKING Controleer of de zadels stevig zijn ver- grendeld alvorens te gaan rijden. De hoogte van het bestuurderszadel kan worden versteld om de rijpositie aan te passen. (Zie het gedeelte hier- na.) 1.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU39633 De hoogte van het bestuurders- zadel verstellen Het bestuurderszadel kan in twee verschil- lende standen worden gezet, al naar gelang de voorkeur van de bestuurder. Bij aflevering staat het bestuurderszadel in de lage stand. 1.
Pagina 49
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN 6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde 6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde van het bestuurderszadel uit met sleuf van het bestuurderszadel uit met sleuf “H” en druk dan zoals getoond de “L” en druk dan zoals getoond de ach- achterzijde van het zadel omlaag om terzijde van het zadel omlaag om te te vergrendelen.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU40254 Als u documenten of andere voorwerpen in DAU39481 Opbergcompartimenten Accessoirebox een opbergcompartiment plaatst, doe deze Deze machine is voorzien van twee op- De accessoirebox bevindt zich naast het in- dan in een plastic zak zodat ze niet nat wor- bergcompartimenten.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DCA11801 DAU39612 DAU39642 Aanpassen van de koplamp- Stand van het stuur LET OP hoogte Het stuur kan in drie verschillende standen Plaats geen hittegevoelige voorwerpen worden gezet, al naar gelang de voorkeur De koplamp is voorzien van afstelknoppen in de accessoirebox.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU54151 Een ventilatieopening van een stroom- Openen en sluiten van de ventila- lijnpaneel sluiten tieopeningen van de stroomlijn- 1. Verwijder de drukclip. panelen 2. Schuif het ventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel naar voren om de De ventilatieopeningen van de stroomlijn- uitsteeksels uit de bovenste uitsparin- panelen kunnen 20 mm (0.79 in) worden...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU39672 DAU55424 Achteruitkijkspiegels De voor- en achtervering afstel- De achteruitkijkspiegels van dit voertuig kunnen naar voren of naar achteren worden Dit model is uitgerust met een elektronisch ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten verstelbaar veringsysteem.
Pagina 54
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Wanneer u de voorspanningsinstelling • Als het waarschuwingslampje elek- wijzigt, worden ook de veerdempin- tronisch verstelbaar veringsysteem gen van de voor- en achtervering blijft branden, moet u het veringsy- overeenkomstig aangepast. steem laten controleren door een “Veerdemping”...
Pagina 55
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN GEAR GEAR GEAR GEAR 1. Alleen bestuurder Als de machine gaat rijden, gaat het Tijdens het afstellen van de voorspanning 2. Bestuurder met bagage kan de informatieweergave als volgt wijzi- volgende pictogram voor de voor- 3.
Pagina 56
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Als u de voorspanning herhaaldelijk demping nauwkeurig wilt afstellen, kunt u Zorg dat de voorspanning juist is ingesteld afstelt, gaat het pictogram voor de elke veerdempingsinstelling instellen op 7 voordat u de veerdemping gaat afstellen. voorspanningsinstelling 4 maal knip- verschillende niveaus.
Pagina 57
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DWA16421 OPMERKING WAARSCHUWING GEAR U kunt de veerdempingsinstelling instellen De achterschokdemperunit is gevuld op 7 niveaus (+3, +2, +1, 0, –1, –2 en –3). met stikstofgas onder hoge druk. Lees “+3” is het hardste niveau en “–3” is het de onderstaande informatie zorgvuldig zachtste niveau.
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU15306 regelmatig en laat het repareren door DAU54491 Zijstandaard Startspersysteem een Yamaha dealer als de werking niet De zijstandaard bevindt zich aan de linker- Het startspersysteem (waarvan de zijstan- naar behoren is. zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- daardschakelaar, koppelingshen- daard met uw voet omhoog of omlaag...
Pagina 59
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN WAARSCHUWING Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. ● Bij deze inspectie moet de machine op de 2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan. middenbok worden gezet. 3. Draai de sleutel naar aan. ●...
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU39656 Gebruiken van het gelijkstroom aansluit- Gelijkstroom aansluitcontact contact voor accessoires voor accessoires 1. Open het deksel van de accessoire- DWA14361 box. (Zie pagina 3-35.) WAARSCHUWING 2. Draai de sleutel naar “OFF”. 3. Verwijder het deksel van het aansluit- Om een elektrische schok of kortsluiting contact.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN DAU15598 Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce- dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding. DWA11152 WAARSCHUWING Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade.
Pagina 62
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. Voorrem •...
Pagina 63
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA • Controleer op schade. • Controleer de conditie van de band en de profieldiepte. Wielen en banden 6-20, 6-22 • Controleer de bandspanning. • Corrigeer indien nodig. • Controleer of de werking soepel is. Rem- en schakelpedalen 6-27 •...
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15952 DAU48712 DAU58240 Starten van de motor Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig Door het startspersysteem is starten alleen OPMERKING door om u vertrouwd te maken met alle be- mogelijk als aan een van de volgende voor- Dit model is uitgerust met: dieningselementen.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DCA11834 3. Start de motor door te drukken op DAU16673 Schakelen LET OP de “ ”-zijde van de startschake- laar/noodstopschakelaar. Als een waarschuwings- of controle- Als de motor niet wil starten, laat dan lampje niet gaat branden wanneer de de startschakelaar/noodstopschake- sleutel naar “ON”...
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DCA10261 DAU16811 DAU16842 Tips voor een zuinig brandstof- Inrijperiode LET OP verbruik De belangrijkste periode in de levensduur Rijd niet lange tijd met afgezette van het motorblok is de tijd tussen 0 en Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk motor, ook niet met de versnel- 1600 km (1000 mi).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 1600 km (1000 mi) en verder DAU17214 Parkeren De machine kan nu normaal worden ge- Zet om te parkeren de motor af en neem bruikt. dan de sleutel uit het contactslot. DCA10311 LET OP DWA10312 WAARSCHUWING ...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17245 DWA15123 DAU17303 WAARSCHUWING Door periodiek inspecties, afstellingen en Emissiecontroles zorgen niet alleen voor Zet voor het uitvoeren van onderhoud de smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer motor af tenzij anders aangegeven. ervoor dat uw machine in zo veilig en effi- belangrijk voor een juiste werking van de ...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17362 Boordgereedschapsset OPMERKING Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- richten als u niet beschikt over het gereed- schap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn. 1. Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on- der het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-31.) De onderhoudsinformatie in deze handlei- ding en het gereedschap in de boordge-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU46862 OPMERKING De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds- beurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht. Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi). ...
Pagina 71
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDERHOUDS- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km BEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de slang op √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU1770K Algemeen smeer- en onderhoudsschema KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDERHOUDS- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km BEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) √ √...
Pagina 73
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDERHOUDS- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km BEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op slijtage en bescha- digingen.
Pagina 74
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDERHOUDS- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km BEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Zijstandaardscha- √ √ √ √ √ √...
Pagina 75
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDERHOUDS- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km BEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer de werking. • Controleer de vrije slag van de √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18773 Panelen verwijderen en aanbren- Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven, moeten de afgebeel- de panelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf telkens door om een paneel te verwijderen of aan te brengen. 1.
Pagina 77
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 3. Haal de sleuf aan de voorzijde van het paneel los van het uitsteeksel op het voorste stroomlijnpaneel, en verwijder vervolgens het paneel zoals getoond. 1. Sleuf 1. Zekering 2. Uitsteeksel 2. Breng de bouten en de drukclips aan. Panelen B en C 1.
Pagina 78
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN neel dan naar voren om het aan de 2. Breng de zadels aan. achterzijde los te maken zoals ge- toond. 1. Paneel B 2. Snelsluitschroef 3. Bout 1. Paneel B Aanbrengen van een paneel 1. Plaats het paneel in de oorspronkelij- ke positie en breng dan de bouten en snelsluitschroeven aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU19653 Voordat een bougie wordt aangebracht verder te draaien. De bougie moet echter Controleren van de bougies moet de elektrodenafstand met een draad- zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo- Bougies vormen belangrijke onderdelen voelmaat worden gemeten; breng indien ment worden aangedraaid.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU19887 Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon worden vervangen volgens de intervalperi- oden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Om het motorolieniveau te controleren 1.
Pagina 81
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanbevolen motorolie: OPMERKING Zie pagina 8-1. De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel Oliehoeveelheid: leveren. Zonder vervanging van oliefilterpa- troon: 6. Smeer een dun laagje schone motor- 3.80 L (4.02 US qt, 3.34 Imp.qt) olie op de O-ring van de nieuwe oliefil- Met vervanging van oliefilterpa- terpatroon.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 10. Start de motor, laat deze een paar mi- DAU20017 Cardanolie OPMERKING nuten stationair draaien en controleer Het olieniveau moet bij de rand van de vul- Vóór elke rit moet het cardanhuis worden daarbij op olielekkage. Als er sprake is opening staan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 4. Monteer de aftapplug van de cardan- DAU20071 Aanhaalmoment: Koelvloeistof olie met de nieuwe pakking en zet de Vulplug cardanolie: Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau plug vast met het voorgeschreven 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf) worden gecontroleerd.
Pagina 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Inhoud koelvloeistofreservoir (tot OPMERKING aan de merkstreep voor maximum- Het koelvloeistofniveau moet tussen de niveau): merkstrepen voor minimum- en maximum- 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt) niveau staan. 6. Monteer het paneel. DAU33032 De koelvloeistof verversen De koelvloeistof moet volgens de interval- perioden vermeld in het periodieke smeer- 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU20474 lucht zoals afgebeeld. Vervang het Luchtfilterelement reinigen luchtfilterelement als dit beschadigd Het luchtfilterelement moet worden gerei- nigd of vervangen volgens de intervalperio- den vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Reinig (of vervang) het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU44735 DAU21385 Stationair toerental controleren De vrije slag van de gasgreep Controleer het stationair toerental en laat controleren het indien nodig door een Yamaha dealer bijstellen. Stationair toerental: 1000–1100 tpm 1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang 8. Monteer de luchtinlaatkap door de schroef en de snelsluitschroeven aan 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21402 DAU2177A Bandenspanning (gemeten op kou- Klepspeling Banden de banden): De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af- Banden zijn het enige contact tussen de Belading tot 90 kg (198 lb): wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver- machine en het wegdek. Veiligheid onder Voor: houding veranderen...
Pagina 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Inspectie van banden Bandeninformatie OPMERKING De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is voor diverse landen verschillend. Neem al- tijd de lokale voorschriften in acht. DWA10472 WAARSCHUWING Laat sterk versleten banden door een Yamaha dealer vervangen. Rij- den op een machine met versleten banden is niet alleen verboden, 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN weggedrag van de machine veran- DWA10601 DAU21963 Gietwielen WAARSCHUWING deren, wat kan leiden tot een onge- Let ten aanzien van de voorgeschreven val. Deze motorfiets is uitgerust met specia- wielen op het volgende voor een optimale ...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22074 DAU37914 remwerking, waardoor u de macht over Koppelingshendel Vrije slag van remhendel contro- het stuur zou kunnen verliezen met een Omdat dit model is uitgerust met een hy- leren ongeluk als gevolg. draulische koppelingsbediening, hoeft de vrije slag van de koppelingshendel niet te worden afgesteld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22283 DAU22393 dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver- Remlichtschakelaars Controleren van voor- en achter- dwenen, vraag dan een Yamaha dealer de Het remlicht, dat wordt geactiveerd door remblokken remblokken als set te vervangen. het rempedaal en de remhendel, moet op- De remblokken in de voor- en achterrem lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU40272 Achterrem Aanbevolen rem- en koppelings- Niveaus van rem- en koppelings- vloeistof: vloeistof controleren DOT 4 remvloeistof Controleer alvorens te gaan rijden of de rem- en koppelingsvloeistof zich boven de DWA16031 merkstreep voor het minimumniveau bevin- WAARSCHUWING den.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Pas op en zorg dat tijdens bijvullen koppelingssysteem op lekkage. Als het DAU22754 Rem- en koppelingsvloeistof ver- geen water of stof het reservoir rem- of koppelingsvloeistofniveau plotse- versen voor rem- of koppelingsvloeistof ling sterk daalt, moet u een controle laten Vraag een Yamaha dealer de rem- en de kan binnendringen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23098 DAU23115 DAU44275 Kabels controleren en smeren Controleren en smeren van gas- Rem- en schakelpedalen contro- De werking van alle bedieningskabels en greep en gaskabel leren en smeren de conditie van alle kabels moet vooraf- De werking van de gasgreep hoort vooraf- De werking van het rem- en het schakelpe- gaand aan elke rit worden gecontroleerd en gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU43602 Aanbevolen smeermiddel: Aanbevolen smeermiddel: Rem- en koppelingshendels con- Lithiumvet Siliconenvet troleren en smeren De werking van de rem- en de koppelings- hendel moet voorafgaand aan elke rit wor- gecontroleerd hendelscharnierpunten moeten indien no- dig worden gesmeerd. Remhendel Koppelingshendel 6-28...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23215 DAU23252 Aanbevolen smeermiddel: Middenbok en zijstandaard con- Smeren van de achterwielophan- Lithiumvet troleren en smeren ging De werking van de middenbok en de zij- De scharnierpunten in de achterwielophan- standaard moet voorafgaand aan elke rit ging moeten worden gesmeerd door een worden gecontroleerd en de scharnierpun- Yamaha dealer volgens de intervalperioden...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM1653 DAU23273 Achterbrugscharnierpunten Voorvork controleren smeren De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd vol- gens de intervalperioden vermeld in het pe- riodieke smeer- en onderhoudsschema. Om de conditie te controleren Controleer de binnenste vorkbuizen op krassen, beschadigingen en overmatige olielekkage.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU45512 DAU23292 DAU39526 Stuursysteem controleren Controleren van wiellagers Accu Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy- steem moet als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN ogen altijd bij werkzaamheden na- DCA16522 4. Controleer na installatie of de accuka- LET OP bij accu’s. Voer als volgt EERSTE bels correct zijn aangesloten op de HULP uit als er lichamelijk contact accupolen. Voor het opladen van een VRLA (Valve is geweest met elektrolyt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU54513 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en Zekeringen vervangen 12 13 schakel het betreffende elektrische De zekeringenkastjes en afzonderlijke ze- circuit uit. keringen bevinden zich onder paneel A. (Zie 2. Verwijder de doorgebrande zekering pagina 6-9.) en breng een nieuwe zekering met de 16 15 voorgeschreven ampèrewaarde aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU40362 Voorgeschreven zekeringen: Circuitzekering aansluitcontact voor Koplampgloeilamp Hoofdzekering 1: accessoires: Als een koplampgloeilamp niet gaat bran- 50.0 A 3.0 A den, vraag dan een Yamaha dealer het Hoofdzekering 2: Zekering kuipruitmotor: elektrisch circuit te testen of vervang de 30.0 A 20.0 A gloeilamp.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU54501 DAU54241 DAU27005 Parkeerlicht Voorste richtingaanwijzer Vervangen van een richtingaan- Dit model heeft voorste richtingaanwijzers wijzergloeilamp achter of gloei- van het LED-type. lamp in remlicht/achterlicht Als een voorste richtingaanwijzer niet 1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina werkt, laat dan een controle uitvoeren door 3-31.) een Yamaha dealer.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 5. Breng de lampfitting aan (samen met DAU24314 Gloeilamp in kentekenverlichting de gloeilamp) door deze rechtsom te vervangen draaien. 1. Verwijder de lampeenheid voor kente- 6. Installeer het duozadel. kenverlichting door de schroeven los te draaien. 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU25872 DWA15142 Problemen oplossen WAARSCHUWING Yamaha motorfietsen ondergaan een gron- Rook niet tijdens het controleren van het dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek brandstofsysteem en let erop dat er op transport gaan, maar tijdens gebruik geen open vuur of vonken in de omge- kunnen toch storingen optreden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU42505 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor 1. Brandstof Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de accu. Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. De motor start niet. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij. Controleer de accu.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Oververhitte motor DWAT1041 WAARSCHUWING Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld. ...
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU37834 DAU54671 Reinigen Matkleur, let op Verzorging DCA10773 LET OP De open constructie van een motorfiets DCA15193 LET OP maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, Vermijd het gebruik van sterke en maar de machine is hierdoor ook kwets- Sommige modellen zijn uitgerust met bijtende wielreinigingsmiddelen,...
Pagina 108
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Gebruik geen bijtende chemische geen sporen achterblijven op de 1. Reinig de motorfiets met koud water reinigingsmiddelen op kunststof kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver- en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik delen.
Pagina 109
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Controleer of er geen olie of was op Na reiniging koplamp gedurende een korte periode 1. Droog de motorfiets met een zeemle- de remmen of banden zit. zal helpen bij de verwijdering van het ...
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26244 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta- 4. Smeer alle bedieningskabels Stalling bilisatoradditief (indien verkrijgbaar) scharnierpunten van alle hendels en toe om roestvorming in de tank en pedalen en van de zijstandaard/mid- Korte termijn achteruitgang van de brandstof te denbok.
SPECIFICATIES Afmetingen: Motorolie: Hoeveelheid koelvloeistof: Totale lengte: Aanbevolen merk: Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep 2230 mm (87.8 in) YAMALUBE voor maximumniveau): Totale breedte: Type: 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt) 750 mm (29.5 in) SAE 10W-40, 10W-50, 15W-40, 20W-40 of Radiator (inclusief alle leidingen): Totale hoogte: 20W-50...
Pagina 112
SPECIFICATIES Secundaire reductieverhouding: Maat: Achterwiel: 2.698 (35/37 x 21/27 x 33/9) 180/55 ZR17M/C (73W) Type wiel: Type versnellingbak: Fabrikant/model: Gietwiel Constant mesh, 5 versnellingen BRIDGESTONE/BT023R E Velgmaat: Bediening: Belading: 17M/C x MT5.50 Bediening met linkervoet Maximale belasting: Gekoppeld remsysteem: Overbrengingsverhoudingen: 212 kg (467 lb) Bediening: (Totaal gewicht van bestuurder, passagier,...
Pagina 113
SPECIFICATIES Veerweg: Controlelampje grootlicht: Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2 125 mm (4.9 in) Elektrische installatie: Waarschuwingslampje olieniveau: Circuitzekering alarmverlichtingssysteem: 7.5 A Ontstekingssysteem: Controlelampje richtingaanwijzers: Zekering brandstofinjectiesysteem: Transistorontsteking 15.0 A Laadsysteem: Waarschuwingslampje motorstoring: Zekering ABS-regeleenheid: Wisselstroomdynamo met permanente 7.5 A magneten ABS-waarschuwingslampje: Zekering ABS-motor:...
GEBRUIKERSINFORMATIE DAU53562 DAU26401 DAU26441 Identificatienummers Voertuigidentificatienummer Serienummer motorblok Noteer het voertuigidentificatienummer, het serienummer van het motorblok en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze identificatie- nummers zijn nodig voor de kentekenregi- stratie van het voertuig in uw land en voor het bestellen van reserveonderdelen bij een Yamaha dealer.
Pagina 115
GEBRUIKERSINFORMATIE De modelinformatiesticker is onder het duozadel bevestigd aan het frame. (Zie pa- gina 3-31.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onder- delen te bestellen bij een Yamaha dealer.