Inhoudsopgave
Advertenties
Functies van instrumenten en bedieningselementen
lampje "
" en het waarschuwingslampje
1
"
" branden.
De TCS-weergave (pagina 3-8) geeft de
2
huidige TCS-instelling aan. Er zijn drie in-
stellingen.
3
TCS "OFF"
In de modus TCS "OFF" is de tractierege-
ling uitgeschakeld.
4
TCS "1"
5
In de modus TCS "1" wordt de ondersteu-
ning van de tractieregeling geminimali-
seerd.
6
TCS "2"
7
In de modus TCS "2" wordt de ondersteu-
ning van de tractieregeling gemaximali-
seerd en wordt de wielslip het meest
8
geregeld.
OPMERKING
9
Gebruik de schakelaar tractieregeling
(pagina 3-13) om de TCS-instellingen
10
te wijzigen.
De tractieregeling kan alleen worden
in- of uitgeschakeld wanneer de ma-
11
chine stilstaat.
Wanneer de sleutel naar "ON" wordt
12
gedraaid, wordt de tractieregeling in-
geschakeld en ingesteld op TCS "1" of
"2" (welke het laatst was geselec-
teerd).
Als de machine vast is komen te zitten
in modder, zand of een ander zacht
oppervlak, schakel dan de tractierege-
ling uit om het vrijmaken van het ach-
terwiel te vergemakkelijken.
LET OP
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
banden. (Zie pagina 6-16.) Bij gebruik
van banden met een andere maat zal de
tractieregeling de wielrotatie niet nauw-
keurig kunnen regelen.
De tractieregeling terugstellen
De tractieregeling wordt automatisch uitge-
schakeld wanneer:
het voor- of achterwiel van de grond
komt tijdens het rijden.
tijdens het rijden overmatige wielslip
van het achterwiel wordt gedetec-
teerd.
een van de wielen wordt rondgedraaid
terwijl de sleutel op "ON" staat (zoals
bij het uitvoeren van onderhoud).
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaan zowel het controlelampje "
waarschuwingslampje "
" branden.
Probeer als dit gebeurt het systeem als
3-17
volgt terug te stellen.
1. Stop de machine en draai de sleutel
naar "OFF".
2. Wacht enkele seconden en draai de
sleutel dan terug naar "ON".
3. Het controlelampje "
gaan en het systeem dient te worden
ingeschakeld.
DCA16801
OPMERKING
Als het controlelampje "
stellen blijft branden, kan nog steeds met de
machine worden gereden; laat de machine
echter zo snel mogelijk nakijken door uw
Yamaha dealer.
4. Laat een Yamaha dealer het voertuig
nakijken en het controlelampje "
uitschakelen.
" als het
" dient uit te
" na het terug-
"
Advertenties
Inhoudsopgave
