Functies van instrumenten en bedieningselementen
1
Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
2
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
3
1
4
5
3
4
6
7
1. Remhendel
2. Afstand tussen remhendel en gasgreep
8
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Referentiemerkteken
9
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
10
greep af te stellen, trekt u de remhendel iets
van de gasgreep af en draait u het stelwiel.
11
Zorg dat het nummer van de instelling op
het stelwiel is uitgelijnd met het merkteken
op de remhendel.
12
DAU26826
Rempedaal
2
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU12944
ABS
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
1
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendel of het rempedaal. Ga
in dat geval door met remmen en laat het
ABS-systeem het werk doen. Ga niet "pom-
pend" remmen, dit vermindert de remeffec-
tiviteit.
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
3-15
WAARSCHUWING
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder
ABS-systeem.
DAU63040
DWA16051