INLEIDING DAU10102 Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de XJ6SA profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw XJ6SA.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10133 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ....1-1 Zijstandaard ......... 3-20 Afstellen van het stationair Startspersysteem ......3-20 toerental ........6-18 BESCHRIJVING ........2-1 De vrije slag van de gasgreep Aanzicht linkerzijde......2-1 VOOR UW VEILIGHEID – controleren ....... 6-19 Aanzicht rechterzijde .......2-2 CONTROLES VOOR HET Klepspeling ........6-19 Bedieningen en instrumenten..2-3 RIJDEN ..........
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE Voorvork controleren ....6-32 Stuursysteem controleren ....6-32 Controleren van wiellagers ...6-33 Accu ..........6-33 Zekeringen vervangen ....6-34 Koplampgloeilamp vervangen ..6-36 Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen .........6-37 Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen .........6-37 Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen .........6-38 Parkeerlichtgloeilamp ....6-39 Problemen oplossen .....6-39 Storingzoekschema’s ....6-40 VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ......7-1 Matkleur, let op .......7-1...
VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU1028A meerd instructeur. Neem contact op • Wees extra voorzichtig bij het nade- met een bevoegde motorfietsdealer ren en passeren van kruisingen, voor informatie over rijlessen bij u in de daar doen ongelukken met motor- Wees een verantwoordelijke eigenaar buurt.
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● • We raden aan om het motorrijden te handen vast te houden en beide Draag nooit loszittende kleding, deze oefenen op plekken waar geen ver- voeten op de passagiersvoetsteu- kan blijven haken aan bedienings- keer is, totdat u grondig bekend nen te houden.
Pagina 10
VEILIGHEIDSINFORMATIE ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk, Het totale gewicht van de bestuurder, pas- • Bevestig nooit omvangrijke of zware ga naar de open lucht en ROEP MEDI- sagier, accessoires en bagage mag de goederen aan het stuur, de voor- SCHE HULP IN.
Pagina 11
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● In de handel verkrijgbare onderdelen, vermindert, de veerweg, de stuuruit- Wees voorzichtig bij het aanbrengen accessoires en aanpassingssets slag of de bediening niet beperkt en van elektrische accessoires. Als elek- Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die geen lampen of reflectors afdekt. trische accessoires de capaciteit van qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori- •...
Pagina 12
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● Zorg dat het voorwiel recht naar voren wijst op de aanhanger of de laadvloer en zet het wiel vast in een goot om be- weging te voorkomen. ● Schakel een versnelling in (bij model- len met een handgeschakelde ver- snellingsbak).
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10977 De sleutel met het rode bovendeel wordt daardsleutels te gebruiken en de Startblokkeersysteem gebruikt om de twee standaardsleutels te codeersleutel op een veilige plek te coderen. Het wijzigen van de codes is een bewaren. ●...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10472 parkeerlicht gaan branden en de motor kan Om het stuur te vergrendelen Contactslot/stuurslot worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. OPMERKING De koplamp gaat automatisch branden als de motor wordt gestart en blijft aan totdat de sleutel naar “OFF”...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Om het stuur te ontgrendelen DCA11020 DAU49392 Controle- en waarschuwings- LET OP lampjes Gebruik de parkeerstand niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontla- 3 4 5 den raken. 1. Drukken. 2. Draaien. 1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”...
Pagina 19
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● DAU11060 Dit model is ook uitgerust met een zelf- DCA10021 Vrijstandcontrolelampje “ ” LET OP diagnosesysteem voor het circuit van Dit controlelampje brandt terwijl de versnel- het waarschuwingslampje olieniveau. Laat de motor niet draaien terwijl deze lingsbak in de vrijstand staat.
Pagina 20
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Weergave Condities Wat te doen Onder 39 °C De aanduiding “Lo” wordt OK. U kunt rijden. (Onder 103 °F) getoond. 40–116 °C Koelvloeistoftemperatuur OK. U kunt rijden. (104–242 °F) wordt getoond. Breng de machine tot stilstand en laat Koelvloeistoftemperatuur de motor stationair draaien tot de koel- 117–134 °C...
Pagina 21
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● DAU11534 gaat branden of knipperen tijdens het Waarschuwingslampje OPMERKING rijden motorstoring “ ” Als de startknop wordt ingedrukt terwijl de ● niet uitgaat wanneer met een snelheid Dit waarschuwingslampje gaat branden of motor draait gaat het ABS-waarschuwings- van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt knipperen wanneer er een probleem wordt lampje branden, maar dit duidt niet op een...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU46765 De multifunctionele meter biedt de volgen- Toerenteller Multifunctionele meter de voorzieningen: ● een snelheidsmeter ● een toerenteller ● een kilometerteller ● twee rittellers (die de afgelegde af- stand aangeven sinds de tellers het laatst werden teruggesteld op nul) ●...
Pagina 23
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Klok 5. Druk op de “RESET”-toets om de mi- wordt door het indrukken van de toets “SE- nuten in te stellen. LECT” in de onderstaande volgorde gewis- 6. Druk op de “SELECT”-toets en laat seld tussen de diverse weergaven van deze dan los om de klok te starten.
Pagina 24
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN De brandstofniveaumeter geeft aan hoe- Weergave koelvloeistoftemperatuur Zelfdiagnosesysteem veel brandstof in de tank aanwezig is. De displaysegmenten van de brandstofniveau- meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar- mate het brandstofniveau verder daalt. Als het laatste segment links begint te knippe- ren, ga dan zo snel mogelijk tanken.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA11590 DAU1234B OPMERKING Stuurschakelaars LET OP Als het display foutcode 52 weergeeft, be- Wanneer het display een foutcode aan- Links treft dit mogelijk een storing in het transpon- geeft, moet de machine zo spoedig mo- dersignaal.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12350 DAU12711 DAU12820 Lichtsignaalschakelaar “ ” Startknop “ ” Koppelingshendel Druk deze schakelaar in om de koplamp Druk deze knop in om via de startmotor de een lichtsignaal te laten afgeven. motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12871 DAU26824 DAU12941 Schakelpedaal Remhendel Rempedaal De remhendel bevindt zich aan de rechter- zijde van het stuur. Trek de hendel naar de gasgreep toe om de voorrem te bekrachti- gen. 1. Schakelpedaal 1. Rempedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin- Het rempedaal bevindt zich aan de rechter- kerzijde van de motor en wordt in combina- zijde van de motorfiets.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU51670 OPMERKING ● Het ABS-systeem voert een zelfdia- Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening gnosetest uit telkens nadat de sleutel remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge- op “ON” is gezet en het voertuig rijdt voerd elektronisch regelsysteem dat de met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) voorrem en achterrem onafhankelijk aan- of hoger.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13074 DAU13221 Tankdop OPMERKING Brandstof De tankdop kan alleen worden gesloten met Controleer of er voldoende brandstof in de de sleutel in het slot. Bovendien kan de brandstoftank aanwezig is. sleutel niet worden uitgenomen als de DWA10881 WAARSCHUWING tankdop niet correct gesloten en vergren-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN terechtkomt, was deze dan af met water DAU51190 Tankbeluchtingsslang en over- en zeep. Als u benzine op uw kleding loopslang morst, trek dan andere kleding aan. DAU13322 Voorgeschreven brandstof: Uitsluitend normale loodvrije benzi- Inhoud brandstoftank: 1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13433 DCA10701 DAU32980 Uitlaatkatalysator Zadel LET OP Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly- Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij sator. Verwijderen van het zadel gebruik van loodhoudende benzine zal DWA10862 1. Steek de sleutel in het zadelslot en onherstelbare schade worden toege- WAARSCHUWING draai linksom.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU46751 Helmbevestiging 1. Uitsteeksel 1. Helm 2. Zadelbevestiging 2. Helmborgkabel 1. Helmbevestiging 3. Helmbevestiging 2. Druk het zadel aan de achterzijde om- 2. Boordgereedschapsset laag om te vergrendelen. 3. Plaats de helm aan de rechterzijde van 3.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14453 DAU46831 DAU47260 Opbergcompartiment Stand van het stuur Achteruitkijkspiegels Het stuur kan in twee verschillende standen De achteruitkijkspiegels van dit voertuig worden gezet, al naar gelang de voorkeur kunnen naar voren worden geklapt om het van de bestuurder.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● DAU47000 Stel de schokdemperunit niet bloot Schokdemperunit afstellen aan open vuur of een andere hitte- Deze schokdemper is uitgerust met een bron. Hierdoor kan de gasdruk zo stelring voor veervoorspanning. hoog oplopen dat de unit explo- DCA10101 deert.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU15305 laat het repareren door een Yamaha DAU44902 Zijstandaard Startspersysteem dealer als de werking niet naar behoren De zijstandaard bevindt zich aan de linker- Het startspersysteem (waarvan de zijstan- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- daardschakelaar, koppelingshendel- daard met uw voet omhoog of omlaag...
Pagina 36
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN WAARSCHUWING Met de motor uit: ● 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. Bij deze inspectie moet de machine op de 2. De motorstopknop moet in de stand “ ” staan. middenbok worden gezet. 3. Draai de sleutel naar aan. ●...
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN DAU15596 Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding. DWA11151 WAARSCHUWING Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade.
Pagina 38
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy- draulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. Achterrem •...
Pagina 39
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA • Controleer of de werking soepel is. Middenbok, zijstandaard 6-31 • Smeer indien nodig de scharnierpunten. • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet. Framebevestigingen — •...
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15951 DAU47150 DAU54581 Starten van de motor Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig Door het startspersysteem is starten alleen OPMERKING door om u vertrouwd te maken met alle be- mogelijk als aan een van de volgende voor- Dit model is uitgerust met: dieningselementen.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE wings- of controlelampje niet uitgaat, zie lijk duren om de accu te sparen. Laat DAU16671 Schakelen dan pagina 3-3 voor een controle van het de startmotor nooit langer dan 10 se- circuit van het betreffende waarschu- conden achtereen draaien.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DCA10260 DAU16810 DAU16841 Tips voor een zuinig brandstof- Inrijperiode LET OP verbruik De belangrijkste periode in de levensduur ● Rijd niet lange tijd met afgezette van het motorblok is de tijd tussen 0 en Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk motor, ook niet met de versnellings- 1600 km (1000 mi).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DCA10310 DAU17213 Parkeren LET OP Zet om te parkeren de motor af en neem ● Voer het toerental niet zover op dat dan de sleutel uit het contactslot. de toerenteller in de rode zone wijst. DWA10311 ●...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17244 DWA15122 DAU17302 WAARSCHUWING Door periodiek inspecties, afstellingen en Emissiecontroles zorgen niet alleen voor Zet voor het uitvoeren van onderhoud de smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er- een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer motor af tenzij anders aangegeven.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU39691 Boordgereedschapsset OPMERKING Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- richten als u niet beschikt over het gereed- schap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn. 1. Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich aan de onderkant van het zadel. (Zie pagina 3-16.) De onderhoudsinformatie in deze handlei- ding en het gereedschap in de boordge-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU46861 OPMERKING ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht. ● Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi). ●...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU1770F Algemeen smeer- en onderhoudsschema KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) √ Luchtfilterelement •...
Pagina 48
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op speling of bescha- √...
Pagina 49
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Zijstandaardscha- √ √ √ √ √ √...
Pagina 50
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18680 OPMERKING ● Luchtfilter • Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha- digen. • Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt. ●...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18712 Stroomlijn- en framepanelen ver- wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaamheden beschreven in dit hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom- lijn- en framepanelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf door wanneer een stroomlijn- of framepaneel moet worden verwijderd of aangebracht.
Pagina 52
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanbrengen van het stroomlijnpaneel Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron- kelijke positie en breng dan de schroeven aan. DAU47582 Stroomlijnpanelen B en C Verwijderen van een stroomlijnpaneel 1. Verwijder paneel B (bij het verwijderen van stroomlijnpaneel B) of paneel C 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU19642 Voordat een bougie wordt aangebracht Controleren van de bougies moet de elektrodenafstand met een draad- Bougies vormen belangrijke onderdelen voelmaat worden gemeten; breng indien van de motor die periodiek moeten worden nodig de elektrodenafstand op specificatie. gecontroleerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN verder te draaien. De bougie moet echter zo DAU47551 Motorolie en oliefilterpatroon snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo- Vóór iedere rit moet het motorolieniveau ment worden aangedraaid. worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon wor- den vervangen volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onder- houdsschema.
Pagina 55
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 6. Steek de peilstok in en draai deze vast OPMERKING en installeer dan de olievuldop en Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa- draai vast. troon niet wordt vervangen. Om de motorolie te verversen (met of 5.
Pagina 56
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DCA11620 DCA10401 Aanhaalmoment: LET OP LET OP Oliefilterpatroon: ● 17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf) Om het slippen van de koppeling te Zet de motor direct af als het waarschu- voorkomen (de motorolie smeert wingslampje olieniveau knippert of blijft 8.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU20070 Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau worden gecontroleerd. Ook moet de koel- vloeistof worden ververst volgens de inter- valperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. DAU47560 Controleren van het koelvloeistofniveau 1. Zet de machine op de middenbok. 1.
Pagina 58
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN vorst en corrosie. Als er water aan 2. Verwijder de stroomlijnpanelen A en de koelvloeistof is toegevoegd, laat C. (Zie pagina 6-8.) dan een Yamaha dealer zo snel mo- 3. Schuif een opvangbak onder de motor gelijk het antivriesgehalte van de om de gebruikte koelvloeistof op te koelvloeistof controleren om te...
Pagina 59
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 7. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af 11. Monteer het koelvloeistofreservoir en koelvloeistof bij tot het niveau bovenin door het reservoir om te keren. het deksel door ze in de oorspronkelij- de koelvloeistofradiator staat en breng 8.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU32887 Het luchtfilterelement vervangen Het luchtfilterelement moet worden vervan- gen volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudssche- ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt. 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-16.) 2.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN luchtfilterelement uitgenomen, DAU34301 Afstellen van het stationair toe- hierdoor kunnen de zuiger(s) en/of rental cilinder(s) overmatig versleten ra- Het stationair toerental moet als volgt wor- ken. [DCA10481] den gecontroleerd en eventueel afgesteld 7. Monteer het luchtfilterdeksel door de volgens de intervalperioden vermeld in het schroeven aan te brengen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21384 DAU21401 OPMERKING De vrije slag van de gasgreep Klepspeling Als het voorgeschreven stationair toerental controleren De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af- niet haalbaar is volgens de hierboven be- wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver- schreven werkwijze, vraag houding veranderen...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21776 Inspectie van banden Bandenspanning (gemeten op kou- Banden de banden): Banden zijn het enige contact tussen de 0–90 kg (0–198 lb): machine en het wegdek. Veiligheid onder Voor: alle rijomstandigheden hangt af van een re- 225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi) latief klein contactoppervlak met het weg- Achter:...
2. Bandventielbuis fect op de rijstabiliteit, waardoor u vermelde banden voor dit model goedge- 3. Bandventieldop met afdichting de macht over het stuur zou kunnen keurd door Yamaha Motor Co., Ltd. verliezen. Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen ● Voorband: De vervanging van onderdelen van en tubeless banden met bandventielen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DWA10600 DAU21962 DAU47590 Gietwielen Vrije slag van koppelingshendel WAARSCHUWING Let ten aanzien van de voorgeschreven afstellen Deze motorfiets is uitgerust met speciale wielen op het volgende voor een optimale banden die geschikt voor zeer hoge rij- prestatie, levensduur en veilige werking van snelheden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 5. Draai de borgmoer aan. DAU37913 OPMERKING Vrije slag van remhendel contro- 6. Breng het stroomlijnpaneel aan. Ga als volgt te werk als op de hierboven be- leren schreven werkwijze de voorgeschreven vrije slag van de koppelingshendel niet wordt gehaald.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN remwerking, waardoor u de macht over DAU36503 DAU22392 Remlichtschakelaars Controleren van voor- en achter- het stuur zou kunnen verliezen met een Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het remblokken ongeluk als gevolg. rempedaal en de remhendel, moet oplich- De remblokken in de voor- en achterrem ten nét voordat de remmen aangrijpen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU46291 DAU43112 Achterrem Remblokken achterrem Controleren van remvloeistofni- veau Controleer alvorens te gaan rijden of de remvloeistof boven de merkstreep voor mi- nimumniveau staat. Meet het remvloeistof- niveau en let erop dat de bovenzijde van het reservoir horizontaal staat.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN ● Reinig de reservoirdop alvorens Naarmate de remblokken afslijten, zal het DAU22732 Remvloeistof verversen deze te verwijderen. Gebruik uitslui- remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen. Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof tend DOT 4 remvloeistof uit een on- Een laag remvloeistofniveau kan duiden op te verversen volgens de intervalperioden aangebroken verpakking.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22760 DAU53950 Spanning aandrijfketting Om de spanning van de aandrijfketting OPMERKING af te stellen Gebruik de uitlijnmerktekens op de aandrijf- De spanning van de aandrijfketting moet Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u kettingspanners om beide kettingspanners voorafgaand aan elke rit worden gecontro- de spanning van de aandrijfketting afstelt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23025 aandrijfketting, deze kunnen stof- Aandrijfketting reinigen en sme- fen bevatten die de O-ringen kun- nen beschadigen. [DCA11111] De aandrijfketting moet worden gereinigd en gesmeerd volgens de intervalperioden zoals voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema, anders zal de ketting snel slijten, met name in vochtige of stoffige gebieden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23095 DAU49920 DAU44273 Kabels controleren en smeren Controleren en smeren van gas- Controleren en smeren van rem- De werking van alle bedieningskabels en de greep en gaskabel en schakelpedalen conditie van alle kabels moet voorafgaand De werking van de gasgreep hoort vooraf- De werking van het rem- en het schakelpe- aan elke rit worden gecontroleerd en de ka- gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23143 Aanbevolen smeermiddel: Aanbevolen smeermiddelen: Rem- en koppelingshendels con- Lithiumvet Remhendel: troleren en smeren Siliconenvet De werking van de rem- en de koppe- Koppelingshendel: lingshendel moet voorafgaand aan elke rit Lithiumvet worden gecontroleerd en de hendelschar- nierpunten moeten indien nodig worden ge- smeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23213 DAUM1652 Aanbevolen smeermiddel: Middenbok en zijstandaard con- Achterbrugscharnierpunten Lithiumvet troleren en smeren smeren De werking van de middenbok en de zij- achterbrugscharnierpunten moeten standaard moet voorafgaand aan elke rit worden gesmeerd door een Yamaha dealer worden gecontroleerd en de scharnierpun- volgens de intervalperioden vermeld in het ten en de metaal-op-metaal contactvlakken...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23272 DAU45511 Voorvork controleren Stuursysteem controleren De conditie en de werking van de voorvork Losse of versleten balhoofdlagers kunnen moeten als volgt worden gecontroleerd vol- gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys- gens de intervalperioden vermeld in het pe- teem moet als volgt worden gecontroleerd riodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23291 DAU50290 ogen altijd bij werkzaamheden nabij Controleren van wiellagers Accu accu’s. Voer als volgt EERSTE HULP uit als er lichamelijk contact is geweest met elektrolyt. • UITWENDIG: Spoel overvloedig met water. • INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di- rect de hulp in van een arts.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DCA16521 4. Controleer na installatie of de accuka- DAU47172 Zekeringen vervangen LET OP bels correct zijn aangesloten op de ac- De hoofdzekeringhouder en de kastjes met cupolen. Voor het opladen van een VRLA (Valve zekeringen voor afzonderlijke circuits bevin- DCA16530 Regulated Lead Acid)-accu is een spe- den zich onder het zadel.
Pagina 78
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN zekeringen met een hogere ampera- 3. Draai de contactsleutel naar “ON” en ge dan aanbevolen om ernstige schakel het betreffende elektrische cir- schade aan het elektrische systeem cuit in om te zien of de apparatuur en mogelijk brand te voorkomen. werkt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU47601 Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo- geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei- lamp als volgt als deze is doorgebrand. DCA10650 LET OP Pas op en zorg dat de volgende onderde- len niet worden beschadigd: ●...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU47021 DAU24204 Gloeilamp in remlicht/achterlicht Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-16.) 1. Verwijder de lamplens van de richtin- 2. Verwijder de gloeilampfitting van het gaanwijzer door de schroeven te ver- remlicht/achterlicht (samen met de wijderen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU24313 Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente- kenverlichting door de schroeven los te draaien. 1. Gloeilamp richtingaanwijzer 1. Gloeilampfitting kentekenverlichting 2. Gloeilamp kentekenverlichting 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot 3.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU39020 DAU25871 DWA15141 Parkeerlichtgloeilamp Problemen oplossen WAARSCHUWING Yamaha motorfietsen ondergaan een gron- Rook niet tijdens het controleren van het dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek brandstofsysteem en let erop dat er op transport gaan, maar tijdens gebruik geen open vuur of vonken in de omge- kunnen toch storingen optreden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU42364 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor 1. Brandstof Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de accu. Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. De motor start niet. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij. Controleer de accu.
Pagina 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Oververhitte motor DWA10400 WAARSCHUWING ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld. ●...
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU37833 DAU54660 Reinigen Matkleur, let op Verzorging DCA10772 De open constructie van een motorfiets DCA15192 LET OP LET OP maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, ● Vermijd het gebruik van sterke en maar de machine is hierdoor ook kwets- Sommige modellen zijn uitgerust met bijtende wielreinigingsmiddelen,...
Pagina 86
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ● Gebruik geen bijtende chemische sporen achterblijven op de kuipruit. 1. Reinig de motorfiets met koud water reinigingsmiddelen op kunststof Als de kuipruit krasjes vertoont, en een mild reinigingsmiddel nadat de delen. Vermijd het gebruik van doe- breng dan na wassen een hoog- motor is afgekoeld.
Pagina 87
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Na reiniging DWA11131 OPMERKING WAARSCHUWING 1. Droog de motorfiets met een zeemle- ● Vraag een Yamaha dealer om advies ren lap of een vochtabsorberende Verontreiniging van de remmen of ban- over de te gebruiken producten. doek.
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26182 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta- 4. Smeer alle bedieningskabels Stalling bilisatoradditief (indien verkrijgbaar) scharnierpunten van alle hendels en toe om roestvorming in de tank en ach- pedalen en van de zijstandaard/mid- Korte termijn teruitgang van de brandstof te voorko- denbok.
GEBRUIKERSINFORMATIE DAU48612 DAU26400 DAU26480 Identificatienummers Voertuigidentificatienummer Modelinformatiesticker Noteer het voertuigidentificatienummer en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze gegevens heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen. VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: 1. Voertuigidentificatienummer 1.
Pagina 93
INDEX Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren........... 6-29 Aandrijfketting, reinigen en smeren ..6-28 Identificatienummers .......9-1 Remhendel ........... 3-12 ABS ............3-13 Inrijperiode ..........5-3 Remlichtschakelaars......6-24 ABS-waarschuwingslampje ....3-6 Rempedaal ........... 3-12 Accu............6-33 Kabels, controleren en smeren .....6-29 Remvloeistofniveau, controleren ..6-25 Achterbrugscharnierpunten, smeren ..
Pagina 94
INDEX Veiligheidsinformatie....... 1-1 Verzorging..........7-1 Voertuigidentificatienummer ....9-1 Voor- en achterremblokken controleren.......... 6-24 Voorvork, controleren......6-32 Vrije slag van gasgreep, controleren ..6-19 Vrije slag van remhendel, controleren.......... 6-23 Vrijstandcontrolelampje......3-4 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ...... 3-4 Waarschuwingslampje motorstoring ..3-6 Waarschuwingslampje olieniveau... 3-4 Wielen ...........