Filterbus
2
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU36112
Motorolie
Het motorolieniveau moet regelmatig wor-
den gecontroleerd. Verder moet de olie
1
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke onderhoudssche-
ma.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:
2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)
LET OP
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een "CD" dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een "ENERGY CONSER-
VING II" of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
Periodiek onderhoud en afstelling
Om het motorolieniveau te controleren
DAU1990F
DCA11621
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
6-10
1. Wacht na het opwarmen van de motor
een paar minuten om de olie tot rust te
laten komen voor een correcte afle-
zing.
2. Zet de machine op een horizontale on-
dergrond en houd deze rechtop voor
een correcte aflezing.
3. Controleer het olieniveau via het kijk-
glas rechts onder in het carter.
1
2
4. Als de motorolie bij of onder de merk-
1
2
3
4
5
6
7
3
4
8
9
10
11
12