Gebruik en belangrijke rij-informatie
1
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
2
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
3
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
4
WAARSCHUWING
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
5
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
6
7
8
9
10
11
12
DAU15952
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het waarschu-
wingslampje motorstoring branden,
DWA10272
maar dit is geen storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het waarschuwingslampje
uit te zetten. Wanneer u dit niet, doet
zal de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-
knop om de motor opnieuw te starten.
DAUM3632
De motor starten
Door het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
1. Draai de contactsleutel naar "ON" en
LET OP
Als
wings- of controlelampjes niet gaan
branden wanneer de sleutel naar "ON"
wordt gedraaid, of als een waarschu-
wings- of controlelampje niet uitgaat, zie
5-1
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-26 voor meer informatie.
controleer of de startschakelaar/nood-
stopschakelaar op "
" is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwingslampje
koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje
motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
de
bovengenoemde
waarschu-
DAU73430
DCA17671