INLEIDING DAU03338 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als bezitter van een XJ900S profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische ken- nis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen van uw XJ900S optimaal kunt benutten.
Pagina 4
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU00005 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID! Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan WAARSCHUWING dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder of omstanders of degene die de motorfiets inspecteert of repareert.
Pagina 5
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DW000002 WAARSCHUWING LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.
Pagina 7
DAU00009 INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING 1 GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID 2 BESCHRIJVING 3 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4 CONTROLES VOOR HET STARTEN 5 GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 6 PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 7 VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS 8 SPECIFICATIES 9 GEBRUIKERSINFORMATIE INDEX...
GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID ..........1-1...
Pagina 10
G EEF VOORRANG AAN VEILIGHEID DAU00021 Motorfietsen zijn schitterende machines die de motorrijder een onovertroffen gevoel van vrijheid kunnen geven. Er zijn echter wel bepaalde spelregels en beperkingen, waar u niet omheen kunt; ook de beste motorfiets kan niet meer dan de natuurwetten toestaan. Regelmatige verzorging en onderhoud is van groot belang om de waarde en de goede conditie van uw motor te behouden.
F UNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00027 1. Drukken. 2. Draaien. DAU00029 DAU00040 Contactslot/stuurslot-unit LOCK DW000016 Het stuur is vergrendeld en alle elektrische Via het contactslot/stuurslot worden het WAARSCHUWING systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan ontstekingssysteem en de verlichtingssys- Draai de contactsleutel nooit naar “OFF” worden uitgenomen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU04356 DAU03680 (Parkeren) Controlelampje “ ” voor brandstofni- Het stuur is vergrendeld, het achterlicht en veau het parkeerlicht branden en de alarmver- Dit controlelampje gaat branden wanneer lichting kan worden ingeschakeld, maar alle het brandstofniveau daalt tot beneden ca. overige elektrische systemen zijn uit.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU03201 Waarschuwingslampje “ ” voor olie- niveau Dit waarschuwingslampje gaat branden als het motorolieniveau laag is. Het elektrisch circuit van het waarschu- wingslampje kan via de volgende procedu- re worden getest. 1. Zet de noodstopschakelaar in “ ”...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU01559 Als de toerenteller een dergelijke foutcode Zelfdiagnosesysteem weergeeft, noteer dan de circuitnumme- Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose- raanduiding aangegeven in r/min en vraag systeem voor de volgende elektrische cir- een Yamaha dealer de motor te controle- cuits.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00109 Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer worden uitgerust met een optioneel anti- diefstal-alarmsysteem. Neem contact op met een Yamaha dealer voor nadere infor- matie. 1. Brandstofniveaumeter 1. Digitale klok 2. Minuteninsteltoets “M” DAU00110 3.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN De alarmverlichting worden gebruikt in een DAU03888 Dimlichtschakelaar “ ” noodgeval of om andere verkeersdeelne- Zet deze schakelaar op “ ” voor groot- mers te waarschuwen als uw machine stil- licht en op “ ” voor dimlicht. staat mogelijk gevaarlijke...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00143 Startknop “ ” Druk deze knop in om de motor door middel van de startmotor te starten. DC000005 LET OP: Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start. 1. Noodstopschakelaar “ ” 1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 1. Schakelpedaal 1. Remhendel 1. Rempedaal 2. Stelmoer remhendel DAU00157 DAU00162 3. Correct in lijn staande merktekens Schakelpedaal Rempedaal a. Afstelbereik Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin- Het rempedaal bevindt zich aan de rechter- DAU00160 kerzijde van de motor en wordt in combina- zijde van de motorfiets.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie, neem hem uit en sluit dan het slotplaatje. OPMERKING: De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergren- deld is.
Pagina 25
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00186 DCA00104 LET OP: LET OP: Veeg gemorste brandstof direct af Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. met een schone, droge en zachte Loodhoudende benzine veroorzaakt doek, de brandstof kan immers ernstige schade aan inwendige motor- schade toebrengen aan de lak of onderdelen als kleppen en zuigerveren aan kunststof onderdelen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 1. Tankbeluchtingsslang 1. Chokehendel “ ” 1. Zadelslot 2. Ontgrendelen. DAU00196 DAU03839 Tankbeluchtingsslang Chokehendel “ ” DAU02925 Zadel (alleen voor Duitsland) Voor het starten van een koude motor is een rijker lucht/brandstof mengsel nodig; Alvorens de motorfiets te gebruiken: Verwijderen van het zadel via de choke wordt dit mengsel geleverd.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DW000030 WAARSCHUWING Rijd nooit met een helm bevestigd aan de helmbevestiging, de helm kan zo voorwerpen raken waardoor de machine mogelijk onbestuurbaar wordt en een ongeval niet uitgesloten is. Om een helm los te maken van de helm- bevestiging 1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 1. U-slot 1. Stelbout veervoorspanning 1. Huidige instelling 2. Riem (× 2) 2. Voorvorkplugbout DAU00285 Afstellen van de voorvork DAU04292 OPMERKING: Opbergcompartiment Deze voorvork is voorzien van stelbouten Breng de gewenste groef op het stelmecha- Dit opbergcompartiment is bedoeld voor om de veervoorspanning in te stellen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU01671 Afstellen van de schookdemperunit Deze schokdemper is uitgerust met een stelring voor veervoorspanning. DC000015 LET OP: Probeer nooit stelmechanisme voorbij de maximum- of minimuminstel- waarden te verdraaien. 1. Stelring veervoorspanning 1. Speciale sleutel 2. Positie-indicator CI-10D Stand afsteller Stel de veervoorspanning als volgt af.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00315 DAU00330 Zijstandaard WAARSCHUWING De zijstandaard bevindt zich aan de linker- Deze schokdemper is gevuld met stik- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- stofgas onder hoge druk. Lees en be- daard met uw voet omhoog of omlaag grijp de volgende informatie alvorens de terwijl u de motorfiets verticaal houdt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DW000044 DAU03741 DW000046 Startspersysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING startspersysteem (waarvan Met de motorfiets mag nooit worden ge- Bij deze inspectie moet de machine sperschakelaar voor de zijstandaard, de reden terwijl de zijstandaard omlaag op de middenbok worden gezet. sperschakelaar voor de koppelingshendel staat of niet behoorlijk kan worden op- Als zich een storing voordoet,...
Pagina 32
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN CD-01D OPMERKING: Met afgezette motor: Deze controle is het meest betrouwbaar bij 1. Klap de zijstandaard omlaag. een warme motor. 2. Controleer of de noodstopschakelaar in “ ” staat. 3. Draai de sleutel naar “ON”. 4.
C ONTROLES VOOR HET STARTEN DAU01114 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben.
Pagina 35
CONTROLES VOOR HET STARTEN ONDERDEEL CONTROLES PAGINA • Controleer of de werking soepel is. Gasgreep • Controleer de vrije slag. 6-16 • Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren. • Controleer of de werking soepel is. Bedieningskabels 6-24 •...
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE Starten van de motor ................. 5-1 Starten van een warme motor ............5-3 Schakelen van versnellingen ............. 5-3 Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland) ....... 5-4 Tips voor een zuinig brandstofverbruik ..........5-4 Inrijperiode ..................5-4 Parkeren .................... 5-5...
G EBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU00372 DAU00373 DAU03818* DC000035 Starten van de motor LET OP: WAARSCHUWING Het startspersysteem staat starten alleen Zorg dat u volkomen vertrouwd Als het controlelampje voor brandstofni- toe als aan een van de volgende voorwaar- bent met alle bedieningsfuncties en veau gaat branden, controleer dan het den is voldaan: hun werking voordat u gaat rijden.
Pagina 39
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE Als het controlelampje voor brand- OPMERKING: OPMERKING: stofniveau na starten blijft branden, Als de motor niet wil starten, laat dan de De motor is warm wanneer hij normaal rea- zet dan de motor af om het brand- startknop los, wacht een paar seconden en geert op de gasbediening terwijl de choke stofniveau te controleren.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU01258 DC000048 Starten van een warme motor LET OP: Volg dezelfde procedure als bij starten van Rijd niet lange tijd met afgezette een koude motor, alleen is het gebruik van motor, ook niet met de versnel- de choke niet nodig als de motor warm is.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU02941 DAU00424 DAU01128 Aanbevolen schakelpunten Tips voor een zuinig Inrijperiode (alleen voor Zwitserland) brandstofverbruik De belangrijkste periode in de levensduur van het motorblok is de tijd tussen 0 en De aanbevolen schakelpunten tijdens ac- Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk 1.600 km.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU04032* DC000053 DAU00460 0–1.000 km Parkeren LET OP: Laat de motor niet langdurig meer dan Zet de motor af wanneer u gaat parkeren Voer het toerental niet zover op dat 5.000 tpm draaien. en neem de sleutel uit het contactslot. de toerenteller aanwijst in de rode DW000058 zone.
Pagina 43
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Boordgereedschapsset ........6-1 Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............6-24 Periodiek smeer- en onderhoudsschema ....6-2 Controleren en smeren van rem- en Stroomlijnpanelen verwijderen en schakelpedalen ..........6-25 aanbrengen ............6-5 Controleren en smeren van de rem- en Controleren van de bougies .........6-7 koppelingshendel ..........
P ERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00462 DAU00464 OPMERKING: Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- eigenaar. Door periodiek inspecties, afstel- richten als u niet beschikt over het gereed- lingen en smeerbeurten uit te laten voeren, schap of de ervaring die voor bepaalde zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig werkzaamheden vereist zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03685 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km. Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge- reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
Pagina 46
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1.000 km) JAARLIJKSE ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT CONTROLE √ √ √ √ √ • Controleren op scheuren of beschadiging. Remslangen • Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar √ √ √ √...
Pagina 47
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1.000 km) JAARLIJKSE ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT CONTROLE √ √ √ • Olieniveau controleren en machine inspecteren op olielekkage. Cardanolie √ √ √ • Verversen. Remlichtschakelaars √ √ √ √ √ √ • Werking controleren. voor- en achterrem Bewegende delen en √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Stroomlijnpaneel A 1. Stroomlijnpaneel A 2. Stroomlijnpaneel B 2. Schroef (× 2) OPMERKING: DAU01065 DAU03595 Trek het paneel omhoog en dan achter- Stroomlijnpanelen verwijderen Stroomlijnpaneel A waarts om te verwijderen. Verwijderen van stroomlijnpaneel en aanbrengen 1.
Pagina 49
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Handgreep 1. Bout (× 2) 1. Schroef (× 2) 2. Stroomlijnpaneel B 2. Verwijder de handgreep door de bou- 3. Verwijder de schroeven en trek het DAU03596 ten los te halen. stroomlijnpaneel dan los zoals ge- Stroomlijnpaneel B toond.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01880 Vervang een bougie als de elektroden blij- Controleren van de bougies ken te zijn afgesleten en als overmatige Bougies vormen belangrijke onderdelen koolaanslag of andere neerslag gevonden van de motor die periodiek moeten worden wordt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU04261 OPMERKING: Motorolie en oliefilterpatroon Als er geen momentsleutel voorhanden is Voor iedere rit moet het motorolieniveau om de bougie te monteren, is het aanhaal- worden gecontroleerd. Verder moet de olie moment ongeveer correct als een kwart- worden ververst en de oliefilterpatroon wor- slag tot een halve slag–verder dan den vervangen volgens de intervalperioden...
Pagina 52
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Vuldop motorolie 1. Aftapplug motorolie 1. Oliefilterpatroon 2. Oliefiltersleutel Om de motorolie te verversen (met of 3. Verwijder de olievuldop en de aftap- 4. Verwijder de oliefilterpatroon met een zonder vervanging van oliefilterpatroon) plug om de olie uit het carter te laten oliefiltersleutel.
Pagina 53
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 7. Breng de olieaftapplug aan en zet DCA00105 deze dan vast met het voorgeschre- LET OP: ven aanhaalmoment. Om het slippen van de koppeling te voorkomen (de motorolie dient im- Aanhaalmoment: mers ook voor smering van de kop- Aftapplug motorolie: peling) mogen geen chemische 43 Nm (4,3 m·kgf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000067 DAU03681 Controleren van het olieniveau in het Cardanolie LET OP: cardanhuis Vóór elke rit moet het cardanhuis worden 1. Zet de motorfiets op de middenbok. Zet de motor direct af als het waarschu- gecontroleerd op olielekkage. Laat de mo- wingslampje olieniveau knippert of blijft OPMERKING: torfiets controleren en repareren door een...
Pagina 55
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Verversen van de cardanolie OPMERKING: 1. Plaats een oliecarter onder het car- GL4 is een kwaliteitsaanduiding. Een car- danhuis om de gebruikte olie op te danolie met de aanduiding GL5 of GL6 mag vangen. ook worden gebruikt. 2.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Brandstoftank 1. Bout (× 2) 1. Schroef (× 4) 2. Brandstofslang 3. Verwijder de tankbevestigingsbouten. 5. Verwijder het luchtfilterdeksel door de 3. Tankvlotterstekker 4. Maak de stekker van de tankvlotter los schroeven te verwijderen. 4.
Pagina 57
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000082* LET OP: Controleer of het luchtfilterelement correct in het luchtfilterhuis is ge- plaatst. Laat de motor nooit draaien zonder dat het luchtfilterelement aanwezig is, dat kan leiden tot overmatige slijtage bij de zuigers en/of de cilin- ders.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00630 DAU00632 Afstellen van de carburateurs Afstellen van het stationair De carburateurs vormen een belangrijk on- toerental derdeel van de motor en moeten zeer pre- Het stationair toerental moet als volgt wor- cies worden afgesteld. Laat daarom de den gecontroleerd en eventueel afgesteld meeste carburateurafstellingen over aan volgens de intervalperioden vermeld in het...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00637 Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af- wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver- houding veranderen en/of motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko- men moet de klepspeling door een Yamaha dealer worden afgesteld volgens de inter- valperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00658 CE-01D het voorgeschreven maximumlaad- Bandenspanning Banden gewicht voor de machine over- (gemeten op koude banden) Let ten aanzien van de voorgeschreven schrijdt. Belasting* Voor Achter banden op het volgende voor een optimale Vervoer geen los verpakte spullen 225 kPa 250 kPa prestatie, levensduur en veilige werking van...
Pagina 61
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000079 WAARSCHUWING Laat sterk versleten banden door een Yamaha dealer vervangen. Rij- den op een motor met versleten banden is niet alleen verboden, maar dit heeft ook een averechts ef- fect op de rijstabiliteit, waardoor u de macht over het stuur zou kun- nen verliezen.
Pagina 62
Na uitgebreide testen zijn alleen de 150/70-17 M/C 69V volgens de rijomstandigheden. hieronder vermelde banden voor 150/70-17 69V model goedgekeurd door Bridgestone G602 150/70-17 M/C 69V Yamaha Motor Co., Ltd. CE-14D VOOR EN ACHTER Bandventiel TR412 Luchtventielbuis #9000A (origineel) 6-19...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03773 Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw motorfiets. Controleer de velgen voor iedere rit op scheurtjes, verbuiging of kromtrekken. Laat ingeval van schade het wiel door een Yamaha dealer vervangen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000109 WAARSCHUWING Als het rempedaal zacht of sponzig aan- voelt, wijst dat erop dat er lucht in het hydraulisch systeem zit. Als er lucht in het hydraulisch systeem zit, moet het systeem door een Yamaha dealer wor- den ontlucht voordat de motorfiets wordt gebruikt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Achter Voor 1. Slijtage-indicatorgroef remblok (× 3) 1. Slijtage-indicatorgroef remblok DAU01160 Controleren van de remblokken voor- en achter De remblokken in de voor- en achterrem moeten worden gecontroleerd op slijtage volgens de intervalperioden voorgeschre- ven in het periodieke smeer- en onder- houdsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Vul bij met hetzelfde type remvloeistof. Achter Voor Bij vermengen van verschillende ty- pen remvloeistof kunnen schadelijke chemische reacties optreden en kan de remwerking verslechteren. Pas op en zorg dat tijdens bijvullen geen water het remvloeistofreservoir kan binnendringen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03976 DAU02962 DAU04034 Verversen van remvloeistof Controleren en smeren van de Controleren en smeren van Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof kabels gasgreep en gaskabel te verversen volgens de intervalperioden De werking van alle bedieningskabels en De werking van de gasgreep hoort vooraf- voorgeschreven onder OPMERKING in het de conditie van de kabels moeten vóór ie-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03370 DAU03164 DAU03371 Controleren en smeren van rem- Controleren en smeren van de Controleren en smeren van en schakelpedalen rem- en koppelingshendel middenbok en zijstandaard De werking van het rem- en het schakelpe- De werking van de rem- en de koppe- De werking van de middenbok en de zij- daal moet voorafgaand aan elke rit worden lingshendel moet voorafgaand aan elke rit...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU04282 Aanbevolen smeermiddel: Smeren van de Lithiumvet (universeel vet) achterwielophanging De scharnierpunten in de achterwielophan- ging moeten worden gesmeerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het pe- riodieke smeer- en onderhoudsschema. Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet 6-26...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU02939 DAU00794 Controleren van de voorvork Controle van stuursysteem De conditie en de werking van de voorvork Losse of versleten balhoofdlagers kunnen moeten als volgt te worden gecontroleerd gevaarlijk zijn. De werking van het stuur op de aangegeven tijden in het periodieke moet als volgt worden gecontroleerd vol- smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01144 Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor- den gecontroleerd volgens de intervalperio- den voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel- naaf speling vertoont of het wiel niet soepel draait, vraag dan een Yamaha dealer de wiellagers te controleren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00800 • INWENDIG: Drink grote hoeveel- Om de accu op te bergen Accu heden water of melk en roep di- 1. Verwijder de accu als de motorfiets Deze motorfiets is uitgerust met een per- rect de hulp in van een arts. een maand lang niet wordt gebruikt, manent-dichte accu (onderhoudsvrij type) laad volledig bij en zet hem dan weg...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000102 LET OP: Zorg dat de accu altijd geladen blijft. Door een accu in ontladen toestand weg te bergen kan perma- nente accuschade ontstaan. Om een permanent-dichte accu (onderhoudsvrij type) te laden, is een speciale acculader (met con- stante laadspanning) vereist.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000103 LET OP: Gebruik geen zekering met een hoger ampèrage dan is voorgeschreven, om ernstige schade aan het elektrisch sys- teem en mogelijk brandgevaar te vermij- den. 3. Draai de contactsleutel in “ON” en schakel het betreffende elektrische circuit in om te zien of de apparatuur 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Hier niet aanraken. 1. Schroef (× 2) 1. Schroef 3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp DAU01623 DAU03497 Gloeilamp in remlicht/achterlicht Gloeilamp in richtingaanwijzer aan en zet deze dan vast met de gloei- vervangen vervangen lamphouder. DC000105 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Rechter Linker 1. Snelheidsmeterkabel 1. Bout (× 3) 1. Klembout voorwielas 2. Remslanghouder 2. Wielas DAU03598 3. Remklauw Voorwiel 5. Draai de klembout op de voorwielas 3. Verwijder de remslanghouders door los en verwijder dan de wielas. Verwijderen van het voorwiel de bouten los te halen.
Pagina 77
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 5. Monteer de remslanghouders door de bouten aan te brengen. 6. Haal de machine van de middenbok, zodat het voorwiel op de grond rust. 7. Zet de wielas en dan de voorwielas- klembout en de remklauwbouten vast met het voorgeschreven aanhaalmo- ment.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Klembout achterwielas 1. Wielasmoer 1. Moer 2. Bout 1. Draai de wielasmoer los en draai dan DAU04361 3. Remankerstang Achterwiel de klembout op de achterwielas los. 4. Splitpen 2. Zet de motorfiets op de middenbok. 5.
Pagina 79
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DCA00062 4. Koppel de remankerstang aan de LET OP: remklauwsteun door de bout en de moer aan te brengen. Trap het rempedaal niet in terwijl het 5. Breng de wielasmoer aan en draai wiel samen met de remschijf is verwij- deze dan handvast.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 8. Breng de splitpen voor de remanker- DAU01008 Storingzoeken stang aan. Yamaha motorfietsen ondergaan een gron- DW000124 dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek WAARSCHUWING op transport gaan, maar tijdens gebruik Gebruik steeds een nieuwe splitpen. kunnen toch storingen optreden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01297 Storingzoekschema DW000125 WAARSCHUWING Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. 1. Brandstof Er is voldoende Controleer de compressie. brandstof aanwezig. Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
V ERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU03412 Verzorging Alvorens te reinigen Reinigen 1. Dek de openingen van de uitlaatdem- DCA00010 De open constructie van een motorfiets pers af met plastic zakken nadat de LET OP: maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, motor is afgekoeld.
Pagina 85
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Gebruik geen bijtende chemische Bij motorfietsen met een kuipruit: Na rijden in regen, aan de kust of op bepe- reinigingsmiddelen op kunststof gebruik geen bijtende reinigings- kelde wegen delen. Vermijd het gebruik van doe- middelen of harde sponzen, deze Zeelucht en wegenzout waarmee wegen ’s ken of sponzen die in contact zijn...
Pagina 86
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Na reinigen DWA00031 DCA00013 1. Droog de motorfiets met een zeemle- LET OP: WAARSCHUWING ren lap of een vochtabsorberende Controleer of er geen olie of was Breng een geringe hoeveelheid doek. aanwezig is op de wielen of de rem- oliespray en was aan en verwijder 2.
Pagina 87
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Stalling Lange termijn a. Verwijder de bougiedoppen en de Alvorens uw motorfiets gedurende meerde- bougies. re maanden aaneen te stallen: b. Giet een theelepel motorolie in elk Korte termijn 1. Volg alle instructies op in de paragraaf bougiegat.
Pagina 88
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS 6. Smeer alle bedieningskabels OPMERKING: scharnierpunten van alle hendels en Verricht eventueel noodzakelijke reparaties pedalen en van de zijstandaard/mid- alvorens de motorfiets te stallen. denbok. 7. Controleer de bandspanning en corri- geer deze zo nodig en breng dan de motorfiets omhoog, zodat beide wie- len los van de grond zijn.
Pagina 90
S PECIFICATIES DAU01038 Specificaties CS-01D Model XJ900S Motorolie Afmetingen Type -20 -10 10 20 30 40 50 ˚C Grootste lengte 2.230 mm SAE 10W-30 Grootste breedte 750 mm SAE 10W-40 Grootste hoogte 1.300 mm Zadelhoogte 795 mm SAE 15W-40 Wielbasis 1.505 mm SAE 20W-40 Grondspeling...
Pagina 91
SPECIFICATIES Olie voor de eindoverbrenging Type overbrenging Konstante aangrijping, 5 versnellingen Type SAE 80 cardanolie (API GL4) of SAE 80W-90 multi-grade Bediening Linkervoet cardanolie Overbreng-verhoudingen Aantal 0,2 L 2,188 Luchtfilter Droog element 1,500 Brandstof 1,154 Type UITSLUITEND NORMALE 0,933 LOODVRIJE BENZINE 0,813 Inhoud benzinetank 24 L...
Pagina 92
SPECIFICATIES Bandenmerk/model Dunlop / K505 Achter Metzeler / ME55A Type Gegoten 17 × MT 4,00 Bridgestone / G602 Bandenmaat 17 M/C × MT 4,00 Maximale belasting* 205 kg Bandenspanning Remmen (gemeten op koude banden) Voor Tot 90 kg* Type Dubbele schijfrem Voor 225 kPa (2,25 kgf/cm , 2,25 bar)
Pagina 93
SPECIFICATIES Elektrische installatie Zekeringen Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal) Hoofdzekering 30 A Laadsysteem Zekering signaleringssysteem 20 A Model Wisselstroom-dynamo Koplampzekering 15 A Standaard Circuitzkering alarmverlich- vermogen 13,5 V, 34 A @ 5.000 tpm tingssysteem 10 A Accu Zekering ontstekingssysteem 10 A Model YTX14-BS Zekering klokcircuit...
Pagina 94
SPECIFICATIES DAU03941 Omrekentabel CS-03D Omrekentabel Alle specificaties in deze handleiding worden vermeld in METRISCH SYSTEEM NAAR AMERIKAANS SYSTEEM Internationale (SI) en in Metrische eenheden. Amerikaanse Metrische eenheid Omrekenfactor eenheid × m·kgf 7,233 ft·lb Gebruik deze tabel om METRISCHE eenheden om te ×...
G EBRUIKERSINFORMATIE DAU01039 DAU02944 Identificatienummers Noteer het sleutelidentificatienummer, het voertuigidentificatienummer en de mo- delstickerinformatie in onderstaande ruim- tes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw machine is ge- stolen. 1. IDENTIFICATIENUMMER SLEUTEL: 1.
GEBRUIKERSINFORMATIE 1. Modelinformatiesticker DAU01050 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het za- del bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-11 voor instructies over verwijderen en aanbrengen van het zadel.) Noteer de infor- matie op deze sticker in het daartoe be- stemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.