TRAININGSINSTRUCTIES
NL
De trainingsfiets wordt ook gebruikt binnen de
sportgeneeskunde en lichamelijke opvoeding om te
controleren hoe goed de cardiovasculaire en respira-
toire systemen werken.
U kunt op de volgende manier controleren of uw trai-
ningen na enkele weken het gewenste effect hebben:
1. U kunt een bepaald uithoudingsvermogen bereiken
met minder belasting van uw cardiovasculaire sys-
teem dan voorheen.
2. U kunt een bepaald uithoudingsvermogen handha-
ven met dezelfde cardiovasculaire prestaties gedu-
rende een langere periode.
3. U herstelt sneller dan voorheen wanneer uw car-
diovasculaire systeem op een bepaald niveau pres-
teert.
Trainingssessies met de HOI FRAME+ bieden
intensieve fietstrainingen op verschillende
terreinen. Verschillende terreinen en routes worden
gesimuleerd door verschillende trainingsfuncties.
TRAININGSFUNCTIES
Er zijn verschillende trainingsfuncties beschikbaar
om de intensiteit van uw trainingssessie te wijzigen:
T1
3 hand- en zadelposities
T2
2 soorten terrein (vlak land en heuvelland) =
verandering in weerstand + / -
T3
2 trapfrequenties tpm (tpm = omwentelingen
per minuut > pedaalomwentelingen)
T4
5 hartslagzones (bij training met hartslag-me-
ting)
T 1 HAND- EN ZADELPOSITIES
(MET AFBEELDING)
T1.1
Zittend/handen in pos. 1 of 2 (bij sprinten)
T1.2
Rechtopstaand/handen in pos. 3
T1.3
Zittend en naar voren gekanteld/handen in
pos. 1 of 3
T2 TERREINTYPES = WEERSTAND KAN
TRAPLOOS WORDEN VERANDERD
T2.1
Vlak land
T2.2
Heuvelland (bergopwaarts)
T3 PEDAALFREQUENTIE = TEMPO-OPTIES
(PEDAALOMWENTELINGEN)
T3.1
Vlak land > gemiddelde tot maximale
snelheid > 80-110 tpm
T3.2
Heuvelland > normaal tot gemiddeld
> 60-80 tpm
U kunt uw trapfrequentie aanpassen aan achter-
grondmuziek met verschillende ritmes.
T4 HARTSLAGZONES
Hartslagmeter:
De fiets heeft een hartslagmeter. Een borstband
voor hartslagmeting wordt niet meegeleverd. Als
u tijdens uw training een hartslagmeter gebruikt,
let dan op het volgende advies: Maximale hartslag:
De maximale hartslag is afhankelijk van uw leeftijd.
De maximale hartslag per minuut is gelijk aan
220 slagen minus uw leeftijd. Voorbeeld: 50 jaar
> 220 – 50 = 170 slagen/min.
De inspanningsniveaus worden weergegeven als
een percentage (%) van deze berekende waarde.
bijv. 50 jaar oud: 100% = 170 slagen/min.;
70% = 119 slagen/min. enz.
T4.1
Herstel > 50 – 65%
T4.2
Uithoudingsvermogen > 65 – 80%
T4.3
Vermogen > 75 – 85%
T4.4
Interval > 65 – 92%
T4.5
Racemodus > 80 – 92%
U mag slechts korte tijd in een racemodus
van > 92% trainen!
U kunt uw eigen trainingssessie maken door
verschillende trainingsfuncties te combineren.
Lengte en frequentie van elke trainingssessie
per week:
Het ideale inspanningsbereik wordt bereikt als
65 – 75% van het cardiovasculaire outputniveau
over een langere periode wordt bereikt. Vuistregel:
Beginners moeten beginnen met korte trainings-
sessies van 20 tot 30 minuten.
Tijdens de eerste vier weken kan een
trainingsprogramma voor beginners er als volgt
uitzien: 5 minuten stretchen zowel voor als na de
training om op te warmen of af te koelen. Tussen
twee trainingssessies moet er één dag zijn waarop
u niet traint als u van plan bent om later de
trainingen op te voeren naar 3 trainingen per week
van elk 30 tot 60 minuten. Anders is er geen reden
om niet elke dag te trainen.
25