H 3 VERTICALE STUURINSTELLING
VOORZICHTIG! Als het stuur in de laagste stand
staat, bestaat er beknellingsgevaar tijdens het
verstellen van het stuur in verticale richting.
H 3.1 – H 3.2 Maak de verticale
stuurvergrendeling los en duw het stuur langs de
schaal. Trek de stuurpen niet verder dan de STOP-
markering!
H 3.3 – H 3.4 Stel de stuurhoogte in voor
sporttraining en draai de vergrendeling vast.
Bij sporttrainingen is het stuur zo afgesteld dat
het bovenlichaam voorovergebogen is. In deze
positie moeten uw benen harder werken.
H 3.5 – H 3.6 Stel de stuurhoogte in voor
toertraining en draai de vergrendeling vast.
Bij toerentraining wordt het stuur zo afgesteld dat
het bovenlichaam rechtop gehouden kan worden.
Deze positie beschermt de rug tijdens het trainen.
H 4 HORIZONTALE STUURINSTELLING
VOORZICHTIG! Als het stuur in de laagste stand
staat, bestaat er beknellingsgevaar tijdens het
verstellen van het stuur in horizontale richting.
H 4.1 Maak de horizontale stuurvergrendeling los
en verplaats het stuur langs de stuurstang naar de
gewenste positie.
H 4.2 Draai de horizontale stuurvergrendeling
weer vast.
H 5 WEERSTAND SCHAKELVERSTELLER
AANPASSEN
H 5.1 De linker schakelversteller dient voor
het verhogen en verlagen van de weerstand.
De duimknop wordt gebruikt om de weerstand
te verlagen terwijl de vingerschakelaar wordt
gebruikt om de weerstand te verhogen.
H 5.2 De rechter schakelversteller dient voor
het verhogen en verlagen van de weerstand.
De duimknop wordt gebruikt om de weerstand
te verlagen terwijl de vingerschakelaar wordt
gebruikt om de weerstand te verhogen.
H 6 HOOGTE-INSTELLING – GRONDNIVEAU
H 6 Stel de hoogte van de achterste
vloerbeschermers zo in dat de trainingsapparatuur
stabiel staat. Naar rechts draaien > naar beneden;
naar links draaien > omhoog.
18
H 7 PEDAALBEVESTIGING
H 7.1 Trainen met normale trainingsschoenen:
plaats uw voet in de voetschaal. Om
veiligheidsredenen moeten de voetschalen altijd
worden gebruikt tijdens het trainen.
H 7.2 Vergrendel uw voet in de voetschaal.
H 7.3 Trainen met klikpedalen en speciale
klikpedaalschoenen; klik uw voeten in de pedalen.
Om veiligheidsredenen moeten bij gebruik
van klikpedaalschoenen altijd de voeten in de
klikpedalen worden geklikt! Wanneer geen
klikpedaalschoenen worden gebruikt, moeten de
voetschalen worden gebruikt! Vet voor gebruik het
concave gedeelte van de schoenplaat in, vergrendel
de pedalen en laat ze een paar keer los vanuit
een staande positie. Houd de schoenplaatjes en
pedalen schoon, zodat ze perfect blijven werken.
De schoenplaatjes en klikpedalen zijn geschikt voor
alle standaard klikschoenen. De schoenplaatjes
zorgen ervoor dat de voet zijwaarts kan draaien
om de druk op de knieën te verminderen. Pas voor
gebruik de sterkte van de pedaalvergrendeling naar
wens aan.
VOORZICHTIG! Controleer de pedalen voor elke
training. Vervang de pedalen zodra u speling op de
pedaalas opmerkt, om gevaar te vermijden.
H 7.4 Maak uw voeten los uit de klikpedalen door
uw hiel zijwaarts te draaien.
H 8 DE APPARATUUR VERPLAATSEN
H 8 Met de meegeleverde transportwielen kan de
apparatuur veilig en gemakkelijk worden verplaatst.
Gebruik de transportwielen zoals aangegeven op
de afbeelding.
Zorg ervoor dat u tijdens het trainen in
de juiste ergonomische houding zit. Pas
de zadel- en stuurposities aan, afhankelijk
van het doel van uw trainingssessie, en raadpleeg
daarbij de bedieningsinstructies H1.5 – H1.6; H1.5
– H2.3-2.4; H3.3 + H3.5 en H4.1 – H4.2.