[Bluetooth Codec - LDAC]
Deze functie is alleen beschikbaar als u
de [Bluetooth-stand] op [Ontvanger] of
[Zender] instelt.
[Aan]: LDAC codec inschakelen.
[Uit]: LDAC codec uitschakelen.
Opmerking
Als u de [Bluetooth Codec - LDAC]-
instelling wijzigt, wanneer een
BLUETOOTH-apparaat is aangesloten,
wordt de instelling van de codec pas actief
na de volgende verbinding.
Tip
LDAC is een audiocoderingstechnologie
ontwikkeld door Sony, waarmee de
overdracht van High-Resolution (Hi-Res)
Audio-inhoud tot stand kan worden
gebracht, zelfs via een BLUETOOTH-
verbinding. In tegenstelling tot andere
BLUETOOTH-compatibele
coderingstechnologieën zoals SBC, werkt
deze technologie zonder down-conversie
van de Hi-Res Audio-inhoud*, en kan ze
ongeveer driemaal zoveel gegevens**
overdragen over een draadloos
BLUETOOTH-netwerk als de andere
technologieën, en dit met een ongekende
geluidskwaliteit, dankzij een efficiënte
codering en een geoptimaliseerde
verdeling in pakketten.
* Met uitzondering van inhoud in DSD-
formaat.
** In vergelijking met SBC (Subband-
codering), als een bitrate van 990 kbps
(96/48 kHz) of 909 kbps (88,2/44,1 kHz)
is geselecteerd.
[Draadloze afspeelkwaliteit]
U kunt de gegevensoverdrachtsnelheid
van het afspelen van LDAC instellen.
Deze functie is alleen beschikbaar als u
de [Bluetooth-stand] op [Zender] instelt
en de [Bluetooth Codec - LDAC] op
[Aan].
[Auto]: De gegevenssnelheid wordt
automatisch aangepast aan de
omgeving. Gebruik een van de andere
drie instellingen als het afspelen van
audio niet stabiel is.
[Geluidskwaliteit]: De hoogste
gegevenssnelheid wordt gebruikt. Het
geluid wordt in een hogere kwaliteit
doorgegeven, maar het afspelen van
audio kan soms onstabiel zijn als de
kwaliteit van de link niet goed genoeg
is.
[Standrd.]: De gemiddelde
gegevenssnelheid wordt gebruikt. Dit
compenseert zowel de geluidskwaliteit
als de afspeelstabiliteit.
[Verbinding]: De stabiliteit heeft de
voorkeur. De geluidskwaliteit kan
redelijk zijn en de verbindingsstatus is
hoogstwaarschijnlijk stabiel. Als de
verbinding niet stabiel is, wordt deze
instelling aanbevolen.
[Systeeminstellingen]
[Taal van weergaveschermtekst]
U kunt de gewenste taal selecteren voor
het on-screen-display van het systeem.
[HDMI-instellingen]
[Controle voor HDMI]
[Aan]: Schakelt de [Controle voor HDMI]-
functie in. U kunt onderlinge apparaten
bedienen die met een HDMI-kabel zijn
verbonden.
[Uit]: Uit.
[Audio Return Channel]
Deze functie is beschikbaar als u het
systeem op een HDMI IN-aansluiting
van een televisie aansluit die
compatibel is met de audio-
retourkanaalfunctie en als [Controle
voor HDMI] ingesteld is op [Aan].
27
NL