1.
In het bovenste gedeelte van het venster Substraat bewerken selecteert u de substraatcategorie en de
naam van een specifieke substraatvoorinstelling die u wilt bewerken.
OPMERKING:
2.
Selecteer in het midden van het venster het aantal passages, aantal kleuren en de inktdichtheid; en de
naamcombinatie om het zichtbaar te maken in het dialoogvenster Afdrukken.
3.
Wijzig de substraatinstellingen in de tabel afdrukmodus. Druk op Substraat bijwerken als u dit wilt wijzigen.
4.
Wijzig in het onderste gedeelte van het venster de instellingen voor uw naamcombinatie. Druk op
Afdrukmodus bijwerken als u een reeds bestaande naamcombinatie wilt wijzigen.
TIP:
TIP:
5.
Schakel de modus Systeem opwarmen in voor een stabielere kleurconsistentie gedurende lange
afdrukopdrachten. Wanneer deze modus is ingeschakeld, voert de printer automatisch een opwarmroutine
direct voorafgaand aan de echte taak uit, zodat het afdruksysteem een stabiele bedrijfstemperatuur heeft.
Deze procedure kan maximaal twee minuten duren en wordt daarom alleen aanbevolen voor taken waarbij
nauwe kleurovereenstemming gedurende lange afdrukopdrachten vereist is. Gebruik deze optie niet voor
enkele afdrukken of korte afdrukopdrachten.
Systeem opwarmen is alleen van toepassing in de volgende afdrukmodi:
6p 80% - 100%
●
8p 80% - 120%
●
10p 80% - 120%
●
Om een hoog geoptimaliseerde voorinstelling voor één van de specifieke substraatdoeleinde wilt bereiken, moet
u mogelijk andere instellingen wijzigen om te compenseren. Om een evenwichtige voorinstelling te bereiken,
wordt u aangeraden om de wizard Nieuw substraat toevoegen te gebruiken of een algemene voorinstelling.
102 Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraat
Algemene voorinstellingen kunnen niet worden bewerkt.
Het aanbevolen maskertype voor de afdrukmodus is Groot masker voor de beste kleurbalans.
Het Uniformiteitsmasker wordt aanbevolen voor een betere uniformiteit van de korreligheid.
NLWW