Hoofdstuk 8
Statusinformatiebalk over het vaartuig
De statusindicatoren staan boven in het scherm wit op
zwart en zijn alleen beschikbaar op parameterschermen,
met uitzondering van het diagnostieksymbool, dat op
alle schermen kan verschijnen.
Statusindicatoren (afbeelding 14)
1. Actieve diagnostische status van actief station
2. Status langzame vaarmodus (Slow Vessel Mode
ofwel SVM)
3. Stand koppeling
4. Status sleepvismodus
5. Status motorsynchronisatie
Het symbool van de diagnostische status komt op de
plaats van de indicator voor het actieve station als er
een actieve diagnostische melding is.
Parameter
Status langzame
SVM geactiveerd
vaarmodus (SVM)
SVM niet geactiveerd
Stand koppeling
Sleepvismodus
Motorsynchron-
Gesynchroniseerd
isatie modus
Gesynchroniseerd
STUURBOORD
BAKBOORD master
STUURBOORD
Sync uitgeschakeld
Actief station*
BAKBOORD vleugel
STUURBOORD
Machinekamer
* Als er een diagnose loopt, dan verschijnt het woord DIAGNOSTIC
in plaats van de locatie van het actieve station.
Pagina 34
34
Status
Tekst op het
scherm
Geen tekst op
scherm
Vooruit
AHEAD
Neutraal
NEUTRAL
Achteruit
ASTERN
Uitschakeling
Gear L/O
koppeling
Actief
Ingeschakeld
TROLL
Uitgeschakeld
Geen tekst op
scherm
SYNC-P
BAKBOORD
SYNC-S
CRUISE-P
Sync kruis
actief
CRUISE-S
master
Sync kruis
actief
Geen tekst op
scherm
brug
BRIDGE
PORT WING
STBD WING
vleugel
TOWER
Toren
ENG ROOM
AFT STATION
Station op het
FLY BRIDGE
achterdek
BOW STATION
Vliegbrug
Boegstation
SVM
Afbeelding 14
N40900