Hydraulische onderdelen
Defecten in het leidingwerk, koppelingen of verwijderde onderdelen
kunnen waterlekkage veroorzaken met als gevolg lichamelijk letsel, ma-
teriële schade of kortsluiting in de eenheid.
14
Modulaire configuratie eenheden
14.1
Eenheid in modulaire configuratie
Algemeen
Met de modulaire configuratie kunnen maximaal 16 eenheden worden
gekoppeld.
Het systeem wordt geregeld door de mastereenheid.
Elke eenheid met een warmwateroptie die wordt bestuurd door de HP,
moet een eigen warmwatertank hebben.
De eenheden moeten door middel van Modbus met elkaar verbonden
worden.
Besturingslogica
In een cascadesysteem worden Tw (aanvoerwatertemperatuur voor het
hele systeem) en TWS (gewenste temperatuur) gemeten door de mas-
tereenheid.
De mastereenheid zal periodiek (de standaard interval is 80 seconden)
de huidige belasting evalueren op basis van de uitlaatwatertemperatuur,
het verschil met de gewenste temperatuur en de snelheid van de veran-
dering van de watertemperatuur.
Afhankelijk van de evaluatie van de belasting die door de mastereenheid
wordt uitgevoerd, wordt het aantal actieve eenheden gelijk gehouden,
verhoogd of verlaagd.
Eenmaal ingeschakeld blijft een eenheid werken volgens zijn eigen logica
(T4, watertemperatuur, enz.).
Tw-regelsensor
Tw regelt de warmtepomp in aanwezigheid van een HP en een tweede
warmtebron, geactiveerd door de Heat1-functie of op basis van cascade
(meer dan 1 HP in het systeem).
Als er slechts één HP is zonder tweede warmtebron die door de Heatf1-
functie geactiveerd wordt, dan wordt de HP door Two (in de HP) be-
stuurd.
De TW-sensor moet op de buffertank of in de toevoerleiding van het ap-
paraat worden geïnstalleerd, op een zo groot mogelijke afstand.
De temperatuurregelsensor voor TW-uitlaatwater, de waterschakelaar
en de elektrische hulpverwarming moeten worden aangestuurd door de
mastereenheid.
Adr.2
Slave
Afb. 221 De TW-sensor
CS3000 AWP – 6721856002 (2024/06)
Adr.1
Adr.0
Slave
Master
0010045044-001
Warm water voor huishoudelijk gebruik
In een cascadesysteem met warmwatervoorziening moet de systeem-
configuratie als volgt zijn:
• Elke eenheid moet voorzien zijn van een eigen pomp, de dipschake-
laar S12-2 op alle eenheden moet AAN staan.
• Elke eenheid moet zijn eigen externe warmwatertank hebben, omdat
de warmwaterbelasting door elke slave-eenheid wordt geëvalueerd.
• In een systeem met zowel eenheden met en eenheden zonder warm-
waterklep moeten de hoogste adresnummers worden toegewezen
aan de warmwatereenheden (geen master).
Elektrische aansluitingen
Alle eenheden moeten onderling worden verbonden via de X-Y-E BUS.
De aansluitpoort bevindt zich op de XT2, aansluitstekker 5,6 en 7.
De kabel moet afgeschermd zijn.
Afb. 222 Communicatiebus modulaire eenheid
Modulaire configuratie eenheden
0010045043-001
203