Afb. 220 Stap niet op het oppervlak van het apparaat en plaats er geen
zware voorwerpen op.
Om de betrouwbaarheid van het systeem te garanderen, is regelmatig
onderhoud verplicht.
Om aan de fabrieksgarantie te voldoen, moet de eenheid minimaal één
keer per jaar onderhouden worden.
Documenteer alle onderhoudscontroles die met betrekking tot het appa-
raat worden uitgevoerd.
Controleer tijdens het onderhoud:
• Of de elektrische aansluitingen en de hoofdvoeding stevig vast zitten.
• De werking van de extra verwarming en de bedrijfsuren.
• De temperatuur- en druksensoren en beveiligingen.
• De magneetschakelaars van de compressoren.
• De waarden van het koudemiddelcircuit; inclusief het controleren
van de vulling van het koudemiddel.
• Het oliepeil van de compressoren.
• Of er lekkage van koudemiddel is.
• De magnetische en 4-wegklep.
• De filterdroger.
• De reiniging van de luchtspiralen.
• De reiniging van de voorfilters.
• De dempers.
CS3000 AWP – 6721856002 (2024/06)
• Het schoepenrad van de ventilator.
• Het reinigen van de condensor indien nodig (vuil in de wisselaar).
• Het reinigen van de afvoerpan en de condensaatbuis.
• Het reinigen van het waterfilter.
• De algemene reiniging van het apparaat.
Logboek eenheid
Maak een boekje voor de betreffende eenheid om aantekeningen te ma-
ken en de werkzaamheden aan de betreffende eenheid bij te houden en
werk het verslag van de storingen en de oplossingen bij.
Registreer in dit boekje:
• De datum.
• Beschrijving van de interventie.
• Uitgevoerde maatregelen.
Stand-bybedrijf
Wanneer er een langere periode van stilstand wordt verwacht, schakel
dan de voeding van de eenheid uit om bevriezingsgevaar te voorkomen.
0010045027-001
(Gebruik glycol of maak het systeem leeg).
Ontkoppel ook de spanning om risico en schade in geval van bliksemin-
slag te voorkomen. Schakel de stroom uit om elektrische risico's of scha-
de door blikseminslag te voorkomen.
Houd bij lagere temperaturen de verwarmingselementen in de elektri-
sche schakelkast ingeschakeld (optie).
Een gespecialiseerde technicus moet het systeem opstarten na een pe-
riode van inactiviteit, speciaal na seizoensstops of voor een wisseling
van de seizoenen. Volg de instructies in het hoofdstuk Opstarten.
Plan van te voren technische ondersteuning in om te garanderen dat het
systeem kan worden gebruikt zodra het nodig is.
Raadpleeg bij het opnieuw opstarten de aanwijzingen in het hoofdstuk
( 7 )
Systeem aftappen
0010045028-001
Laat het systeem niet periodiek leeglopen, omdat er dan een corrosief
verschijnsel kan optreden. Tap het systeem alleen af indien nodig.
Houd de volgende procedure aan bij het aftappen van het systeem:
▶ Maak het systeem leeg.
▶ Maak de warmtewisselaar leeg, gebruik alle afsluiters en borgschoe-
ven.
▶ Blaas de warmtewisselaar door met perslucht.
▶ Droog de warmtewisselaar met hete lucht. Vul de warmtewisselaar
met glycoloplossing voor meer veiligheid.
▶ Bescherm de warmtewisselaar tegen lucht.
▶ Neem de aftapdoppen van de pompen.
▶ Waarborg dat er geen water achterblijft in de leidingen vanwege be-
vriezingsgevaar.
Spoel het systeem voor het opstarten.
Aanwezig antivriesmiddel in het systeem mag niet vrij worden afgevoerd
omdat deze vloeistof vervuilend is. De vloeistof moet worden opgevan-
gen en hergebruikt.
Was het systeem voordat u het opstart. Het herstarten na een periode
van stilstand moet door een gekwalificeerde technicus worden uitge-
voerd (vooral na seizoensstops of een wisseling van de seizoenen). Con-
troleer bij het opnieuw opstarten ( Opstarten)
Onderhoud
199