Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling Van De Reserveverwarming - Bosch CS 3000 AWP 16 Installatie- En Bedieningshandleiding

Lucht-waterwarmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Opstarten
Periodieke instellingen van de pomp
PUMP ON/OFF TIME
PUMP ON TIME
PUMP OFF TIME
Ok
Afb. 198 Interface voor het instellen van de schakeltijd van de water-
pomp
"Pomp inschakeltijd" stelt de looptijd in wanneer de geforceerd pomp
wordt ingeschakeld, het instelbereik is 5~60, de standaardinstel-
ling is 5, en het instelbereik is 5.
"Pomp uitschakeltijd" stelt de intervaluitschakeltijd in wanneer de pomp
geforceerd wordt ingeschakeld, het instelbereik is 0~60, de stan-
daardinstelling is 0, en het instelbereik is 5.
7.6.3

Instelling van de reserveverwarming

VERWARMEN 1 (systeem)
Deze beschrijving heeft alleen betrekking op de werking van de warmte-
pomp.
Elektrische verwarming tegen bevriezing
Als dipschakelaar S6-1 op UIT (omlaag) staat, gaat het systeem naar de
logica waarbij de antivriesfunctie wordt beheerd door de elektrische ver-
warming (verwarmingslint rond de leidingen). Deze functie is vooral han-
dig wanneer de eenheid lange tijd UIT staat bij lage een lage temperatuur
van de buitenlucht. De verwarmers worden geactiveerd bij een water-
temperatuur onder 6 °C.
Integratie met de warmtepomp
Om de functies van het extra verwarmingselement van de warmtepomp
te activeren, moet u ervoor zorgen dat dipschakelaar S6-1 op AAN (om-
hoog) staat en Heat1 is ingeschakeld op de HMI. De andere parameters
moeten naar behoefte geconfigureerd worden zodra hun functie duide-
lijk is.
In de eerste 2 minuten na het inschakelen van de pomp wordt de reser-
veverwarmingsregeling UIT gehouden, waarna de volgende gevallen zich
kunnen voordoen:
• Werking van de reserveverwarming ter vervanging van de warm-
tepomp
– Wanneer de warmtepomp niet kan werken door een storing of
vanwege een beveiliging (geen compressorbeperking), schakelt
de reserveverwarming in ter vervanging van de warmtepomp
wanneer de watertemperatuur minder dan 3 K onder de instel-
waarde ligt, en schakelt deze uit zodra de watertemperatuur de
instelwaarde van 2 K heeft overschreden. (Deze waarde kan op
de HMI worden aangepast.)
• Het inschakelen van Heat1 forceren
– De werking van de reserveverwarming forceren: In het menu 
Servicemenu  Warmteregeling  Heat1  Heat1 inschakelen
 Forceer Heat1 open (stel in op ja).
– Hierdoor start de reserveverwarming in de handmatige modus.
Zodra de instelwaarde is bereikt, schakelt de reserveverwarming
uit. De handmatige regeling is slechts eenmaal van toepassing en
184
• Werking van de reserveverwarming bij een lage luchttempera-
5
min
5
min
• Activering van de reserveverwarming in combinatie met de
Naam
Heat1 inschakelen Reserveverwarmi
0010052966-001
T_Heat1_Delay
DT_Heat1_OFF
T4_Heat1_ON
Tabel 133
VERWARMEN 2 (voor de reserveverwarming voor warm tapwater)
Controleer of Heat2 geactiveerd is onder Menu  Servicemenu 
Warmteregeling  Heat2  Heat2 inschakelen  Forceer inschakelen
van Heat1 (instellen op ja).
Als de eenheid in alarm E6 staat (storing T5 van de watertanksensor) of
als de watertemperatuur voor huishoudelijk gebruik hoger is dan 71 °C,
wordt de reserveverwarming niet ingeschakeld.
• Werking van de reserveverwarming ter vervanging van de warm-
• Het inschakelen van Heat2 forceren
• Werking van de reserveverwarming bij een lage luchttempera-
zal niet automatisch starten, zelfs niet als de watertemperatuur
onder de instelwaarde zakt.
tuur
– Als de eenheid in de warmtepompmodus werkt met een luchttem-
peratuur lager dan 5 °C (waarde kan op de HMI worden aange-
past), maar de instelwaarde niet binnen 90 minuten bereikt
(waarde kan op de HMI worden aangepast), wordt de reservever-
warming in de warmtepomp geïntegreerd.
warmtepomp
– Als de instelwaarde hoger is dan de maximale instelwaarde bin-
nen het bereik van de eenheid, wordt de reserveverwarming ge-
activeerd om de warmtepomp te integreren.
Effect
ng van het
systeem
Activeringstijd
T uit ten opzichte
van instelpunt
Luchttemperatuur
ligt onder het punt
waarop Heat1
wordt geactiveerd
tepomp
– Wanneer de warmtepomp niet kan werken vanwege een storing,
zich in een beveiligde toestand bevindt (geen compressorbeper-
king), of de eenheid buiten zijn bereik is, schakelt de reservever-
warming in ter vervanging van de warmtepomp wanneer de
watertemperatuur minder dan 5 K onder de instelwaarde ligt, en
schakelt deze uit zodra de watertemperatuur de instelwaarde van
5 K heeft overschreden (waarden kunnen op de HMI worden aan-
gepast).
– De werking van de reserveverwarming forceren: In het menu 
Servicemenu  Warmteregeling  Heat2  Heat2 inschakelen
 Forceer Heat2 open (stel in op ja).
– Hierdoor start de reserveverwarming in de handmatige modus.
Zodra de instelwaarde is bereikt, schakelt de reserveverwarming
uit. De handmatige regeling is slechts eenmaal van toepassing en
zal niet automatisch starten, zelfs niet als de watertemperatuur
onder de instelwaarde zakt.
tuur
– Als de eenheid in de warmtepompmodus werkt met een luchttem-
peratuur lager dan 5 °C (waarde kan op de HMI worden aange-
past), maar de instelwaarde niet binnen 90 minuten bereikt
(waarde kan op de HMI worden aangepast), wordt de reservever-
warming in de warmtepomp geïntegreerd.
CS3000 AWP – 6721856002 (2024/06)
Voorbepaald
Standaar
gebied
d
Nee/ja
Nee
60...240min
90 min
2...10 °C
5 °C
-5...13 °C
5 °C

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave