Problemen oplossen
Bericht
99_LO O2 PRESSURE (lage
O2-druk) 1
100_ROTARY V STOP:ON
(draaiventiel gestopt:aan)
101_ROTARY V STOP:OFF
(draaiventiel gestopt:uit)
102_OZONE GEN FAULT (fout
ozongen)
103_OZONE FAN FAULT (fout
ozonventilator)
24
Tabel 3 Systeemwaarschuwingen (vervolg)
Beschrijving
De zuurstofdruktoevoer was lager
dan 200 mbar gedurende meer dan
60 seconden. Als de zuurstofdruk
niet tot normale waarden daalt,
wordt de luchttoevoer geïsoleerd
van de analyser en wordt er geen
zuurstof geproduceerd.
De roterende klep is gestopt met de
rotatiesensor ingeschakeld
(sensorsignaal 1). De sensor werkt
niet naar behoren omdat wordt
aangegeven dat deze doorlopend
ingeschakeld is (sensorsignaal 1).
De roterende klep is gestopt met de
rotatiesensor uitgeschakeld
(sensorsignaal 0). De sensor werkt
niet naar behoren omdat wordt
aangegeven dat deze doorlopend
uitgeschakeld is (sensorsignaal 0).
De stroom door de ozongenerator
daalde tot minder dan 0,2 A
gedurende meer dan 5 seconden.
De spanning op de ventilator van de
ozongenerator is gedurende meer
dan 5 seconden gedaald tot minder
dan 1,5 V (of gestegen tot meer dan
3,5 V).
Opmerking: De ventilator van de
ozongenerator is een optionele
component.
Oorzaak en oplossing
Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) >
DIAGNOSTICS (diagnose) > O2-CTRL STATUS
(status O2-regeling).MAINTENANCE
(onderhoud)DIAGNOSTICS (diagnostiek)O2-CTRL
STATUS (O2-controlestatus) Gebruik de
zuurstofdrukregelaar om de zuurstofdruk te
verhogen tot 400 mbar (±10 mbar) bij een MFC-flow
van 20 L/uur.
Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) >
DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren) > MFC. Stel de MFC in op 20 L/u.
Controleer de rotatie van de roterende klep.
Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) >
DIAGNOSTICS (diagnose) > O2-CTRL STATUS
(status O2-regeling).MAINTENANCE
(onderhoud)DIAGNOSTICS (diagnostiek)O2-CTRL
STATUS (O2-controlestatus) Controleer de signalen
van de roterende klep (1 = aan, 0 = uit) terwijl de
klep draait.
Vervang de roterende klep voor de
zuurstofconcentrator. Zie
Reserveonderdelen en -
accessoires
op pagina 47.
Als de waarschuwing verdwijnt, brandt de groene
led (stappenregeling) op de printplaat voor zuurstof.
Controleer zekering 4 (F4) op het moederbord.
Vervang de zekering als deze is doorgebrand. Zie
Een zekering vervangen
op pagina 7. Zorg ervoor
dat de zekering volledig in de zekeringhouder zit.
Druk op de resetknop op het moederbord.
Schakel de stroom naar de analyser uit, wacht
30 seconden en schakel de analyser vervolgens in.
Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) >
DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren) > OZONE GENERATOR
(ozongenerator). Controleer de stroomsterkte van
de ozongenerator, die tussen 0,35 A en 0,55 A moet
liggen.
Controleer de werking van de ventilator in de
ozongenerator.
Controleer de bedrading op klemmen N01 en
N03 op de plaat van de ozongenerator.