4
Aanhangwagens trekken
– Trek de veiligheidsgreep (3) naar buiten.
– Duw de handhendel (2) omhoog.
GEVAAR
Er kunnen mensen tussen de heftruck en de aan-
hangwagen bekneld raken.
Zorg ervoor dat bij het aankoppelen niemand zich
tussen de heftruck en de aanhangwagen bevindt.
LET OP
Bij het aankoppelen moet het trekstangoog zich
in het midden van de vangmuilkoppeling bevinden.
Nalatigheid hierin kan tot beschadiging van de van-
gmuilkoppeling of het trekstangoog leiden!
– Zorg ervoor dat het trekstangoog de vangmuilkop-
peling in het midden binnengaat.
– Rijd de machine langzaam achteruit.
GEVAAR
Als de koppelpen tijdens het slepen losraakt, zal de
last loskomen en wordt de aanhangwagen oncon-
troleerbaar. Er bestaat een ongevalrisico!
Als de veiligheidsgreep uitsteekt, is het trekstangoog
niet goed aangekoppeld. In deze toestand mag er
niet met de aanhangwagen worden gereden.
– Controleer of de veiligheidsgreep helemaal op
één lijn ligt met de borgbus.
– Als de veiligheidsgreep uitsteekt, dient de aankop-
pelprocedure te worden herhaald.
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen
van de aanhangwagen.
– Sleep de aanhangwagen weg.
Model RO*243 handmatig sluiten
GEVAAR
Verwondingsgevaar door bekneld raken van de
hand!
Kom met uw hand niet in de buurt van de koppel-
pen. Als bijvoorbeeld een sleeptouw aan de aanhan-
gerkoppeling moet worden bevestigd, gebruik dan
uitsluitend een geschikt hulpmiddel (bijv. een monta-
gehefboom) om de aanhangerkoppeling te sluiten.
– Gebruik een geschikt hulpmiddel (bijv. een
montagehefboom) om de koppelpen omh-
oog te drukken.
366
57378011505 NL - 12/2023 - 09
3
Bediening
2
7321_003-064