OPMERKINGEN
De nominale spanning bedraagt 100 tot 264V. Als de spanning het meetbereik overschrijdt
verschijnt er een uitroepteken achter evenals het bericht "Voltage Ulpe < 100V/Voltage Ulpe >
264" nadat men op de START-toets gedrukt heeft. Men hoort eveneens een geluidssignaal.
Bij oververhitting van het toestel verschijnt het bericht "Overheated". Wacht en probeer later
opnieuw.
Het toestel verandert automatisch de klemmen L en N als de snoeren N/L2 en L/L1 (universele
testkabel) omgekeerd verbonden zijn, als de klemmen van het stopcontact omgekeerd zijn of als de
testprobe met stekker omgekeerd is.
De opgegeven nauwkeurigheid van de testparameters is enkel geldig als de netspanning stabiel is
tijdens de meting.
3.14.
Lijnimpedantie en kortsluitstroom
Voor meer informatie, zie handboek "Metingen op elektrische installaties in theorie en praktijk".
HOE VOERT MEN DE METING UIT ?
Fase 1
Verbind de testkabel (testprobe met stekker of universele testkabel) met de Eurotest 61557.
Zet de functieschakelar op ZLINE; het volgende menu verschijnt.
Fig. 64: Beginmenu voor lijnimpedantie
Fase 2
Verbind de testkabel met het testobject (netstekker of andere testklemmen) zoals hieronder
afgebeeld (druk op de HELP-toets voor meer informatie).
Fig. 65: Verbinding testprobe met stekker in optie (Bestelnummer A 1001)
Ro
R
E
Isc..
kortsluitstroom
R..
resistief gedeelte van de impedantie
XL...
inductief gedeelte van de impedantie
Uln...
netspanning tussen fase (L) & neutraal(N)
Option A 1001
L1
L2
L3
N
PE
45