Fase 2
(1)
Programmeer de buzzermodus met de buzzer (F3)-toets. De buzzer kan in de actieve modus
geprogrammeerd worden (buzzersymbool bovenaan op het scherm) ofwel in de passieve modus
(geen symbool). In de actieve modus wordt elk weergegeven resultaat dat lager is dan de
geprogrammeerde bovenste grenswaarde (goed resultaat) gedurende ± 2 seconden vergezeld van
een geluidssignaal.
Fase 3
(1)
Programmeer de bovenste grensweerstandwaarde. De testresultaten zullen nadien vergeleken
worden met de geprogrammeerde grenswaarde. Zijn deze hoger, dan verschijnt er een
uitroepteken achter, evenals het bericht "Result over limit". Zijn de resultaten lager , dan hoort
men een geluidssignaal (enkele in de actieve buzzermodus).
Hoe programmeert men de bovenste grenswaarde ?
(2)
Druk op de Hlim (F2)-toets om het instelmenu voor bovenste grenswaarde te activeren (zie
hieronder).
Fig. 13: Instelmenu voor grenswaarde
(3)
Men kan waarden tussen 0.1Ω en 20.0Ω in stappen van 0.1Ω selecteren d.m.v. de pijltjestoetsen
(F2) en (F3). Moet het resultaat niet vergeleken worden met de geprogrammeerde grenswaarde,
druk dan op de Off (F4)-toets. De geprogrammeerde grenswaarde (bovenaan op het scherm)
wordt vervangen door het bericht *Ω. De Off toets verandert in On om de gebruiker in staat te
stellen de grenswaarde te reactiveren en vice versa.
(4)
Druk op de Back (F1)-toets na het programmeren van de grenswaarde om naar het beginmenu
voor continuïteit van de aardingsgeleiders (fig. 8) terug te keren.
Fase 4
(1)
Compensatie van de meetsnoeren (als ze nog niet gecompenseerd werden of als reeds
gecompenseerde meetsnoeren verwisseld werden).
Hoe voert men de compensatie uit ?
(2)
Sluit de meetsnoeren kort (zie hieronder).
Fig. 14: Kortgesloten meetsnoeren
16