Fig. 11: Weergave van de doorslagspanning
Sla het resultaat op (cfr punt 4.3).
OPMERKINGEN
Opdat het testresultaat niet zou beïnvloed worden door de aangesloten belastingen, moet de
overspanningsbeveiliging weggenomen worden alvorens ze te testen.
Is het niet mogelijk om deze te verwijderen (permanente verbinding), koppel dan alle andere
elementen los die met de installatie verbonden zijn en en die het testresultaat zouden kunnen
beïnvloeden.
3.3. Continuïteit van de aardingsgeleiders
De continuïteit van de aardingsgeleiders moet gemeten worden alvorens de netspanning verbonden
wordt met de te testen installatie (nieuwe of aangepaste installaties). De maximum toegelaten
isolatieweerstand hangt af van het vermogen van de aangesloten belastingen, het type van
installatiesysteem (TN, TT) enz.
Voor meer informatie, zie handboek "Metingen op elektrische installaties in theorie en praktijk".
Waarschuwing !
Zorg ervoor dat het testobject ontladen is (netspanning uitgeschakeld) alvorens de meting te
beginnen !
HOE VOERT MEN DE METING UIT ?
Fase 1
(1)
Verbind de testkabel (universele testkabel of testprobe met meetpunt) met de Eurotest 61557.
Zet de functieschakelaar op R ±200mA/CONTINUITY; het menu voor continuïteit van de
(2)
aardingsgeleiders of het menu voor continuïteit wordt weergegeven.
Selecteer de functie continuïteit van de aardingsgeleidres d.m.v. de FUNC (F1)-toets. De functie
is geselecteerd als "R ± 200mA" wordt weergegeven (zie hieronder)
Fig. 12.: Beginmenu voor continuïteit
10.0Ω... laatstgeprogrammeerde bovenste
weerstandwaarde
R+....... gedeeltelijk resultaat (blauw snoer
verbonden met de positieve klem
van de testspanning)
R-........ gedeeltelijk resultaat (blauw snoer
verbonden met de negatieve klem
van de testspanning)
15