5.6.2
Aansluitbus afstandsbediening 19-polig
Pos. Pin
1
A
2
B/L
3
F
4
C
5
D
6
J/U
7
K
8
V
9
R
10
H
11
M/N/P Ingang
12
G
5.6.3
Robot-interface RINT X12
De digitale standaardinterface voor geautomatiseerde toepassingen
(optie, uitbreiding aan het apparaat of extern door de klant)
Functies en signalen:
• Digitale ingangen: Start/Stop, selecteren van bedrijfsmodi, job's en programma's, draad invoeren, gas-
test
• Analoge ingangen: Regelspanningen bijv. voor lasvermogen, lasstroom, e.a.
• Relaisuitgangen: Processignaal, lasgereedheid, algemene installatiefout, e.a.
099-000125-EW505
29.9.2022
Signaalvorm Benaming
Uitgang
Aansluiting voor kabelmantel (PE)
Uitgang
Stroom-vloeit-signaal I>0, potentiaalvrij (max. +- 15 V / 100 mA)
Uitgang
Ref erentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA)
Ingestelde regelspanning voor hoofdstroom, 0 - 10 V (0 V = I
Ingang
I
)
max
Ingestelde regelspanning voor daalstroom, 0 - 10 V (0 V = I
Ingang
I
)
max
Uitgang
Ref erentiepotentiaal 0 V
Uitgang
Voeding: +15 V, max. 75 mA.
Uitgang
Voeding: -15 V, max. 25 mA.
Ingang
Lasstroom start / stop
Ingang
Omschakeling lasstroom hoofd- of daalstroom (pulsen)
Activering ingestelde regelspanning
Alle 3 signalen op referentiepotentiaal 0 V zetten om de extern
ingestelde regelspanning voor hoofd- en daalstroom te activeren
Uitgang
Meetwaarde I
Afbeelding 5-38
(1 V = 100 A)
SOLL
Opbouw en functie
Interf aces voor de automatisering
min
/ 10 V =
min
/ 10 V =
55