Opbouw en functie
TIG-lassen
5.2.7
Lastoorts (bedieningsvarianten)
Met dit apparaat kunnen verschillende toortsvarianten worden gebruikt.
Functies van de bedieningselementen, zoals toortsschakelaars (BRT), wipschakelaars of potentiometers
kunnen af zonderlijk via toortsmodi worden aangepast.
Verklaring van de tekens op de display:
Symbool
5.2.7.1
Lastoortsmodus
De gebruiker beschikt over de modi 1 tot 6 en de modi 11 tot 16. De modi 11 tot 16 hebben dezelfde
f unctionele mogelijkheden als modi 1 tot 6, maar zonder tiptoetsfunctie > zie hoofdstuk 5.2.7.6 voor de
daalstroom.
De f unctionele mogelijkheden in de verschillende modi vindt u in de tabellen van verschillende lastoort-
sen.
In het apparaatconfiguratiemenu via parameter Toortsconfiguratie "
" > zie hoofdstuk 5.8 worden de toortsmodi ingesteld.
Alleen de genoemde modi zijn zinvol voor de verschillende toortstypes.
30
Beschrijving
Druk op de toortsschakelaar
Druk kort op toortsschakelaar
Druk kort en vervolgens lang op de toortsschakelaar
" > Toortsmodus "
099-000125-EW505
29.9.2022