installatie
3.2.5 Striplengte van motor- en netvoedingskabels
Opmerking: Str ip ook de plastic kabelomhulling voor 360 gr aden aar ding. Zie de
afbeeldingen 3.5, 3.6 en 3.9.
3.2.6 Kabelinstallatie en de UL-standaard
Om aan de voor waar den van UL (Under wr iter s Labor ator ies) te voldoen, moet een
door UL goedgekeur de koper en kabel met een hittebestendigheid van minimaal +60/
75 C wor den gebr uikt.
3.2.7 Isolatiemetingen van kabels en motor
Deze metingen kunnen als volgt wor den uitgevoer d als volgt, wanneer het
ver moeden bestaat dat de motor - of kabelisolatie defect is.
1. Isolatiemetingen motorkabel
Koppel de motor kabel los van de aansluitingen U/T1, V/T2 en W/T3 van de
fr equentier egelaar en van de motor . Meet de isolatieweer stand van de motor kabel
tussen de fasecondensator en onder ling en tussen elke fasecondensator en de
veiligheidscondensator .
De isolatieweer stand moet > 1MOhm zijn.
2. Isolatiemetingen netvoedingskabel
Koppel de netvoedingskabel los van de aansluitingen L1, L2/N en L3 van de
fr equentier egelaar en van het voedingsnet. Meet de isolatieweer stand van de
motor kabel tussen de fasecondensator en onder ling en tussen elke fasecondensator
en de veiligheidscondensator . De isolatieweer stand moet > 1MOhm zijn.
3. Isolatiemetingen motor
Koppel de motor kabel los van de motor en open de br ugver bindingen in in de
motor aansluitdoos. Meet de isolatieweer stand van elke motor wikkeling. De
meetspanning moet ten minste even hoog zijn als de nominale motor spanning, maar
mag niet hoger zijn dan 1000 V. De isolatieweer stand moet > 1MOhm zijn.
24- uur s onder steuning +358 (0)40 837 1150 • E- mail: vacon@ vacon.com
Afbeelding 3.10: Strippen van kabels
•
vacon
18
3