Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbeeld koelen / verwarmen met de keuzeschakelaar koelen /
verwarmen
(Zie afbeelding 20)
1. Printplaat buitenunit (A1P)
2. Gebruik de doorvoer voor de afgeschermde kabel
(2-aderig) (geen polariteit)
3. BS-unit A
4. BS-unit B
5. Laatste BS-unit
6. Binnenunit
7. Afstandsbediening
8. Apparaat voor alleen koelen
Voorbeeld van het inschakelen van koelen / verwarmen met
twee of meer buitenunits in serie met de keuzeschakelaar
koelen / verwarmen
•
Gebruik voor de bedrading zoals is weergegeven in afbeelding
20 altijd afgeschermd 0,75 - 1,25 mm
(Alleen voor de keuzeschakelaar koelen / verwarmen kan
drie-aderig snoer worden gebruikt.) (Dikte isolatiemateriaal:
minimaal 1 mm)
•
De snoeren uit afbeelding 20 worden niet meegeleverd.
Let op
Zorg dat de afstanden in de installatie niet groter zijn dan zoals
die zijn aangegeven in onderstaande afbeeldingen. Wanneer de
kabellengte tussen twee apparaten groter is dan de toegestane
lengte, kan dat tot fouten in de besturing leiden.
Maximale kabellengte: 1000 meter
Totale bedradingslengte: 2000 meter
Maximaal aantal vertakkingen: 16
In de bekabeling tussen de apparaten mogen maximaal 16 ver-
takkingen zitten. Het is niet toegestaan om een vertakking nog-
maals te vertakken.
(Zie afbeelding 21)
1. Vertakking
2. Vertakking van vertakking
Sluit de netvoeding nooit aan tussen twee apparaten. Hierdoor
kan het gehele systeem beschadigen.
Sequentieel opstarten
Sluit de bekabeling op de buitenunits aan op de manier zoals is
weergegeven in onderstaande afbeelding.
De fabrieksinstelling van de PCB (A1P) van buitenunits is "Sequen-
tieel opstarten mogelijk".
(Zie afbeelding 22)
1. Binnenunit
Koelen / verwarmen inschakelen
1.
Koelen / verwarmen instellen met de afstandsbediening die is
aangesloten op de binnenunit.
Laat de keuzeschakelaar koelen / verwarmen (SS1) op de print-
plaat van de buitenunit (A1P) staan op de in de fabriek ingestelde
stand IN/D UNIT.
(Zie afbeelding 23)
1. Afstandsbediening
Let op
Om de apparaten stil te kunnen bedienen is het noodzakelijk om
de "Externe besturingsadapter voor buitenunits" aan te schaffen.
Meer informatie hierover vindt u in de installatiehandleiding bij
de adapter.
De voedings- en besturingsbekabeling op het apparaat aansluiten
•
Voer de voedings- en besturingsbekabeling altijd door een geleid-
ingsopening naar de binnenzijde van het apparaat.
•
Voer de voedingskabel door de bovenste opening aan de linkerz-
ijde van het apparaat (en door de doorvoer van de kabelmontage-
plaat –niet standaard meegeleverd) of door een uitbreekopening
in de onderplaat van het apparaat.
11
2
vinylsnoer (twee-aderig).
(Zie afbeelding 24)
REYP16,18,20
1. REYP8, 10 (hoofdunit)
2. RXEP8, 10 (subunit)
3. Doorvoerafdekking
4. Snijdt het deel met de diagonale markering weg
5. Voedingskabel
6. Afzonderlijk
7. Vertakking bedrading tussen binnen- en buitenunits.
8. Vertakking bedrading tussen buitenunits (sterkstroom)
9. Vertakking bedrading tussen buitenunits (zwakstroom)
10. snoer (zwakstroom)
11. vloeistofleiding
12. isolatiemateriaal
13. snoer (sterkstroom)
14. gasleiding
15. isolatiemateriaal
16. Zet de bedrading tussen de buitenunits met klemmen vast.
17. Gebruik een kabeldoorvoer of PVC-buis
18. Zet de bedrading vast met de klem in het aansluitingen-
compartiment
19. Zet de netvoedingkabel samen met de voedingkabel
voor de compressor vast
(Zie afbeelding 25)
REYP24,26,28,30
1. REYP16,20 (hoofdunit)
2-18. Gelijk aan REYP16,18,20
19. Zet de netvoedingkabel samen met de bedrading tussen
de omvormerunit en de schakelunit vast.
•
Ga als volgt te werk wanneer de voedingskabel vanaf de voorzijde
moet worden doorgevoerd. Zie ook afbeelding 26:
•
Verwijder de onderste plaat (1) aan de voorzijde van het appa-
raat en open een uitbreekopening (2).
•
Breng de drie afdichtingen (optioneel) (3) aan op de kabel-
montageplaat (optioneel) (4), zodanig dat deze correspon-
deren met het overlapte deel op de vorplaat.
•
Monteer de kabelmontageplaat op de voorzijde van de zijplaat
met de 2 bijgeleverde schroeven.
•
Pak de besturingskabel op via de middelste doorvoeropening aan
de linkerzijde van de behuizing, of vanaf de voorzijde van de hoof-
dunit (isoleer de aders eerst met isolatietape, zoals is weerge-
geven in afbeelding 27).
(Zie afbeelding 27)
1. leiding gasretourzijde
2. leiding gasaanvoerzijde
3. leiding vloeistofzijde
4. warmte-isolatie leiding
5. besturingskabel
6. isolatietape
Let op
Verwissel nooit de voedingskabel met de besturingskabel.
Let op de polariteit van de besturingskabel.
Controleer dat de besturingskabel(s) zijn bevestigd op de
manier zoals die is beschreven in het hoofdstuk "Aansluiten op
de installatie".
Controleer dat installatiebekabeling geen contact maakt met de
koelmiddelleidingen.
Sluit het deksel goed en leidt de bedrading zodanig dat het dek-
sel of andere delen niet los kunnen komen.
Wanneer u geen kabeldoorvoer gebruikt, moet de bedrading
met behulp van een stuk pvc-buis of vergelijkbaar materiaal
worden beschermd om te voorkomen dat de bedrading op de
scherpe rand van de uitgetikte doorvoeropening wordt
ingesneden.
Advertenties
Inhoudsopgave
