Wanneer bij het monteren van het deksel van het elektrische aansluitingen-
compartiment een spleet openblijft doordat de bedrading moet worden
doorgevoerd, moet deze worden afgedicht met kit om te voorkomen dat
insecten het elektrische aansluitingencompartiment kunnen binnendringen.
Onbrandbaarheid
(Selecteer een geschikte diameter voor de verschillende locaties.)
Afsluiters bedienen
(Zie afbeelding 29)
1.
Openen
1 Verwijder de dop (1) en draai de as (2) linksom (tegen de wijz-
ers van de klok in) met een inbussleutel (JIS B 4648, nominale
maat 6 en 10 mm).
2 Draai de as totdat u niet meer verder kunt draaien.
3 Draai de dop weer stevig vast.
2.
Sluiten
1 Verwijder de dop (1) en draai de as (2) rechtsom.
2 Draai de as stevig vast tegen de afdichting (4).
3 Draai de dop weer stevig vast.
Opmerking
•
In de tabel aan het eind van dit hoofdstuk vindt u de afmetingen
van de flenzen en aandraaimomenten voor de flensmoeren.
•
Gebruik bij het koppelen en ontkoppelen van leidingen bij de
apparaten altijd een steeksleutel en een momentsleutel.
•
Breng bij het maken van een verbinding altijd eerst ether of verest-
erde olie aan op zowel de buiten- als de binnenkant van de getrompte
delen en draai de verbinding eerst voorzichtig met de hand aan.
•
Gebruik een vulslang met een duwstaaf wanneer u de onder-
houdspoort gebruikt 5.
•
Controleer of de dop niet lekt nadat u deze heeft vastgedraaid.
•
Breng bij het maken van een verbinding altijd eerst ether of verest-
erde olie aan op (zowel de buiten- als de binnenkant van) de
getrompte delen en draai de verbinding eerst voorzichtig drie slagen
met de hand aan, voordat u de verbinding met de sleutels vastdraait.
•
Zorg dat de afsluiter altijd open staat tijdens bedrijf.
VORM VAN DE FLENS en AANDRAAIMOMENT VAN DE FLENSMOER
leidingdiameter
aandraaimoment (N.m)
φ6,4
14,2-17,2
φ9,5
32,7-39,9
φ12,7
49,5-60,3
φ15,9
61,8-75,4
φ19,1
97,2-118,6
Niet aanbevolen, maar voor noodgevallen
In principe dient u altijd een momentsleutel te gebruiken maar als die
niet beschikbaar is, kunt u de hieronder beschreven installatiemeth-
ode toepassen.
Controleer altijd of er geen lekken zijn als het werk klaar is.
Als u de optrompbout met een sleutel
aandraait, komt er een punt waarop het
aantrekkoppel plotseling toeneemt. Vanaf
dat punt draait u de bout nog verder over
de hoek die hieronder wordt aangegeven:
Pijpdiameter
Aantal graden doordraaien Aanbevolen armlengte van gereedschap
6,4 (1/4")
60 à 90 graden
9,5 (3/8")
60 à 90 graden
12,7 (1/2")
30 à 60 graden
15,9 (5/8")
30 à 60 graden
19,1 (3/4")
20 à 35 graden
13
Komt overeen met UL94HF-1
A (mm)
flensvorm
8,3-8,7
90 ±
4
12,0-12,4
A
15,4-15,8
18,6-19,0
R=0,4 0,8
22,9-23,3
Momentsleutel
Steeksleutel
Koppeling
Trompmoer
Circa 150 mm
Circa 200 mm
Circa 250 mm
Circa 300 mm
Circa 450 mm
Het aantal aangesloten binnenunits controleren
(Zie de "AANDACHTSPUNTEN BIJ GEBRUIK" op de printplaat
(A1P) op de buitenunit voor de instellingen. Inschakelen is niet direct
mogelijk nadat de voedingsspanning opnieuw is ingeschakeld (Pas
wanneer LED H2P dooft: na maximaal 12 minuten).
1.
Schakel de monitorfunctie in om het aantal aangesloten binnenu-
nits te controleren.
20 minuten
H2P
H2P
- 30 minuten
(Bezig)
(Gereed)
2.
Druk de toets "WIRING CHECK" 5 seconden in nadat de instel-
modus 1 weer is ingeschakeld en voer de controleroutine uit
waarmee de juistheid van de aansluitingen wordt gecontroleerd.
LED H2P brandt tijdens de test en dooft wanneer de test is uit-
gevoerd.
3.
Wacht, nadat de test is uitgevoerd, ongeveer één minuut en voer
de controlefunctie opnieuw uit om te controleren of het aantal
aangesloten binnenunits nog steeds gelijk is aan het eerder gev-
onden aantal. Wanneer er een verschil is, geeft het verschil het
aantal units aan dat niet correct is aangesloten. Schakel de bin-
nenunits in met de bijbehorende afstandsbediening en corrigeer
de aansluiting van die binnenunits waarbij de melding "UF" op de
afstandsbediening wordt weergegeven.
Het aantal aangesloten "MODE"binnenunits controleren.
1
Schakel de monitorfunctie in door de toets "MODE"
éénmaal in te drukken.
,
2
Druk de toets "SET" in tot de LED
s (H2P tot en met
H7P) branden zoals in de afbeelding rechts.
3
Druk de toets "RETURN" éénmaal in, waarna het
aantal binnenunits in het LED-display (H2P tot en met
H7P) wordt weergegeven. (Binaire weergave: in het
voorbeeld zijn 7 apparaten aangesloten.)
4
Druk nogmaals op de toets "MODE" om terug te keren
naar instelmodus 1. (In het voorbeeld rechts is de
status weergegeven zoals die is ingesteld in de fabriek.)
Verwerking van afvalproducten
Het ontmantelen van het apparaat, verwerking van koelmiddel, olie
en andere onderdelen moet gebeuren volgens de ter plaatse gel-
dende voorschriften.
9.
LET OP BIJ KOELMIDDELLEKKAGE
(Aandachtspunten met betrekking tot lekkages van koelmiddel)
Inleiding
De installateur en de systeemspecialist moeten afdoende
maatregelen treffen, volgens de ter plaatse geldende voor-
schriften of standaarden, om lekkage te voorkomen.
De volgende standaarden kunnen gevolgd worden in situaties
waar geen lokale voorschriften beschikbaar zijn.
Het VRV-systeem werkt, net als andere airconditionersystemen, met
het koelmiddel R407C. R407C is op zichzelf niet giftig, niet brand-
baar en onschadelijk. Het is echter wel van belang om het apparaat
in een voldoende grote ruimte te installeren. Hierdoor wordt voorko-
men dat de concentratie koelmiddel in de betreffende ruimte de
toegestane concentratie niet gemakkelijk kan overschrijden wanneer
er onverhoopt toch koelmiddel weg zou lekken en de ter plaatse gel-
dende voorschriften niet worden overtreden.
Maximale concentratie
De maximale vulhoeveelheid koelmiddel en de berekening van de
maximale concentratie koelmiddel is afhankelijk van de grootte van
de door personen gebruikte ruimte waarin het koelmiddel kan lekken.
De concentratie koelmiddel wordt uitgedrukt in kg/m
kilogrammen koelmiddeldamp per m
Het is verplicht om bij het vullen van de installatie te voldoen aan de
ter plaatse geldende voorschriften voor de maximaal toegestane
concentratie koelmiddel.
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
3
(het gewicht in
3
gebruiksruimte).