6-2 De koelmiddelleidingen aansluiten
1.
De koelmiddelleidingen kunnen aan de voorzijde, de zijkant of aan
de onderzijde van het apparaat worden aangesloten.
Let op
Gebruik altijd het aansluitstuk wanneer u leidingen ter plaatse
aansluit.
Gebruik anders de optionele leidingset "KHF30A-RS" of
"KHF30A-RB" voor het maken vaan aansluitingen via de zijkant
of de onderkant.
Sluit eerst de flens aan op de afsluiter aan de gaszijde voor-
dat u de flensmoer op de afsluiter aan vloeistofzijde mon-
teert.
(Wanneer u de aansluiting aan de vloeistofzijde eerst
maakt, wordt het moeilijker om de aansluiting aan de gasz-
ijde te maken.)
Besteed bij het aansluiten via de zijkant of de onderzijde
aandacht aan het aanbrengen van het meegeleverde isolati-
emateriaal om de gasleidingen, om te voorkomen dat de
leidingen in contact komen met de behuizing.
(Refer to figure 6)
1. Flens
2. Flensmoer
3. Aansluitstuk gasaanvoerzijde
4. Optionele leiding gasaanvoerzijde
5. Aansluitstuk gasretourzijde
6. Aansluitstuk gasretourzijde (voor RSEYP28 en 30)
7. Optionele leiding gasretourzijde
8. Aansluitstuk vloeistofzijde
(niet meegeleverd, voor RSEYP18, 20 en 24)
9. optionele leiding vloeistofzijde
10. Aansluitstuk vloeistofzijde
(voor RSEYP16, 26, 28 en 30)
11. Soldeerverbinding
12. Uitdrukopening (Gebruik een hamer)
Opmerking
1.
aansluiting via de voorzijde
•
Vergeet niet om de leidingdoorvoeropening na het installeren
weer dicht te maken.
•
Deksel stopkraan
(Zie afbeelding 7)
1. Deel dat moet worden verwijderd (Aan de achterzijde
bevindt zich een groef.)
•
Vloeistofleiding
Voor RSEYP 18, 20 en 24; buig de leiding aan vloeistofzijde
(Zie afbeelding 8)
Opmerking
2.
aansluiting via de zijkant
•
Gebruik een hamer om de opening vrij te maken.
•
Leidingset noodzakelijk.
RSEYP16, 18, 20
:KHF30A20RS
RSEYP24, 26, 28, 30 :KHF30A30RS
Opmerking
3.
aansluiting via de onderzijde
•
Gebruik een hamer en tik de opening open.
•
Leidingset noodzakelijk.
RSEYP16, 18, 20
:KHF30A20RB
RSEYP24, 26, 28, 30 :KHF30A30RB
2.
Leidingen tussen hoofdunit (REYP-) en subunit (RXEP-)
•
Vergeet niet de uitdrukopening in de hoek van het linker paneel
van de subunit open te maken wanneer vertakkingen tussen
buitenunits moeten worden gemaakt.
(Zie afbeelding 9)
1. Hier loskoppelen: Deel met V-groef (Subunit)
2. Uitdrukopening (Maak de opening vrij met een hamer
o.i.d.)
(Zie afbeelding 10)
1. REYP8, 10 (hoofdunit)
5
2. RXEP8, 10 (subunit)
3. flensmoer
4. flens
5. aansluitstuk gaszijde
6. gaszijde vertakkingen (φ 28,6)
7. aansluitstuk gaszijde
8. soldeerverbinding
9. vertakkingen vloeistofzijde (φ 12,7)
10. snoer (zwakstroom)
11. vloeistofleiding
12. isolatiemateriaal
13. snoer (sterkstroom)
14. gasleiding
15. isolatiemateriaal
(Zie afbeelding 11)
1. REYP16,20 (hoofdunit)
2. RXEP8,10 (subunit)
3. flensmoer
4. flens
5. aansluitstuk gaszijde
6. vertakkingen gaszijde (φ 28,6)
7. aansluitstuk gaszijde
8. soldeerverbinding
9. vertakkingen vloeistofzijde (φ 12,7)
Opmerking
•
Schuif na het maken van de soldeerverbinding de aansluitsno-
eren door de doorvoeropeningen. Steek het aansluitsnoer alleen
door de doorvoeropeningen wanneer de flens nog niet is gemon-
teerd. (Wanneer de flens nog gemonteerd is, past de connector
van het aansluitsnoer niet door de opening.)
3.
Controleer dat de lengte van de leidingen, het verval en de lengte
van de leidingen na een vertakkingen niet groter zijn dan de maxi-
maal toegestane waarden, zoals die zijn weergegeven in het
hoofdstuk "Aansluitvoorbeeld".
4.
Raadpleeg voor het installeren van een vertakking de handleiding
die bij de vertakkingset is bijgeleverd.
Monteer de refnetkoppeling zodanig dat de vertakkingen ofwel
horizontaal ofwel verticaal staan.
(Zie afbeelding 12)
1. (Horizontale bedrading)
2. (A- pijldiagram)
3. (Maximaal ± 30° of verticaal)
Monteer de refnetvertakking zodanig dat de vertakkingen hor-
izontaal staan.
4. (Horizontale bedrading)
5. (B- pijldiagram)
5.
Aansluiten van de leidingen
•
Breng ether of veresterde olie aan op de getrompte delen voordat
u deze aansluit.
Opmerking
•
De drukregelaar voor de stikstoftoevoer tijdens het solderen mag
maximaal worden ingesteld op 0,02 Mpa (0,2 kg/cm
(Zie afbeelding 13)
1. Koelmiddel leidingen
2. Plaats van de soldeerverbinding
3. Stikstof
4. Tape
5. Handmatig bedienbare afsluiter
6. Drukreduceerventiel
7. Stikstof
6.
Voorkom dat leidingen tijdens de installatie worden vervuild
•
Let erop dat vocht en deeltjes niet in het systeem terecht kunnen
komen.
Locatie
Installatieperiode
Langer dan een maand Knijp de leiding dicht
Buiten
Korter dan een maand
Onafhankelijk van de
Binnen
installatieduur
•
Let goed op wanneer koperen leidingen door een muur moeten
worden doorgevoerd.
2
).
Preventieve maatregel
Knijp de leiding dicht of
plak deze af met tape