8.
VOORDAT HET SYSTEEM IN
GEBRUIK WORDT GENOMEN
8-1 Tests voor het eerste gebruik
Let op
Controleer of de hoofdschakelaar van de installatie is uitgeschakeld.
Controleer na het installeren eerst de volgende punten voordat de
hoofdschakelaar wordt ingeschakeld.
1.
De positie van de schakelaars bij een nieuwe installatie
Controleer of alle schakelaars op de juiste manier zijn ingesteld
voordat de voedingsspanning wordt ingeschakeld.
2.
Voedings- en besturingsbekabeling
Zorg voor een adequate voeding en besturingsbekabeling en
controleer of deze op de in deze handleiding beschreven manier,
volgens het elektrische schema en volgens de ter plaatse gel-
dende voorschriften is geïnstalleerd.
3.
Afmetingen en isolatie van leidingen
Controleer of de juiste leidingen zijn gebruikt en of de isolatie
goed is aangebracht.
4.
Koelmiddelsuppletie
Noteer de bijgevulde hoeveelheid koelmiddel op de sticker aan de
achterzijde van het voorpaneel van het apparaat.
5.
Isolatietest van de netvoeding
Controleer met een 500V testapparaat of de weerstand meer dan
2 MΩ is wanneer een spanning van 500V wordt aangebracht tus-
sen de voedingsaansluiting en massa. Gebruik het testapparaat
nooit om de besturingsbekabeling te testen.
6.
Installatiedatum
Noteer de installatiedatum op de sticker aan de achterzijde van
het voorpaneel van het apparaat, volgens EN60335-2-40.
8-2 Gebruiksproef
Werking van de afsluiter
Draai alle afsluiters helemaal open. (Meer informatie vindt u in het
hoofdstuk "Afsluiters bedienen".)
Voeding
Let op
Schakel de carterverwarming minimaal zes uur voordat de com-
pressor, na een lange periode van stilstand wordt opgestart of bij het
eerste gebruik, in om te voorkomen dat de compressor beschadigt.
Maak alle begininstellingen voor de test terwijl de voedingss-
panning is ingeschakeld. Druk tijdens het maken van de instell-
ing onder geen beding andere toetsen in dan de druktoetsen
(BS1-5) op de printplaat (A1P). Wanneer u toch andere toetsen
aanraakt bestaat het risico van elektrische schokken.
•
Om de carterverwarming in te schakelen, schakelt u de hoofd-
schakelaar in.
•
Stel vervolgens de LED in op de PCB van de buitenunit.
•
Raadpleeg eerst de gebruiksaanwijzing van de binnenunits voor-
dat u deze inschakelt.
•
Schakel de binnenunit(s) in.
•
Voer de gebruikstest uit terwijl het systeem koelt. Begin de
gebruikstest ongeveer 8 minuten nadat de binnenunit(s) en de
buitenunit zijn ingeschakeld.
Opmerking
•
Probeer het systeem niet in te schakelen met de afstandsbedien-
ing wanneer het systeem net is ingeschakeld. In het display van
de afstandsbediening verschijnt de mededeling "UH" en het
systeem wordt niet opgestart.
Voer de gebruikstest uit terwijl het systeem verwarmt, wanneer de
buitentemperatuur lager is dan –5 °C.
Test van de werking – controle van de temperatuurregeling
1.
Controleer de bedrading en de leidingen tussen de apparaten, op
de manier zoals is beschreven op het veiligheidsetiket "AAN-
DACHTSPUNTEN TIJDENS BEDRIJF" aan de achterzijde van
het voorpaneel.
2.
" "
Schakel de functie
in met de keuzeschakelaar voor koelen /
verwarmen (alleen bij apparaten met een warmtepomp) of op de
afstandsbediening.
3.
Druk de toets
" "
4 maal in om de functie " TEST " e activeren.
TEST
In het display wordt het woord " TEST " weergegeven. Door de
toets
" "
5 maal in te drukken wordt de testfunctie beëindigd.
TEST
4.
Druk binnen 10 minuten nadat de testfunctie is geactiveerd op de
" "
toets
om de test te starten. Controleer of de binnen- en
buitenunits normaal werken. Schakel de unit direct uit wanneer u
geklop hoort - dat wordt veroorzaakt door de compressor die de
vloeistof samenperst -. Start het apparaat na een tijdje opnieuw.
De testfunctie wordt automatisch na 30 minuten afgesloten.
5.
Druk de toets
" "
in om het apparaat uit te schakelen.
6.
Schakel de installtie opnieuw in. Raadpleeg de handleiding bij de
apparaten voor meer informatie over de bediening ervan.
•
Controleer of de binnenunit koude lucht (of warme, wanneer
het systeem moet verwarmen) uitblaast.
•
Controleer alle binnenunits afzonderlijk en controleer ook of
de bijbehorende buitenunit werkt.
Let op
Wanneer de verklikkerlamp op de afstandsbediening knippert,
betekent dat dat er een storing is opgetreden. De storingcode
wordt in het LCD-schermpje weergegeven. De storing die corre-
spondeert met de betreffende storingcode kunt u vinden in de
lijst "AANDACHTSPUNTEN BIJ ONDERHOUD" die aan de bin-
nenunit is bevestigd.
De volgende foutcodes zullen worden weergegeven wanneer
een fasedraad niet, of verkeerd-om, is aangesloten of wanneer
de afsluiter gesloten is; controleer daarom de verbindingen van
de voedingskabel en de stand van de afsluiter.
•
Verwissel L1 en L2 of L2 en L3 wanneer de
motor in de verkeerde richting draait.
•
Wanneer de voedingskabel niet correct is
aangesloten zal geen foutcode in het display
worden weergegeven en zal de buitenunit niet
Foutcodes
Betekenis
• Verwissel de fasedraden
U1
• Maak fasedraad (L1) los
• Maak fasedraad (L3) los
U2
• Maak fasedraad (L2) los
U4
• Maak fasedraad (L1) los
LC
• Maak fasedraad (L2) los
E0
E3
• Afsluiter gesloten
E4
De compressor is beveiligd met een tijdschakelaar en kan niet
worden gestart, ook niet met de toets
nenunit in het systeem, binnen 5 minuten nadat het systeem
werd uitgeschakeld.
Het systeem mag niet worden leeggepompt, omdat daardoor de
compressor ernstig wordt beschadigd.
controleer de volgende punten nadat alle elektrische aansluitingen en
instellingen zijn gemaakt.
Elektra-draad
Afdichtmiddel
" "
van een andere bin-
Schakeldoos
Deksel schakeldoos
12