Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Buiten Het Apparaat; Bedrading Binnen Het Apparaat - Onderdelenlijst - Daikin RSEYP16KJY1 Installatiehandleiding

Met vrv systeem
Inhoudsopgave

Advertenties

schakeld en schakel deze vervolgens opnieuw in. Wanneer u
het apparaat niet uitschakelt kan deze beschadigen en
schakel vervolgens de voedingsspanning van de binnenunit
en buitenunit opnieuw in.
2 Open de afsluiters van de gasaanvoer- en gasretourleiding en
de afsluiters voor de subunit (zowel gas als vloeistofzijde).
Opmerking
Zorg er voor dat de afsluiter aan vloeistofzijde geopend is.
(Omdat anders vullen niet mogelijk is.)
3 Schakel de koelmiddelvulmodus in met "instelmodus 2" (Zie
"AANDACHTSPUNTEN bij GEBRUIK" op de PCB (A1P) op
de buitenunit voor de instellingen. Inschakelen is niet direct
mogelijk nadat de voedingsspanning opnieuw is inge-
schakeld. (Pas wanneer LED H2P dooft: na maximaal 12
minuten).
4 Druk, zodra de noodzakelijke hoeveelheid koelmiddel is bijge-
vuld, op de toets "RETURN" op de A1P en stop. (Dit duurt
ongeveer 30 minuten; wanneer het vullen langer duurt dan 30
minuten, drukt u op Reset en begint u opnieuw.)
5 Verwijder de koelmiddelvulslang en controleer of de afsluiter
aan vloeistofzijde volledig opengedraaid is.
(Zie afbeelding 15)
1. REYP (Hoofdunit)
2. RXEP (subunit)
3. Afsluiter aan gasaanvoerzijde
4. Afsluiter aan gasretourzijde
5. Afsluiter aan vloeistofzijde
6. Vloeistofzijde
7. Gaszijde
8. Aansluitklep (Onderhoudsluik)
9. BS-unit
10. Binnenunit
11. R407C
12. Tank
13. Meetinstrument
14. Sifonmodel
Let op
Houd de container met koelmiddel verticaal tijdens het bijvullen,
wanneer deze voorzien is van een sifon.
7.

BEDRADING BUITEN HET APPARAAT

Let op
Alle elektrische bedrading en componenten moeten ter plaatse
door een erkend installateur worden geïnstalleerd en worden
onderhouden en moet voldoen aan de ter plaatse geldende
regelgeving en voorschriften.
De bedrading buiten het apparaat moet worden uitgevoerd zoals is
weergegeven in het elektrische schema en onderstaande instructies.
Gebruik een schone leiding. Gebruik nooit een voedingsbron
die gedeeld moet worden met een ander apparaat.
De fase-omkeerbescherming van dit product werkt alleen wan-
neer het product wordt opgestart.
De fase-omkeerbescherming is ontworpen om het product te
stoppen wanneer het product niet op de normale manier opstart.
Tijdens bedrijf van de machine is de detectie van een omge-
keerde fase niet geactiveerd.
Wanneer de mogelijkheid van een omgekeerde fase na een kort-
stondige stroomonderbreking aanwezig is, en de stroom wordt
kortstondig onderbroken terwijl het product in bedrijf is, moet een
aparte beveiliging tegen fase-omkering voor het apparaat worden
gemonteerd. Wanneer het product in de verkeerde richting draait
kunnen zowel de compressor als andere onderdelen beschadigen.

7-1 Bedrading binnen het apparaat - onderdelenlijst

Zie ook het etiket met het elektrische schema op de unit. De
gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis:
RSEYP16,18,20
A1P...............................Printplaat (MAIN)
A2P...............................Printplaat (INV)
A3P...............................Printplaat (SUB)
A5P...............................Printplaat
BS1-5 ............................ Druktoetsschakelaar (MODE, SET, RETURN,
BEDRADING CHECK, RESET)
C1R-4R.........................Condensator
C5,6 ..............................Condensator
X70A,X71A ...................Connector
F2C...............................Stroombeveiligingsrelais (M2C)
F1S ...............................Overspanningsbeveiliging
F1U,2U .........................Zekering (250V,10A) (A1P)
F1U...............................Zekering (250V,10A) (A3P)
H1P-7P..........................Verklikkerlamp (onderhoudsmonitor - oranje)
(A1P)
H2P ; Voorbereiden - knipperend, Bij storing
- brandend
H1P-4P..........................Verklikkerlamp (onderhoudsmonitor - rood)
(A2P)
HAP ...............................Verklikkerlamp (onderhoudsmonitor - groen)
(A1P-3P)
INV ...............................Gelijkstroom - wisselstroomomzetter
E1HC,2HC....................Carterverwarming
K1M,2M ........................Magneetcontact (M1C,2C)
K1R ..............................Magnetisch relais (M1F) (A1P)
K1R ..............................Magnetisch relais (A2P)
K2R ..............................Magnetisch relais (M1F) (A1P)
K2R ..............................Magnetisch relais (A2P)
K3R ..............................Magnetisch relais (M2F) (A1P)
K4R ..............................Magnetisch relais (K2M) (A1P)
K5R ..............................Magnetisch relais (A3P)
K6R ..............................Magnetisch relais (E1HC) (A1P)
K6R ..............................Magnetisch relais (M3F) (A3P)
K7R ..............................Magnetisch relais (Y1R) (A1P)
K7R ..............................Magnetisch relais (M4F) (A3P)
K8R ..............................Magnetisch relais (Y1S) (A1P)
K1R ..............................Magnetisch relais (Y4S) (A3P)
K2R ..............................Magnetisch relais (Y5S) (A3P)
K3R ..............................Magnetisch relais (Y6S) (A3P)
K9R ..............................Magnetisch relais (Y2S) (A1P)
K10R ............................Magnetisch relais (Y3S) (A1P)
K11R ............................Magnetisch relais (Y2R) (A1P)
K12R ............................Magnetisch relais (Y3R) (A1P)
L1R ...............................Reactor
M1C,2C ........................Motor (compressor)
MF1,2F .........................Motor (ventilator)
MF3,4F .........................Motor (ventilator)
Q1M,2M........................Thermische beveiliging (M1F, M2F)
Q3M,4M........................Thermische beveiliging (M3F, M4F)
R1 .................................Weerstand
R66-69..........................Weerstand
R93,94 ..........................Weerstand
R1T...............................Thermistor (AIR) (A1P)
R1T...............................Thermistor (FIN) (A2P)
R21,22T........................Thermistor (spoel)
R31,32T........................Thermistor (retour)
R41,42T........................Thermistor (vertakking)
R6T...............................Thermistor (aanvoer)
R8T...............................Druksensor (vloeistof)
SENPH .........................Druksensor (hoog)
SENPL..........................Druksensor (laag)
Q1PH,2PH....................Drukschakelaar (hoog)
TB1,2,3 .........................Aansluitprintplaat (relais)
T1R,2R .........................Transformator (220-240V/22V)
X1M ..............................Aansluitblok relais (voeding)
X2M ..............................Aansluitblok relais (besturing)
Y1E,2E .........................Elektronische expansieklep
Y1R-3R.........................Vierwegklep
Y1S...............................Magneetklep (extra condensor)
Y2S...............................Magneetklep (hete damp)
Y3S...............................Magneetklep (inspuiting M1C)
Y6S...............................Magneetklep (inspuiting M2C)
Y4S...............................Magneetklep (ontvanger)
Y5S...............................Magneetklep (vloeistof druk)
Z1F-5F..........................Geluidfilter
...........................Diodemodule
D M
...........................Voedingschakeling
P C
P M
...........................Voeding
PRC
...........................Faseomkeerdetectieschakeling
S D
...........................Ingang veiligheidsvoorzieningen
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave