Storingen bij hydraulische doseereenheid verhelpen
Werkzaamheden
Tab. 4: Hydraulische storingen
Foutbeschrijving
Pomp pompt niet
Pomp pompt niet
Pompcapaciteit te laag
Pomp pompt niet
Drukbegrenzingsventiel
spreekt aan
48
Oorzaak
Zuigdruk te laag
Doseerkop onvoldoende
gevuld
Niveau hydraulische olie
te laag
Hydrauliek onvoldoende
ontlucht
Tegendruk te hoog
Inbouwstand pomventiel
verkeerd
Doseermedium stolt
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door draaiende ventilatorpropeller
De draaiende ventilatorpropeller onder de ventila‐
torkap van de motor kan ernstig letsel veroor‐
zaken.
–
De pomp mag alleen met bevestigde ventila‐
torkap op het stroomnet worden aangesloten.
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium
Door de druk in de doseereenheid en de aangren‐
zende installatiedelen kan er uit de hydraulische
onderdelen doseermedium spuiten wanneer deze
worden gemanipuleerd of geopend.
–
Haal de netstekker uit het stopcontact en zorg
dat de pomp niet onbedoeld weer wordt aange‐
sloten.
–
Maak vóór alle werkzaamheden de hydrauli‐
sche onderdelen van de installatie drukloos.
De storingen bij de aandrijvingen en inkoopdelen
verhelpen volgens de betreffende gebruikershand‐
leidingen.
Verhelpen
Zuigdruk verhogen
Verontreinigingen verwij‐
deren
Doseerkop vullen
Hydraulische olie bij‐
vullen
Hydrauliek ontluchten
Tegendruk verlagen, ver‐
ontreinigingen verwij‐
deren
Inbouwstand pomventiel
corrigeren
Doseermedium ver‐
warmen
Personeel
Deskundig personeel
Deskundig personeel
Geïnstrueerde persoon
Deskundig personeel
Deskundig personeel
Deskundig personeel
Deskundig personeel