3.
De olieaftapplug met afdichtring met een inbussleutel uit de
lantaarn schroeven.
ð De hydraulische olie loopt uit de lantaarn.
4.
Plaats een olieopvangbak onder de membraanhouder (300).
Afb. 10: Drukbegrenzingsventiel (358)
5.
Het drukbegrenzingsventiel (358) uit de membraanhouder
(300) schroeven.
ð De hydraulische olie loopt uit de membraanhouder (300).
6.
De olieaftapplug met afdichtring in de lantaarn schroeven.
Indien nodig een nieuwe olieaftapplug met afdichtring (570)
gebruiken.
7.
Het drukbegrenzingsventiel (358) in de membraanhouder
(300) schroeven.
De beschermkap (363) op het drukbegrenzingsventiel (358)
plaatsen.
1
2
Afb. 11
1
Membraanbreuksensor
2
Inspuitopening scheidingsmiddel
8.
De membraanbreuksensor (1) en de hieronder liggende
afsluitschroef voor de inspuitopening (2) verwijderen.
Onderhoud
B0818
B0819
33