8.5.13. Functie 'DT-LT' verschilthermostaat met TF6
Functiebeschrijving:
Na de ingebruikname van de regeling draait de servoaandrijving in de stand
Gesloten (0%), vervolgens gaat de aandrijving overeenkomstig het verschil
tussen de ingestelde temperatuur T_Wert en TF6 en de gemeten temperatuur
aan de geselecteerde temperatuursensor TFx:
Servo opent op 100% als TF6 – T_Wert >= TFx
Servo sluit op 0% als TF6 – T_Wert <= TFx – 5 °C
Toepassingsvoorbeeld:
blokkeerklep servoklep
S2
= Geselecteerde servoaandrijving => servomotor zonder
veerterugstelling
DT-LT
= Functie verschiltemperatuur tussen TF6 en de geselecteerde
TF (hier: 4)
TF4
= Geselecteerde temperatuursensor (thermo-element)
100
= T_Wert
Deze functie is bedoeld voor servoaandrijvingen zonder veerterugstelling
(S1 – S3).
Opmerking: in geval van een storing in de temperatuursensor (weergave Hi
of Lo op het display) wordt de servoaandrijving op de positie 0% gezet.
- 115 -
8.5.14. Functie 'T-HEAT'
Functiebeschrijving:
als de temperatuur die met de geselecteerde sensor is gemeten, hoger is dan
de ingestelde drempelwaarde, wordt de servoaandrijving na afloop van de
ingestelde vertragingstijd op 0% gezet. Valt de temperatuur circa 5 °C lager uit
dan de drempelwaarde, dan wordt de servo met de ingestelde vertraging op
100% gezet. De hysterese van 5 °C is vastgelegd en kan niet worden
gewijzigd.
Toepassingsvoorbeeld:
S2
= Geselecteerde servoaandrijving => servomotor zonder
veerterugstelling
T-HEAT
= Functie T-HEAT (thermostaatverwarming)
TF6
= Geselecteerde temperatuursensor
t(min)
= Vertragingstijd tot reactie van de servomotor
1
= Streefwaarde voor temperatuur (hier: 100 °C)
36
= Looptijd van de servomotor (hier: 36 sec)
Deze functie is bedoeld voor servoaandrijvingen zonder veerterugstelling
(S1 – S3).
Opmerking:
in geval van een storing in de temperatuursensor (weergave Hi of Lo op het
display) wordt de servoaandrijving op de positie 0% gezet.
- 116 -