8.3.4. Functie 'Reg.Mod On' verbrandingsregeling
Functiebeschrijving:
Het geselecteerde relais is actief zolang de regeling actief is, d.w.z. niet in de
modus Stand-by staat. Op de fabriek is deze functie voor relais 1 (R1)
ingesteld voor schakeling van de magneetkoppeling.
Let op: met een wijziging van deze standaardinstelling wordt de goede
werking van de verbrandingsregeling uitgeschakeld; daarom is dit niet
toegestaan.
R1
= Geselecteerd relais
Reg.Mode On
= Geselecteerde functie verbrandingsregeling
Schakeling van de contacten 1-2 (sluiter)
Opmerking: voor een goede werking is een installatie resp. parameterinstel-
ling van de deurcontactschakelaar vereist (zie 4.5 Parameterinstelling van de
deurcontactschakelaar).
- 67 -
Functie 'THERM-Heat'
8.3.5.
Functiebeschrijving:
Het geselecteerde relais is vanaf de start van de regeling actief zolang de
ingestelde temperatuurdrempelwaarde nog niet is bereikt.
Voorbeeld: t_
= 30°C, t_
SET
DIFF
overschrijden van 30 °C, inschakeling bij bereiken en dalen onder 28 °C
Met deze functie kan bijvoorbeeld een elektrische hulpverwarming worden
geschakeld die in bedrijf is zolang de inbouwhaard nog niet de vereiste
warmte heeft gegenereerd. De temperatuur wordt geregistreerd met een extra
temperatuursensor voor de ruimte. Neem ook 8.2.2 in acht.
R4
= Geselecteerd relais met schakelvermogen 10 A
THERM-Heat
= Geselecteerde functie
TF4
= Geselecteerde temperatuursensor (PT1000)
t
= Schakeldrempelwaarde vrij in te stellen
SET
(bereik 0-1200 °C)
t
= Hysterese vrij in te stellen (bereik 0,2 – 200,0 °C)
DIFF
Opmerking: voor een goede werking is de installatie of parameterinstelling
van een temperatuursensor vereist (zie 8.1 Aansluiting van meer tempera-
tuursensoren).
Let op: bij het aansluiten van vermogensverbruikers zoals elektrische
verwarmingen moet de contactbelastbaarheid van de relais in acht worden
genomen (zie 8.2.2 Aansluiting van de relaisuitgangen)!
= 2,0°C => uitschakeling bij bereiken en
- 68 -