Levering en accessoires - 6 - 1.4. Functiebeschrijving S-Thermatik pro - 7 - 1.5. Extra functies van de S-Thermatik pro (selectie) - 8 - 1.6. Technische gegevens - 9 - Montage- en servicehandleiding ...
'S-Thermatik' wordt geleverd in een vouwdoos met de volgende inhoud: Sinds oktober 2013 worden de S-Thermatik pro en de S-Thermatik altijd Display met touchscreen en inbouw- resp. opbouwframe geleverd met een nieuwe generatie besturingskaarten. Deze hebben als aanduiding de afkorting TSG6.
één relais toegevoerd. Een belangrijke bijzonderheid van de 'S-Thermatik pro' is dat zowel de Opmerking: de beschreven functies moeten met de bijbehorende componen- primaire als de secundaire lucht wordt geregeld. Daardoor kan in iedere ten bij de bouw van de haardinstallatie worden geïnstalleerd en de bijbeho-...
100 – 240V wisselspanning / 50 Deze montagehandleiding heeft uitsluitend betrekking op de verbrandingsre- – 60 Hz geling 'S-Thermatik pro'. Bij de montage van de inbouwhaard moeten absoluut Verbruik in stand-bymodus ca. 7 VA de aanwijzingen in de montagehandleiding bij de inbouwhaard in acht worden Verbruik in bedrijf ca.
2.2. Opbouwschema haardinstallatie met speciale verlengkabel voor het thermo-element worden verlengd (zie 1.3 S-Thermatik pro Accessoires). Een verlenging met een normale koperkabel is niet toege- staan en leidt tot storingen! De werking van de verbrandingsregeling kan op ieder moment worden gecontroleerd met de luchtregelhendel.
Inbouwframe voor het gebogen display: 2.3. Montage en aansluiting van display het display wordt in het frame geschoven. Veerklemmen in het frame houden het display op zijn plaats. De installatieplaats moet zo worden gekozen dat de toegestane maximale omgevingstemperatuur van 50 °C niet wordt overschreden en dat de component bij gebruik van de haardinstallatie niet wordt blootgesteld aan directe warmtestraling.
2.4. Montage en aansluiting van verdeelkast Elektrische aansluiting display De meegeleverde patchkabel UTP dient voor voeding van het display en voor gegevensuitwisseling tussen het display en de regeleenheid in de verdeelkast. 1. Rookgastemperatuursensor De patchkabel moet zo naar de verdeelkast worden geleid, dat de toegestane 2.
Pagina 9
Vebrandingsgas- temperatuur- sensor Het is raadzaam de stekkerdoos voor de 'S-Thermatik pro' afzonderlijk te Binnenaanzicht verdeelkast S-Thermatik pro TSG6 zekeren of (op de fabriek) van een schakelaar te voorzien. Daarmee kan de - 17 - - 18 -...
installatie in de zomer of voor onderhoudsdoeleinden gemakkelijk worden 2.7. Aansluiting deurcontactschakelaar uitgeschakeld. De deurcontactschakelaar is op de fabriek voorgemonteerd op de in- 2.5. Aansluiting stelmotor bouwhaard. De aansluitkabel wordt links of rechts aan de zijkant uit de inbouwhaard geleid en moet met het 2-polige steekcontact worden verbonden De stelmotor regelt de verbrandingsluchtinstelling van de inbouwhaard.
2.8. Aansluiting verbrandingsgas- Ingebruikname verbrandingsregeling temperatuursensor De verbrandingsregeling 'S-Thermatik pro' is op de fabriek afgesteld op de betreffende gebruikte inbouwhaard. De rookgastemperatuursensor wordt voor de inbouwhaard afzonderlijk meegeleverd en moet in de draadopening (M10) worden geschroefd die met 3.1. Zelftest bij de ingebruikname een sticker is gemarkeerd.
Let op: de inbouwhaard mag in geen geval met een gesloten luchttoevoer Wachttijd: (luchtregelhendel helemaal links) in gebruik worden genomen! na een koude start (rookgastemperatuur < 50 °C) blijft de luchtregelhendel op 100% totdat de wachttijd is verstreken of de waarde van 50 °C wordt overschreden.
Statusweergaven van de besturing: 3.3. Sterkte van de verbranding Reset Terugzetten en zelftest na herstel van de netspanning Voor de sterkte van de verbranding kunt u kiezen uit drie standaardmodi. Start van regeling De regeling begint met regelen (bijv. nadat de Modus 1 : zwakke verbranding voor bijverwarmen, bij een kleine deur is geopend)
Service-instellingen De verbrandingsregeling 'S-Thermatik pro' is op de fabriek afgesteld op de betreffende gebruikte inbouwhaard. Als er ter plaatse speciale aanpassingen nodig zijn (meer sensoren, toepas- sing van buffervat, enz.), kunnen deze in het servicemenu TECHNICUS worden aangebracht. Zodra de netspanning wordt ingeschakeld, wordt het HOOFDMENU weerge- geven.
4.1. Fabrieksinstelling De fabrieksinstelling bevat de basisfuncties van de verbrandingsregeling 'S- De verbrandingsregeling 'S-Thermatik pro' is op de fabriek afgesteld op de Thermatik pro' en kan verschillen van de klantinstelling. Raadpleeg de betreffende gebruikte inbouwhaard. Deze instelling mag niet worden ge- bijgevoegde bijlage voor gegevens over de klantinstellingen (parameters, wijzigd.
4.3. Starttemperatuur en wachttijd 4.4. Weergave van een 2e temperatuur op het display Deze instelling bepaalt de start van de regeling en is op de fabriek vooraf ingesteld. In het scherm AUTOMATISCHE REGELING kan naast de rookgastempera- Als binnen de starttemperatuur binnen de ingestelde wachttijd wordt over- tuur een tweede temperatuur (bijvoorbeeld kamertemperatuur of keteltempe- schreden, kiest de verbrandingsregeling de automatische verbrandingsluch- ratuur bij watervoerende apparaten) worden weergegeven.
4.5. Parameters van de deurcontactschakelaar 4.6. Parameterinstelling van de rookgastempera- instellen tuursensor De parameters voor de rookgastemperatuursensor (thermo-element) zijn op De parameters van de deurcontactschakelaar zijn zo ingesteld, dat de de fabriek zo ingesteld, dat de sensor als ingangswaarde voor de ver- verbrandingsregeling wordt gestart wanneer de deur van de verbrandings- brandingsluchtregeling wordt gebruikt.
4.7. Wachtwoord De rookgastemperatuursensor (thermo-element type K) is op de fabriek als volgt op de regeleenheid aangesloten: Op de fabriek is het wachtwoord 1234 ingesteld voor toegang tot het menu Technicus. Met de volgende functie kunt u het wachtwoord wijzigen. Let op: neem de polen in acht! Aderkleur groen = +...
4.8. Tellerinstellingen 4.9. Overzicht van instellingen Als u gegevens over het gebruik van de inbouwhaard wilt krijgen, kunt u In het scherm Instellingen => Overzicht wordt een lijst met alle parameterin- parameters instellen voor een teller die overschrijdingen van maximaal 3 stellingen voor temperatuursensoren, servoaandrijvingen en relaisuitgangen ingestelde temperatuurgrenzen telt.
4.10. Systeemtest van de aangesloten 4.11. Instelling van de verbrandingsparameter componenten Het principe van de automatische verbrandingsregeling berust op beïnvloe- Deze instelling maakt een functiecontrole van de geïnstalleerde componenten ding van de hoeveelheid verbrandingslucht en de verdeling daarvan in de met de ingestelde parameters mogelijk.
Pagina 21
Overzicht van parameters Toegang tot de verbrandingsparameters: Para- Bereik meter Beschrijving Eenheid Temperatuurdrempel – de stelaandrijving wordt vanaf t-1 in de positie k-1 gezet; vanaf 0…1200 X [°C] dit punt begint de regeling Rekenkundige begrenzingstemperatuur – de t-10 stelaandrijving gaat vanaf hier naar de 0 …1200 X [°C] positie k-10...
Instellen van de stelaandrijving 5e positie 0 …100 X [%] Probleemoplossing Instellen van de stelaandrijving 6e positie 0 …100 X [%] Instellen van de stelaandrijving 7e positie 0 …100 X [%] 5.1. Storingen verhelpen Instellen van de stelaandrijving 8e positie 0 …100 X [%] Instellen van de stelaandrijving 9e positie...
Pagina 23
Controleer de bedrading van de klemt Controleer de bedrading van de rookgastemperatuursensor op verdeelkast naar de stelmotor ongeoorloofde verlenging met een Vervang de stelmotor met de koperkabel of kroonsteentje Vervang de rookgastempera- magneetkoppeling tuursensor Zelftest: Bediening: ...
verdeelkast 5.2. Stelmotor met hefmagneet uitbouwen Vervang de deurcontactschakelaar Stelmotor: Controleer de bedrading van de Uitbouw: de stelmotor met hefmagneet kan indien nodig via de verbrandings- ruimte worden verwijderd. verdeelkast naar de stelmotor Vervang de stelmotor Werkvolgorde: ...
De schakelafstand kan indien nodig worden ingesteld door de stifttap op de Deze algemene garantievoorwaarden zijn van toepassing tussen fabrikant, houder los te maken en de inzet te draaien. Spartherm Feuerungstechnik GmbH, en haar wederverkopers. Deze zijn niet overeenkomstig de verkoop en garantievoorwaarden, die de wederverkoper geeft aan zijn klant.
Onafhankelijk van de wettelijke garantieverplichtingen, die binnen de factuur of de kassabon en het garantiecertificaat. Zonder dit bewijs zijn wij, geldende wettelijke garantieduur voorrang heeft op deze garantieafspraken, Firma Spartherm Feuerungstechnik GmbH, niet verplicht tot het verlenen van worden binnen deze garantievoorwaarden alle gebreken kosteloos verholpen, garantie.
Spartherm Feuerungstechnik GmbH (TF2 – TF6) Maschweg 38 / D - 49324 Melle verklaren hierbij dat de hierna genoemde producten voldoen aan de boven- Op de S-Thermatik pro kunnen in totaal 6 temperatuursensoren worden staande EG-richtlijnen: aangesloten. 8.1.1. Lijst van mogelijke temperatuuringangen...
8.1.2. Aansluiting thermo-elementen (type K) 8.1.3. Aansluiting weerstandthermometer (PT1000) Er kunnen maximaal 3 thermo-elementen (TF1 – TF3) worden aangesloten op Er kunnen maximaal drie PT1000-weerstandthermometers (TF4 – TF6) de besturingskaart, waarbij TF1 standaard voor meting van de rookgastempe- worden aangesloten. ratuur wordt gebruikt.
Let op: de temperatuuringang TF1 is volgens de fabrieksinstellingen voorzien 8.1.4. Parameterinstelling van de temperatuursensor voor meting van de rookgastemperatuur en dient als ingangswaarde voor de verbrandingsregeling. Deze instelling mag niet worden gewijzigd. De meetwaarden van de temperatuursensoren kunnen pas op het display worden weergegeven en verwerkt als deze na aansluiting op de regeleenheid bij de regeling worden aangemeld en met parameters worden ingesteld: U vindt een lijst temperatuursensoren met de parameterinstellingen (TF1 –...
Beschrijving van de relaisfuncties". Opmerking: de functie "Reg.Mod ON" is op de fabriek toegewezen aan relais 1 (R1) en dient bij de 'S-Thermatik pro' voor schakeling van de magneetkop- peling van de servomotor. Deze instelling mag niet worden gewijzigd. - 59 -...
Er kunnen maximaal 4 relaisuitgangen (R1 – R4) als afsluiter of openercontact De relaisuitgangen kunnen alleen in de regeling worden benut als de worden gebruikt, waarbij R1 bij de 'S-Thermatik pro' standaard wordt gebruikt betreffende functies hieraan zijn toegewezen. voor schakeling van de magneetkoppeling van de stelmotor.
Werkwijze voor selectie van de gewenste functie: stroom via 'S-Thermatik pro'. L is aangesloten op de klemmen 1, 2 en 3, N op de klemmen 8, 9 en 10. De klemmen 4 tot en met 7 zijn vrij in te delen. Als u 1.
'S-Thermatik pro' wordt verkregen (zie 8.3.1). De aansluiting van de verbruiker is iets eenvoudiger, omdat deze direct op de klemmen van de 'S-Thermatik pro' kan worden aangesloten, maar de rood weergegeven draadbruggen zijn wel vereist. Klem 6 is hier willekeurig gekozen voor doorverbinding van de L-leiding;...
Functie 'THERM-Heat' 8.3.5. 8.3.4. Functie 'Reg.Mod On' verbrandingsregeling Functiebeschrijving: Functiebeschrijving: Het geselecteerde relais is actief zolang de regeling actief is, d.w.z. niet in de Het geselecteerde relais is vanaf de start van de regeling actief zolang de ingestelde temperatuurdrempelwaarde nog niet is bereikt. modus Stand-by staat.
8.3.6. Functie 'Term Cool' Lasdoos Functiebeschrijving: Het geselecteerde relais is actief wanneer de ingestelde drempeltemperatuur wordt overschreden en wordt inactief wanneer de temperatuur plus de Toevoer Verbruiker hysterese weer lager wordt dan de drempelwaarde. Voorbeeld: t_ = 62°C, t_ = 5,0°C => inschakeling bij 62°C, uitschakeling DIFF bij 57 °C Met een extra temperatuursensor in de verbrandingskamer kan daarmee bijvoorbeeld een convectieluchtventilator via de regeling worden in- en...
Instellingen op gebruikersniveau: 8.3.7. Functie 'Term-H-U' na bladeren met de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag in het scherm Automa- Functiebeschrijving: tisch wordt het volgende weergegeven als Therm-U is geselecteerd: deze functie wordt op 2 beeldschermen weergegeven, een keer hier in het menu Technicus en ook op het gebruikersniveau. Om te beginnen hier de instellingen in het menu Technicus: Het geselecteerde relais is actief totdat de ingestelde drempeltemperatuur is bereikt.
Instellingen op gebruikersniveau: 8.3.8. Functie 'TERM-C-U' na bladeren met de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag in het scherm Automa- Functiebeschrijving: tisch wordt het volgende weergegeven als Therm-U is geselecteerd: deze functie wordt op 2 beeldschermen weergegeven, een keer hier in het menu Technicus en ook op het gebruikersniveau. Om te beginnen hier de instellingen in het menu Technicus: Het geselecteerde relais wordt actief wanneer de ingestelde drempeltempera- tuur plus hysterese is bereikt.
Schakeling van de contacten 1-2 (sluiter) Bedrading van de functie G-VENT, wanneer de verbruiker van spanning wordt Voor een goede werking is de installatie of parameterinstelling van voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie een temperatuursensor vereist (zie 5.0). 8.2.2.
3 2 1 3 2 1 3 2 1 Bedrading van de functie T-Alarm, wanneer de verbruiker van spanning wordt voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie 8.2.2. R2 = Geselecteerd relais T_Alarm = Geselecteerde functie ...
8.3.11. Functie 'C-PUMP' retourverhoging Functiebeschrijving: Bij de inbedrijfstelling van de verbrandingsregeling wordt het geselecteerde relais actief zolang de ingestelde drempeltemperatuur nog niet is overschre- den. Het relais wordt inactief wanneer de temperatuur hoger is dan de drempeltemperatuur en wordt weer actief wanneer de temperatuur daalt tot minder dan de drempeltemperatuur minus tDiff (hysterese).
3 2 1 3 2 1 3 2 1 Bedrading van de functie C-PUMP, wanneer de verbruiker van spanning wordt voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in R2 = Geselecteerd relais acht, zie 8.2.2. Funktion = 'DT-HT"...
Daarbij moet TF6 verplicht in de ketel worden gemonteerd en TF4 in het buffervat. Bedrading van de functie DT-HT, wanneer de verbruiker van spanning wordt voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie 8.2.2. R2 = Geselecteerd relais ...
R2 Bedrading van de functie DT-LT, wanneer de verbruiker van spanning wordt = Geselecteerd relais TIME voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie = Geselecteerde functie t(min) 8.2.2. = Nalooptijd in minuten (bereik 0 – 99) ...
=> relais nog steeds inactief e) T2 = 40 °C of meer => relais weer actief Bedrading van de functie TIME, wanneer de verbruiker van spanning wordt voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie 8.2.2. R2 = Geselecteerd relais Opmerking: deze functie kan ook worden gebruikt met omgekeerde logica, ...
Bedrading van de functie DT-HV, wanneer de verbruiker van spanning wordt t = Schakeldrempel instellen op 62 °C voor retourverhoging voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie t = Hysterese instellen op 5,0 °C voor retourverhoging 8.2.2.
3 2 1 3 2 1 Bedrading van de functie DT-CP, wanneer de verbruiker van spanning wordt voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie R2 = Geselecteerd relais (vrij in te stellen, hoeft niet R2 te zijn) 8.2.2.
Met deze functie kan bijvoorbeeld de deur van de verbrandingsruimte worden 8.3.18. Functie 'BEEP' geopend en gesloten als deze over een elektrische aandrijving beschikt en ook een aansluitmogelijkheid voor externe knoppen. Er zijn enkele Spartherm- Functiebeschrijving: modellen met deze techniek verkrijgbaar (SESAM), die gecombineerd kan met deze functie kan telkens wanneer de interne signaalgenerator in het worden met de 'S-Thermatik pro'.
8.4. Servomotoruitgangen (S1-S4) Er kunnen maximaal 4 stel- of servomotoren (S1- S4) met en zonder veerterugstelling worden aangesloten 8.4.1. Aansluiting servomotoren De aansluiting op de regelelektronica verloopt via vooraf vervaardigde naar verbruiker steekcontacten die een poolverwisseling voorkomen. (signaalgenerator) 3 2 1 3 2 1 3 2 1 Aansluitvoorbeeld voor de functie BEEP, wanneer externe signaalgeneratoren...
Opmerking: op de fabriek is S1 bij de 'S-Thermatik pro' bedoeld voor regeling In de kolom Storing is de positie van de aandrijvingen na het optreden van van de verbrandingsluchttoevoer en de parameters zijn dienovereenkomstig een storing beschreven. De kolom START beschrijft de positie van de ingesteld.
Werkwijze voor selectie van de gewenste functie: 8.5. Beschrijving van de servofunctie 1. Selecteer de servomotor met de pijlknoppen 2. Tik op het invoerveld 'Functie' 3. Selecteer de gewenste functie met de pijlknoppen Functie 'OFF' 8.5.1. 4. Afhankelijk van de functie kunt u meer instellingen opgeven. 5.
Opmerking: de waarden voor de temperatuur (T_1-4) moeten in oplopende Let op: de instellingen van S1 zijn op de fabriek gekozen voor een volgorde worden ingevoerd. optimale werking van de Spartherm-inbouwhaard en mogen niet worden De waarden voor de positie van de servoaandrijving (k_1-4) moeten in gewijzigd! oplopende volgorde worden ingevoerd.
8.5.4. Functie '1-WAY--100' 8.5.5. Functie '2-WAY-0' Functiebeschrijving: Functiebeschrijving: De servoaandrijving staat aan het begin op 100%. Als de temperaturen T_1-4 De servoaandrijving staat aan het begin op 0%. Als de temperaturen T_1-4 volgens de parameterinstellingen worden bereikt, gaat de servoaandrijving volgens de parameterinstellingen worden bereikt, gaat de servoaandrijving telkens naar de parameterpositie van K_1-4.
8.5.6. Functie '2-WAY--100' 8.5.7. Functie 'SEAT' haardbank Functiebeschrijving: Functiebeschrijving: De servoaandrijving staat aan het begin op 100%. Als de temperaturen T_1-4 De servoaandrijving regelt bijvoorbeeld door middel van een rookgasklep de volgens de parameterinstellingen worden bereikt, gaat de servoaandrijving temperatuur van een haardbankje dat met rookgassen wordt verwarmd. telkens naar de parameterpositie van K_1-4.
30 seconden volgens de gemeten temperatuur (werkelijke Als deze functie met een servoaandrijving uit de Spartherm-accessoires bij de waarde) en de ingestelde temperatuur (streefwaarde) de klep ingesteld: fabriek meebesteld bij de bestelling van de inbouwhaard, dan worden de werkelijke waarde <...
In het Hoofdmenu Automatisch kan de regeling van de bakoven worden servoaandrijving op de positie 0%.geplaatst. geactiveerd en kan de gewenste temperatuur in een bereik van 50-300 °C worden ingesteld (zie de Bedieningshandleiding S-Thermatik pro 6.4 Bakoven/warmhoudvak-functie) - 109 -...
Deze regelparameters zijn blijvend in de regeling opgeslagen en kunnen niet 8.5.10. Functie 'EXCHANGER-0' worden gewijzigd. Opmerking: in geval van een storing in de temperatuursensor wordt de Functiebeschrijving: servoaandrijving op de positie 0%.geplaatst De servoaandrijving regelt bijvoorbeeld een mengventiel op een vooraf ingestelde watertemperatuur.
Pagina 57
Regelparameter: 8.5.12. Functie 'DT-HT' verschilthermostaat met TF3 afwijking van de streeftemperatuur < 2 °C => Servoaandrijving niet actief afwijking van de streeftemperatuur = 2 °C => servoaandrijving draait 2% Functiebeschrijving: afwijking van de streeftemperatuur >20°C => servoaandrijving draait 15% Na de ingebruikname van de regeling draait de servoaandrijving in de stand Gesloten (0%), vervolgens gaat de aandrijving overeenkomstig het verschil Deze regelparameters zijn blijvend in de regeling opgeslagen en kunnen niet tussen de ingestelde temperatuur T_Wert en TF3 en de gemeten temperatuur...
8.5.14. Functie 'T-HEAT' 8.5.13. Functie 'DT-LT' verschilthermostaat met TF6 Functiebeschrijving: Functiebeschrijving: als de temperatuur die met de geselecteerde sensor is gemeten, hoger is dan Na de ingebruikname van de regeling draait de servoaandrijving in de stand de ingestelde drempelwaarde, wordt de servoaandrijving na afloop van de Gesloten (0%), vervolgens gaat de aandrijving overeenkomstig het verschil ingestelde vertragingstijd op 0% gezet.
8.5.15. Functie 'T-COOL' 8.5.16. Functie 'MANUAL' Functiebeschrijving: Functiebeschrijving: met deze functie kunnen servomotoren naar een als de temperatuur die met de geselecteerde sensor is gemeten, lager is dan handmatig op te geven positie worden verplaatst. Nadat de regeling onder de ingestelde drempelwaarde, wordt de servoaandrijving na afloop van de bedrijfsspanning is gezet, gaat de geselecteerde servomotor eerst naar 100% ingestelde vertragingstijd op 0% gezet.
8.5.17. Overzicht van functies In het scherm Instellingen => Overzicht wordt een lijst met alle parameterin- stellingen voor temperatuursensoren, servoaandrijvingen en relaisuitgangen weergegeven. => Overzicht Overzicht instellingen Geselecteerde servomotor: S2 Invoer van de streefwaarde uit het beeld- scherm Automatisch of het beeldscherm Handmatig, telkens bladeren met de In het menu Automatisch wordt een overzicht van de huidige ingangs- en knop pijl-omhoog tot dit beeldscherm wordt weergegeven.