1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3 2 1
3 2 1
3 2 1
R1
R2
R3
R4
R1
R2
R3
R4
Bedrading van de functie DT-HT, wanneer de verbruiker van spanning wordt
voorzien door de 'S-Thermatik pro'. Neem de aansluitvermogens in acht, zie
8.2.2.
PE
PE
PE
N
naar verbruiker
L
- 83 -
8.3.13. Functie 'DT-LT' verschilthermostaat met TF6
Functiebeschrijving:
Het geselecteerde relais is inactief zolang het temperatuurverschil tussen TF6
(PT1000) en de geselecteerde TF kleiner is dan de ingestelde waarde t
(TF6 – TF) < t
SET
Het relais is actief wanneer het temperatuurverschil tussen TF6 en de
geselecteerde TF groter is dan de waarde t
Het relais wordt weer inactief wanneer het temperatuurverschil tussen TF6 en
de geselecteerde TF kleiner wordt dan de ingestelde waarde tSET minus de
temperatuur t
(hysterese): (TF6 – TF) < (t
Diff
Voorbeeld: t
= 5 °C, t
= 2 °C, TF = 62 °C
SET
Diff
a) TF6 = 66 °C => relais niet actief want (66 - 62) < 5
b) TF6 = 68 °C => relais actief want (68 – 62 °C) > 5
c) TF6 = 64 °C => relais niet meer actief want (64 - 62) < (5- 2)
Toepassingsvoorbeeld:
Met deze functie kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat het geladen
buffervat afkoelt. Daarbij moet TF6 verplicht in de ketel worden gemonteerd
en TF4 in het buffervat.
R2
= Geselecteerd relais
Functie
= 'DT-LT' verschiltemperatuur tussen TF6 en de
geselecteerde TF
TF4
= Geselecteerde temperatuursensor (PT1000)
t
= Schakelverschil vrij in te stellen (bereik 0-1200 °C)
SET
t
= Hysterese vrij in te stellen (bereik 0,2 – 200,0 °C)
DIFF
Schakeling van de contacten 2--3 (opener)
: (TF6 – TF) > t
SET
SET
- t
)
SET
Diff
- 84 -
:
SET