Regelparameter:
afwijking van de streeftemperatuur < 2 °C => Servoaandrijving niet actief
afwijking van de streeftemperatuur = 2 °C => servoaandrijving draait 2%
afwijking van de streeftemperatuur >20°C => servoaandrijving draait 15%
Deze regelparameters zijn blijvend in de regeling opgeslagen en kunnen niet
worden gewijzigd.
Opmerking: in geval van een storing in de temperatuursensor wordt de
servoaandrijving op de positie 100%.geplaatst.
- 113 -
8.5.12. Functie 'DT-HT' verschilthermostaat met TF3
Functiebeschrijving:
Na de ingebruikname van de regeling draait de servoaandrijving in de stand
Gesloten (0%), vervolgens gaat de aandrijving overeenkomstig het verschil
tussen de ingestelde temperatuur T_Wert en TF3 en de gemeten temperatuur
aan de geselecteerde temperatuursensor TF:
Servo opent op 100% als TF3 – T_Wert >= TF
Servo sluit op 0% als TF3 – T_Wert <= TF – 5°C
Toepassingsvoorbeeld:
blokkeerklep servoklep
S2
= Geselecteerde servoaandrijving => servomotor zonder
veerterugstelling
DT-HT
= functie verschiltemperatuur tussen TF3 en de geselecteerde
TF
TF6
= Geselecteerde temperatuursensor (PT1000)
100
= T_Wert
Deze functie is bedoeld voor servoaandrijvingen zonder veerterugstelling
(S1 – S3).
Opmerking: bij een storing in de temperatuursensor (weergave Hi of Lo op
het display) wordt de servoaandrijving op de positie 0% gezet.
- 114 -