8.3.11. Functie 'C-PUMP' retourverhoging
Functiebeschrijving:
Bij de inbedrijfstelling van de verbrandingsregeling wordt het geselecteerde
relais actief zolang de ingestelde drempeltemperatuur nog niet is overschre-
den. Het relais wordt inactief wanneer de temperatuur hoger is dan de
drempeltemperatuur en wordt weer actief wanneer de temperatuur daalt tot
minder dan de drempeltemperatuur minus tDiff (hysterese).
Toepassingsvoorbeeld:
Met deze functie kan de circulatiepomp van de retourverhoging bij in-
bouwhaarden met een waterwarmtewisselaar worden geschakeld.
Opmerking: het relais voor de retourverhoging moet als opener (contacten 2-
3) worden aangesloten.
TF1 Rookgastemperatuur
TF 6
Keteltemperatuur
Voorbeeld van parameterinstelling:
Temperatuursensor
TF1 (thermo-element) ON
TF6 (PT1000)
ON
Retourverhoging
Buffervat
Voorwaarts
Achterwaarts
Relaisuitgang
R1 Reg Mod On
R2 C_PUMP
- 79 -
6
R2
= Geselecteerd relais
Functie
= „C-PUMP"
TF6
= Geselecteerde temperatuursensor (PT1000)
t
= Schakeldrempel 62 °C (bereik 0-1200 °C)
SET
t
= Hysterese 5,0 °C (bereik 0,2 – 200,0 °C)
DIFF
Schakeling van de contacten 2-3 (opener)
Voor een goede werking is de installatie of parameterinstelling van een
temperatuursensor vereist (zie 8.1.4).
Opmerking: nadat het relaiscontact is ingeschakeld, wordt het pomppicto-
gram in het beeldschermvenster van het menu Automatische buffer als actief
weergegeven. Als aan het pictogram Buffervat temperatuurwaarden zijn
toegewezen, worden deze ook weergegeven.
=> Automatische regeling
Selecteer de weergave met de
pijlknoppen
- 80 -