ingeschakeld op maximaal vermogen. Als de lichtsterkte
d.m.v. dimmen tot een bepaald minimum is teruggebracht,
wordt de lamp uitgeschakeld. Aangezien deze status wordt
opgeslagen, moet de dimmer weer omhoog worden gedraaid
om de lamp te laten branden. Bij zeer lage dimstanden kan
de lamp om technische redenen gaan flikkeren. Als u dit als
storend ervaart, moet u de lichtsterkte iets verhogen.
In voertuigen met twee plafondlampen kan er telkens slechts
één bij de lamp zelf worden in- en uitgeschakeld. De wandlam-
pen moeten rechtstreeks bij de lamp ingeschakeld zijn om via
het controlepaneel te kunnen worden bediend. Bij het model
Optima Ontour Edition is geen toets voor de wandlampen/
verlichting van de zitgroep aanwezig. De lampen worden
aangestuurd via de hoofdschakelaartoets of direct bij de lamp.
Toets Memory
• Met deze toets kunnen eerdere verlichtingsinstellingen worden
opgeslagen en weer worden opgeroepen. Door deze toets kort
in te drukken wordt de laatst opgeslagen toestand van alle
schakelbare 12V-lampen weer opgeroepen. Een verlichtings-
instelling wordt opgeslagen door deze toets langer ingedrukt
te houden. De instellingen van de 230V-apparaten (bijv. hete-
luchtverwarming) worden met deze toets niet opgeslagen.
Bij het standaard bedieningspaneel ontbreken deze toetsen.
Entreeverlichting
• Door deze toets in te drukken wordt de entreeverlichting in- en
uitgeschakeld. Deze lamp kan niet worden ingeschakeld als
de motor loopt. Bij het inschakelen van de motor gaat de lamp
automatisch uit.
De entreeverlichting moet tijdens deelname aan het verkeer
zijn uitgeschakeld.
Keukenlamp
• Door deze toets kort in te drukken worden de keukenlamp
en de spots in- en uitgeschakeld.
LED-sfeerverlichting
• Door deze toets kort in te drukken wordt de indirecte ver-
lichting in- of uitgeschakeld. Door de toets langer ingedrukt
te houden kan de lichtsterkte worden geregeld (alleen in de
slaapruimte).
Bij de series Siesta / Optima Ontour Edition is deze toets
niet in gebruik.
7. Elektrische installaties
91