5
Bevestigingsriemen
Aangesloten gasfles
Gasfleskast
De toegang tot de gasfleskast bevindt zich apart in de zijwand.
De gasfleskast biedt plaats aan 2 flessen met vloeibaar gas à
j
11 kg
. De gasflessen zijn via een veiligheidsregelaar
l
met een slang
aangesloten op de aanvoerleiding
fles is met twee aparte riemen
Gasflessen mogen uitsluitend in de gasfleskast worden
vervoerd.
2
3
4
1
m
. Elke
n
aan de wand bevestigd.
Voor de gasfleskast geldt
• Controleer de bevestiging van de gasflessen vóór iedere
rit. De gasflessen moeten rechtop staan en ventielen moe-
ten worden gesloten.
• Trek losse riemen vast.
• De gasfleskast is niet geschikt voor het transporteren van
goederen (bijv. levensmiddelen of elektrische apparatuur).
• De afsluiters van de gasflessen moeten te allen tijde be-
reikbaar blijven.
• De ventilatie-openingen van de gasfleskast mogen niet
worden afgesloten.
• Sluit de gasfleskast af met een slot om te voorkomen dat
onbevoegden zich toegang verschaffen tot de gasflessen.
Als een crashsensor* ontbreekt, moeten de gasflessen
tijdens het rijden gesloten zijn.
k
Gasfles verwisselen
Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen
open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de
gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt. Besproei de
aansluitpunten daartoe met lekzoekspray. Bij aansluiting op
de fles met vloeibaar gas moet de slangleiding spanningsvrij
en zonder knikken zijn.
9. Gas
165