ergiemanagement de prestatie-eisen van de diverse apparaten
en de lading van de accu met elkaar in evenwicht.
Op het TFT-scherm van het bedieningspaneel worden aange-
geven: de laadtoestand van de accu, de tijd dat de accu reeds
in gebruik is en de resterende looptijd. Het opladen gebeurt
behoedzaam volgens het principe van de kenlijnkarakteristiek
door een 'intelligente' acculader.
De accusensor wordt beschermd door een 10 A zekering.
• Laad de huisaccu vóór iedere reis, direct ná iedere reis en vóór
elke periode van langdurige stilstand minstens 24 uur op.
- Controleer vóór iedere reis het laadniveau van de
accu (zie p. 96). Breng zo nodig een netaansluiting
tot stand om de accu op te laden.
- Benut tijdens uw reis iedere gelegenheid om de accu
op te laden.
• Bij langdurige stilstand zonder gebruik van het voertuig
moet de accu – na volledig te zijn opgeladen – worden
losgekoppeld door de hoofdschakelaar van de accu te
openen.
• Na een bepaalde gebruiksduur en na blootstelling aan
lage temperaturen verliest de accu aan vermogen.
- Als de accu door veroudering onder 50% van zijn
nominale capaciteit zakt, wordt een waarschuwing
gegeven.
• Na de eerste ingebruikneming moet de IBS allereerst
meetgegevens verzamelen (ca. 3 uur lang).
- In deze tijd wordt de rustspanning van de accu
gemeten.
- Hiervoor is een laad-/ontlaadstroom van < 150 mA
noodzakelijk.
Accuhoofdschakelaar
Positie accuhoofdschakelaar
De accuhoofdschakelaar bevindt zich direct bij de bijrij-
dersstoel.
Ter bescherming/beveiliging van de huisaccu tegen diepontla-
ding – als het voertuig niet wordt gebruikt – is deze voorzien van
een hoofdschakelaar. Bij het openen van de schakelaar wordt
de huisaccu volledig van het 12V-net losgekoppeld.
Stand "Off" = loskoppeling van het 12V-boordnet.
7. Elektrische installaties
141