• P2.2 PrJ — De naam van het project invoeren
De toets F drukken, de eerste positie blinkt.
Met de navigatietoetsen de naam of nummer van het project invoeren (max. 8
tekens).
De instellingen met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar
het menu omgeschakeld.
De toets UNIT drukken, de volgende menupunt "P2.3 Ptin" verschijnt.
• P2.3 Ptin — Tijdafdruk
De toets F drukken, de actuele instelling blinkt.
Met de toets UNIT een van de volgende instellingen kiezen:
no
= zonder tijdafdruk
YES
= tijdafdruk
De instellingen met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar
het menu omgeschakeld.
De toets UNIT drukken, de volgende menupunt "P2.4 PdAt" verschijnt.
• P2.4 PdAt — Datumafdruk
De toets F drukken, de actuele instelling blinkt.
Met de toets UNIT een van de volgende instellingen kiezen:
no
= zonder datumafdruk
YES
= datumafdruk
De instellingen met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar
het menu omgeschakeld.
De toets UNIT drukken, de volgende menupunt "P2.5 PUSr" verschijnt.
• P2.5 PUSr — Afdruk van de gebruiker
De toets F drukken, de actuele instelling blinkt.
Met de toets UNIT een van de volgende instellingen kiezen:
no
= zonder afdruk van de gebruiker
YES
= afdruk van de gebruiker
De instellingen met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar
het menu omgeschakeld.
De toets UNIT drukken, de volgende menupunt "P2.6 PPrJ" verschijnt.
• P2.6 PPrJ — Afdruk van het project
De toets F drukken, de actuele instelling blinkt.
Met de toets UNIT een van de volgende instellingen kiezen:
no
= zonder afdruk van het project
YES
= afdruk van het project
De instellingen met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar
het menu omgeschakeld.
51
AEJ_N/AES_N-BA-nl-1321