h
Ga door met inrijgen, maar leid de draad
niet door de draadgeleider "6" op de
naaldstang. Rijg de naald aan de
rechterkant in.
a Draadgeleider op de naaldstang
i
Druk op
.
j
Selecteer een steekpatroon. (Voorbeeld:
*
In de "STEEKINSTELLINGENTABEL" aan het eind
van deze gebruiksaanwijzing leest u welke steek u
kunt naaien met persvoet "J".
De geselecteerde steek wordt weergegeven.
Opmerking
• Als de toets
steek hebt gekozen, kunt u de
geselecteerde steek niet naaien in de
tweelingnaaldstand.
k
Druk op
om de tweelingnaaldstand te
kiezen.
a
a Enkele naald/tweelingnaald instellen
verschijnt.
lichtgrijs is nadat u een
VOORZICHTIG
• Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een
tweelingnaald gebruikt. Als u een
tweelingnaald gebruikt terwijl de machine in
de enkele naaldstand staat, kan de naald
breken en schade veroorzaken.
l
Begin met naaien.
Voorbeeld van naaien met de tweelingnaald
)
Memo
• Om van richting te veranderen wanneer u
naait met de tweelingnaald, zet u de naald
omhoog uit de stof. Vervolgens zet u de
persvoethendel omhoog en draait u de stof.
BOVENDRAAD INRIJGEN
1
51