Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

In Bedrijf Nemen; Kalibratie; Bedrijf; Onderhoud - Grundfos DSS Installatie- En Bedieningsinstructies

Dosing skid station
Inhoudsopgave

Advertenties

7. In bedrijf nemen

Waarschuwing
Sommige chemicaliën reageren met water, hetgeen
tot explosies kan leiden. Als het doseermedium kan
reageren met water, moet het DSS systeem eerst
worden doorgespoeld met een medium dat compati-
bel is met zowel water als het doseermedium om res-
terend water uit het DSS systeem te verwijderen.
Spoel alle reservoirs en leidingen uit alvorens het
systeem in te schakelen.
Voorzichtig
Een eerste test kan worden uitgevoerd met water als
het doseermedium compatibel is met water.
Het DSS systeem is getest op lekdichtheid in de
N.B.
fabriek. Mogelijk is er nog enig water achtergebleven
in de aansluitingen en leidingen.
1. Draai alle koppelingen met schroefdraad opnieuw aan.
2. Controleer het volledige DSS systeem en alle leidingen op
lekdichtheid.
3. Controleer de elektrische bedrading en de voeding.
4. Controleer voor doseerpompen met 3-fase motoren boven-
dien de draairichting en de instelling van de motorbeveiliging.
5. Installeer de zuigleiding met voetklep in de doseertank.
– Installeer de zuigleiding onder een doorlopende opwaartse
hoek naar de doseerpomp toe.
6. Zorg ervoor dat de klep van de spoelaansluiting is gesloten.
7. Open de afsluitkleppen voor de doseerpomp.
8. Ontlucht de pomp.
Procedure voor het ontluchten van een pomp via de spoelaan-
sluiting:
– Open de klep bij de spoelaansluiting door deze linksom te
draaien.
– Druk van spoelvloeistof: maximaal 0,5 bar boven de bedrijfs-
druk.
– Sluit de klep bij de spoelaansluiting door deze rechtsom te
draaien.
– Koppel de slang los van de spoelaansluiting.
9. Controleer de juiste interactie van alle accessoires, zoals lek-
kagedetectie, niveauschakelaar, alarmrelais, met de regelaar
van de installatie.
10. Zorg ervoor dat de klep van de spoelaansluiting is gesloten.

7.1 Kalibratie

Kalibratie moet plaatsvinden met het doseermedium. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies van de doseerpomp voor
details over de kalibratie.

8. Bedrijf

In normaal bedrijf werkt het DSS systeem zelfstandig.
Sluit de afsluitkleppen aan de perszijde van de pomp niet af tij-
dens normaal bedrijf.
– Anders gaat de overdrukveiligheid open.
Houd alle afsluitkleppen gesloten die zich niet in de lijn tussen
de inlaat van het doseermedium en het injectiepunt bevinden,
bijv. kleppen (pos. 7, 10, 11) van stand-by pomp (pos. 6) en
afvoer-/spoelklep (pos. 9). Zie afb. 1.
Sluit de ventilatieopening van de doseertank niet af en blok-
keer deze niet.
Verontreinig de doseertank niet.

9. Onderhoud

9.1 Veiligheidsinstructies

Waarschuwing
Reiniging en onderhoud mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd per-
soneel.
Draag de aangegeven persoonlijke beschermings-
middelen (beschermende kleding, veiligheidsbril,
ademhalingstoestel etc.) bij het werken met chemica-
liën.
Neem de veiligheidsbladen van de leverancier van
de chemicaliën en de veiligheidsinstructies voor de
gebruikte chemicaliën in acht.
Waarschuwing
Sluit de gehele installatie af voordat u met werk-
zaamheden aan de systeemcomponenten en leidin-
gen begint.
Koppel het DSS systeem los van de voedingsspan-
ning voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uit-
voeren.
Haal de druk van de persleiding voordat u met onder-
houdswerkzaamheden begint.
Tap doseerkop, kleppen en leidingen af en spoel
deze door.
Waarschuwing
Veiligheidsapparaten, die zijn gedeactiveerd tijdens
het onderhoud, moeten onmiddellijk na het onder-
houd opnieuw worden geactiveerd.
Bewaar belangrijke reserveonderdelen dicht bij het
N.B.
DSS systeem.

9.2 Onderhoudsintervallen

9.2.1 Dagelijkse controles
Inspecteer de lekdichtheid visueel.
9.2.2 Regelmatige controles
Wekelijks of maandelijks moeten regelmatige controles worden
uitgevoerd, afhankelijk van het type doseerpomp en het doseer-
medium. Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies voor
de doseerpomp en de eigenschappen van het doseermedium.
Controleer de doseerwerking.
Controleer de zeef en de voetklep,
– reinig de zeef, indien nodig.
Voer onderhoud uit aan de doseerpomp,
– zie de installatie- en bedieningsinstructies van de doseer-
pomp.
Voer onderhoud uit aan het drukhoudventiel,
– zie de installatie- en bedieningsinstructies van het druk-
houdventiel.
Controleer alle accessoires, zoals lekdetectie, niveauschake-
laar, alarmrelais, op de juiste werking.

9.2.3 Jaarlijkse controles

Controleer de volledige installatie,
– vervang pakkingen, O-ringen, membranen en andere slijta-
geonderdelen, indien nodig.
Controleer na het onderhoud op de juiste werking en
N.B.
lekdichtheid van de volledige installatie.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave