• Open de borgschroef (16b) van de verschuifbare aansla-
grails (16a) en schuif de verschuifbare aanslagrails (16a)
naar buiten.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten dusdanig wor-
den geborgd dat de afstand tussen de aanslagrails (16a) en
het zaagblad (6) maximaal 8 mm is.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails (16a) en
het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing kunnen komen.
• Vastzetschroef (16b) terug aanhalen.
• De machinekop (4) omhoogzwenken.
• Klap de vastzetgreep (11) omhoog om de draaitafel (14) te
ontgrendelen (afb. 3.3+4).
• De draaitafel (14) op de gewenste hoek instellen (zie daar-
toe ook punt 10.5).
• Klap de vastzetgreep (11) omlaag om de draaitafel (14) te
vergrendelen (afb. 3.3+4).
• De borgschroef (22) losdraaien.
• Met de handgreep (1) de machinekop (4) naar links buiten
en op de gewenste hoek van de schaal instellen (zie daartoe
ook punt 10.6).
• De borgschroef (22) weer vastdraaien.
• De bewerking uitvoeren als onder punt 10.4 beschreven.
11. Vervoer (afb. 2/3.1)
• Trek de vastzetgreep (11) vast om de draaitafel (14) te ver-
grendelen.
• Machinekop (4) omlaagdrukken en arręteren d.m.v. de
borgbout (23). De zaag is dan in de onderste stand ver-
grendeld.
• Trekfunctie van de zaag in de achterste stand fixeren d.m.v.
de vastzetschroef voor trekgeleiding (20).
• Draag de machine aan de transportgreep (39) en de vaste
zaagtafel (15).
• Om de machine opnieuw op te bouwen gaat u te werk zoals
beschreven onder 8.
12. Onderhoud
m Let op! Telkens voor het instellen, het uitvoeren van onder-
houd of reparaties de stekker uit het stopcontact trekken!
12.1 Algemene onderhoudswerkzaamheden
Veeg van tijd tot tijd met een doek houtkrullen en stof van de
machine af. Gebruik voor de reiniging van de kunststof geen
bijtende middelen.
12.2 Veiligheidsvoorziening beweegbare zaag-
bladbescherming (5) reinigen
Controleer voor ingebruikname altijd de zaagbladbescher-
ming op vervuiling.
Verwijder oud zaagsel en oude houtsplinters met behulp van
een borstel of een vergelijkbaar geschikt gereedschap.
12.3 Tafelinzetstuk vervangen
Gevaar!
Als het tafelinzetstuk (10) beschadigd is, bestaat het risico dat
kleine voorwerpen tussen het tafelinzetstuk en het zaagblad
vast komen te zitten en het zaagblad blokkeren. Vervang
beschadigde tafelinzetstukken onmiddellijk!
1. Draai de schroeven op het tafelinzetstuk los. Verdraai zo no-
dig de draaitafel en kantel de zaagkop om bij de schroeven
te kunnen komen.
2. Verwijder het tafelinzetstuk.
3. Plaats een nieuw tafelinzetstuk.
4. Draai de schroeven op het tafelinzetstuk vast.
12.4 Verwisselen van zaagblad (afb. 2, 15-17)
Netstekker uit het stopcontact trekken!
Let op!
Draag voor het verwisselen van het zaagblad vei-
ligheidshandschoenen! Lichamelijk gevaar!
• De machinekop (4) omhoogzwenken. Door de borgbout
(23) in deze stand vastzetten.
• Zet met de ene hand de binnenzeskant- of inbussleutel (C)
op de flensbout (28).
• Zaagasvergrendeling (30) hard indrukken en flensschroef
(28) langzaam met de wijzers van de klok mee draaien.
Na maximaal een hele slag klikt de zaagasvergrendeling
(30) vast.
• Draai dan met wat meer kracht de flensschroef (28) met de
wijzers van de klok mee los.
• Flensschroef (28) er helemaal uit draaien en buitenflens (29)
wegnemen.
• Klap de zaagbladbescherming (5) omhoog.
• Neem het zaagblad (6) van de binnenflens (31) af en trek
het naar beneden eruit.
• Flensschroef (28), buitenflens (29) en binnenflens (31) zorg-
vuldig schoonmaken.
• Het nieuwe zaagblad (6) in omgekeerde volgorde monteren
en aanhalen.
• Let op! De afschuining van de tanden, d.w.z. de draairich-
ting van het zaagblad (6), moet overeenkomen met de rich-
ting van de pijl op het huis.
• Voordat u verder werkt controleren of de beschermende in-
richtingen naar behoren werken.
• Let op! Telkens na het verwisselen van zaagblad controle-
ren of het zaagblad (6) al loodrecht staande alsook op 45°
gekanteld in het tafelinzetstuk (10, afb. 1) vrij draait.
• Let op! Het verwisselen en richten van het zaagblad (6)
dient naar behoren te worden uitgevoerd.
12.5 Justeren van de laser (afb. 19)
Als de laser (32) niet meer de juiste zaaglijn aangeeft, kan
deze worden bijgesteld.
• Draai de kruiskopschroeven (E) los.
• Stel de laser door zijdelings verschuiven dusdanig in dat de
laserstraal de snijtanden van het zaagblad (6) raakt.
• Haal de beide schroeven (E) weer handvast aan.
12.6 Borstelinspectie (afb. 20)
Controleer de borstels van de koolborstels bij een nieuwe ma-
chine na de eerste 50 bedrijfsuren, of wanneer er nieuwe bor-
stels gemonteerd zijn. Controleer na de eerste controle om de
10 bedrijfsuren.
Wanneer de koolstof tot een lengte van 6 mm versleten is, de
veer of de nevensluitingsdraad verbrand of beschadigd is,
moet u beide borstels vervangen. Wanneer de borstels na het
demonteren als inzetbaar beschouwd worden, kunt u ze weer
inbouwen.
NL/BE
41